vrijdag 19 augustus 2016

Gezegend


“Lukt het?”
Ik antwoord bevestigend, een beetje verwonderd. Mijn blindengeleidehond Wilka laat juist topwerk zien door me over een smal stoepje tussen allerlei obstakels door te leiden.
“Oh, ik dacht dat je wilde pinnen.”
Niet iedereen die langs een pinautomaat loopt wil deze gebruiken, denk ik, maar ik houd mijn mond.
“Je hebt wel een moeilijk leven, maar met die hond wordt het iets beter.”
Het aantal aannames in dit gesprek wordt in hoog tempo schrikbarend. Tijd om in te grijpen.
“Ik heb een prima leven hoor, met en zonder hond”, meld ik haar stellig.
“Oh”, klinkt het. Ik hoop dat er nu nieuwe gedachten in haar hoofd ontstaan.
“Mag ik iets zeggen?”
Niet dus, als ik haar toon goed inschat. En jawel.
“Straks verdwijnt de regering. Dan wordt iedereen jong en gezond en regeert Jezus. Wat vind je daarvan?”
Ik vind het zonde dat jij het onbekende meteen ziet als ongezond, denk ik. Je had me in theorie nu behoorlijk kunnen kwetsen. De discussie aangaan trekt me niet en ik betwijfel of ik haar kan laten inzien wat ze eigenlijk zegt. Ja, ik weet het, ook ik doe aannames.
“Mooi dat jij zo positief kunt zijn”, klinkt het nog.  
Als ik even later met een ruime omweg naar huis loop - gewoon omdat het buiten zo lekker is - voelt het als een zegen dat ik ook in het hier en nu simpelweg van het leven kan genieten. Een zegen die ik graag met haar zou delen.