Trrrrr. Het verkeerslicht ratelt groen. Ik steek mijn witte stok voor me uit als teken dat ik ga oversteken en geef kort daarna mijn blindengeleidehond toestemming om de straat op te gaan. Dat is de zijstraat van de drukke doorgaande weg links van mij. Terwijl ik de zijstraat op loop, hoor ik boven het geraas links van me ineens nog een geluid. Het gebrom van een afzonderlijke auto. Iemand snakt naar adem. Ik besef wat dat betekent. De onverbiddelijke metalen punt komt hardhandig tegen mijn been tot stilstand. Ik struikelren vooruit om de klap op te vangen. Terwijl ik met knikkende knieƫn van de rijbaan af loop, naar de mensen die meteen naar me roepen, voel ik mijn been opzwellen. Ik weet ook dat dat niet het ergste is. Bij lange na niet.