vrijdag 17 december 2021

Verloren ballen

Versierde kerstboom

Verdrietig kijk ik naar mijn kerstboom. Hij staat een tikkie scheef en sommige takken zijn wat slap. Niet zo'n ding uit de fabriek, maar een echte. Er hangen allerlei versieringen in: een eikenblad, dennenappel, hart, uilen. Natuurlijk uilen. En kerstballen. Glimmend rood. Maar ik zie alleen een vlek met lampjes. Vorig jaar stond ik hier ook. Dat glimmende rood van die ballen tegen dat groen trok steeds mijn aandacht. Daar had ik ze dan ook op uitgekozen. Mijn voorzichtig tastende vingers vinden ze nu, maar hoe erg mijn ogen ook hun best doen, ze verschijnen niet.


 

Ik ben blind. Simpel, duidelijk. Alle beetjes licht en kleur die dan toch nog mijn hersenen weten te bereiken, zijn mooi meegenomen. Meestal is het niet moeilijker dan dat. Maar soms, heel soms, is dat even de grootst mogelijke onzin.

 

Links haalt in

Mijn zicht gaat al jaren achteruit. Stapje voor stapje. Mijn rechteroog was mijn goede oog. Links had ik praktisch uitgeschakeld. Inmiddels is het linker mijn beste oog, en niet omdat die ineens meer ziet. Vergeleken met goedziende mensen stelde het nooit wat voor. Het is fascinerend dat er nóg meer af kan. Steeds weer. En dat er dan toch nog wat overblijft. Dit is voor mij allemaal geen nieuws. Maar nu word ik letterlijk gedwongen onder ogen te komen hoeveel ik in een jaar ben kwijtgeraakt.

 

Ik denk aan gisteren, toen ik met mijn vriend inspiratie opdeed voor de vloer in ons nieuwe huis. Ik wist al dat ik duidelijke ideeën had over contrast: het is fijn het verschil tussen vloer, muur en meubels te zien. Maar ik vond veel meer. Een gedecideerd “nee” klonk uit mijn mond tegen een vloer die grijs bleek te zijn. “Die is warmer”, wees ik een plank aan toen er diverse bruintinten voor me lagen. Volgens mijn vriend sloeg dat nog ergens op ook. We pakten er materiaal in andere kleuren bij, om te zien welke kleur vloer naar onze smaak meer keuzevrijheid biedt voor andere kleuren in huis. Ook daar had ik een mening over. Ik, die puur op geheugen weet welke kleren uit mijn kast bij elkaar matchen, genoot van het samen plannen maken voor ons plekje.

 

Mist en littekens

Maar nu slaat de onzekerheid in alle hevigheid toe. Want deze kerstboom is niet de uitzondering, maar de nieuwe regel. Wie ben ik dan om een kleur te vetoën? Wie zegt mij dat die niet valer leek, omdat ik op dat moment vooral de mist in mijn netvlies en de littekens op mijn hoornvlies zag? Die ontnamen me immers al zo veel van de kleur die zich dapper een weg door mijn slechte oogzenuwen baant. Opeens komen allemaal vragen op, waarvan ik dacht ze allang niet meer te hoeven overdenken. Maakt het uit dat ik de inrichting van ons huis baseer op mijn indruk van de wereld? Een indruk die zo totaal anders is dan die van de meeste mensen. Ik en mijn vriend gaan er wonen, dan gaat het er toch om dat wij er blij mee zijn? Wij moeten er dag na dag tegenaan kijken. Ik wil gelijkwaardig meebeslissen en van hem krijg ik daar alle ruimte toe. Hij twijfelt niet aan mijn mening. Ik ineens des te meer.

 

Ik wist goed wat ik wel en niet kon met mijn minibeetje zicht en wanneer ik daarop kon vertrouwen. Die kennis is weg. Omdat ik oppervlakken die ik eerder als gemêleerd zag, zoals een gevlekt kleed of schilderij, nu zie als een grijzige waas. Is een onbekend ‘effen’ oppervlak dan misschien ook wel gevuld met allerlei kleuren?

