Lopen en er
100% op vertrouwen dat er geen gevaar op de route ligt. Geen harde of scherpe
objecten waaraan ik mijn hoofd kan stoten. Geen oneffenheden waardoor ik mijn
voet zou kunnen verzwikken. Geen mensen die haast hebben en mij over het hoofd
zien. Een onbekende ruimte binnenlopen en dankzij concrete aanwijzingen meteen
mijn weg kunnen vinden. Wel zelf die onbekende weg mogen zoeken, maar niet
hoeven te stuntelen. Koopwaar kunnen bewonderen zonder raar aangekeken te
worden. Een vriendin een paar lelijke slippers tonen die zij niet al lang had
zien liggen. Tegen iemand aanlopen en niet eerst een woedende blik krijgen
voordat het begrip daagt. Mijn laatste beetje zicht verliezen en me daardoor
alleen maar comfortabeler voelen. Onmogelijk? Een droomwereld? Voor even was
het werkelijkheid. Voor even was ik volledig in mijn element. In een museum,
dat wel.
zondag 9 februari 2014
zaterdag 1 februari 2014
Durven zien
Vol
vertrouwen stap ik de bus uit. Ik ben op weg naar mijn werk, een route die ik
vier keer per week afleg. En dat al een half jaar lang. Ik zou dit dan ook
slaapwandelend kunnen doen, ware het niet dat er een paar onoverzichtelijke en
drukke verkeerspunten op mijn pad komen. Alert zijn is dus geen overbodige
luxe. Afgezien daarvan voelt het vooral als routinewerk, als het begin van tien
zeer voorspelbare minuten. Maar niets is minder waar.
Mijn routine
wordt onverwacht verstoord. “Jongedame!” klinkt het achter mij. Ik sta stil en
kijk om, een vragende blik in mijn ogen. De man komt naar me toe en legt uit
dat hij me verkeerd zag lopen. Verkeerd? Hoezo verkeerd? Wat verward hoor ik
hem aan, maar ik sta toe dat hij met me meeloopt. Ik stond op het punt de
busbaan over te steken en het gebruik van twee goede ogen sla ik zeker niet af.