Mijn hoofd
zit vol gedachten, toch is het ook daar stil. In mijn hoofd geen echo’s van schoten,
harde stemmen, doodsangst. Ik vrees niet voor oorverdovend gebonk op de deur,
buren die uit hun huis worden gesleurd om wie ze zijn. Ik ben thuis. Ik voel me
veilig. Velen kunnen dat niet zeggen. Omdat ze het niet zijn. Omdat
herinneringen hen volgen waar ze gaan. Omdat ze nooit meer iets kĂșnnen zeggen.
Ik ben stil.