 

Glimp van een schaduw

Ook op straat, nu ik al een aantal maanden noodgedwongen mijn stokloopskills probeer te verbeteren, is die onzekerheid lastig. Soms tuurde ik naar de overkant en zag ik een donker lijntje. Mijn ervaring leerde: dat kan een glimp zijn van een schaduw die mogelijk wordt veroorzaakt door een stoeprand. Heel klein beetje zien, enorm veel invullen. Absoluut geen zekerheid, maar pas nu weet ik echt hoe ontzettend veel ik deed met dat soort aanknopingspunten. Soms voel ik me gewoonweg onveilig. Loop ik nog op de stoep, of ben ik ongemerkt in de baan van een aanstormende auto beland? Op zo veel plekken is de overgang tussen stoep en straat niet of nauwelijks te voelen. Verkeerslichten zoeken die pas geluid maken als je op het knopje drukt, is ineens een hele uitdaging. Mijn stok doet niks, hoe hard ik in gedachten ook “Zoek paal” denk. Die paal heb ik nodig om veilig de overkant te bereiken, maar ik weet ook dat bestuurders juist door dat verkeerslicht nog minder verwachten dat een voetganger ineens de weg op stapt. De noppentegels, die de laatste jaren vooral een fijne bevestiging waren van iets dat ik door mijn hond allang wist, mis ik nu op ontzettend veel plaatsen. Al die onzekerheid vindt een prima thuis in mijn lichaam. Ik word moe, de spieren in mijn schouders verkrampen. Niet handig als je je aandacht en concentratie zo nodig hebt voor andere dingen.

 

Natuurlijk, er zijn heel veel blinden die zich dag na dag redden. En ik merk al dat mijn gehoor het overneemt op plaatsen waar ik eerst nog door kleurcontrasten om obstakels heen navigeerde. Ik pas me vanzelf wel aan. Het zit hem niet in vaardigheid, maar in weten wat je wel en niet van de omgeving meekrijgt en op basis daarvan goede keuzes kunnen maken. Soms zie ik ineens dingen die ik al tijden niet meer had gezien. Als ik ze de keer daarop niet zie, betekent het dan dat het licht minder gunstig is, of dat ze er niet zijn? Ik heb werkelijk geen idee.

 

Lichtpuntjes

Ik heb al 32 jaar ontzettend veel van mijn omgeving gemist. En ook toen wist ik vaak niet wat ik miste. Ik presteer het om zelfs in mijn eigen huis door de uitspraken van anderen dingen te ontdekken. Oh, zit daar een spijkertje in de muur? Goh, loopt er een leiding boven het raam langs? Het gaat niet om de rode kerstballen. Hun bestaan ken ik. Het gaat erom dat mijn visuele indruk van de wereld zo verandert, dat ik niet meer weet wat die me vertelt. En vooral dat ik kleur verlies. Kleur, waar ook ik zo vrolijk van word.

 

Verdrietig kijk ik naar mijn kerstboom. Naar die vlek met lampjes. Gelukkig zie ik de lichtpuntjes nog, probeer ik in mijn hoofd te grappen. Maar de glimlach wil even niet komen. Dan haal ik diep adem, en snuif de dennengeur op. Deze boom is in ieder geval een stuk geuriger dan die van vorig jaar.

2 opmerkingen:

  1. Alsof ik weer helemaal in onze eigen verhuizing zit van 3 jaren geleden en zo verdrietig werd dat ik niet weet hoe ons nieuwe huis er echt uitziet. Toch vertrouwde mijn man volledig op mijn kleurgevoel toen. Ik vind het verdrietig voor jou en opeens voelt mijn eigen gemis ook weer even erg rauw. We hebben in het nieuwe huis geen kerstboom meer. Kopen kersttakken voor de geur. Geweldig geschreven Doreen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo herkenbaar Doreen. Dit ervoer ik toen we 3 jaren geleden een nieuw huis kochten en ik opeens geen idee had wat taupe voor een kleur was. En toch ben ik blij dat ik nog wel weet wanneer de zon schijnt.

    BeantwoordenVerwijderen