woensdag 27 maart 2024

Lijndienst

Bovenaanzicht van zwarte labrador Esmee die over de stoep loopt. Een hand uit een bordeauxrode jas houdt haar riem vast.

Ineens schieten Esmees poten onder haar vandaan. Net nog leidde mijn geleidehond me vlot en doelgericht door de gang, terug naar de kantoortuin waar ook haar bedje ligt. Dan ineens hangt ze machteloos in haar tuig. Totaal onverwacht verloor ze elke grip op de bamboevloer. Haar voorpoten gleden gestrekt naar voren en als ik het goed hoorde, raakte haar kop de grond.


 

Beduusd en met aarzelende stapjes loopt ze het laatste stukje terug naar mijn werkplek. Esmee en beduusd, dat klopt niet. Die hond is zelden onder de indruk, en uit dat nog minder. Dus hurk ik naast haar neer en laat mijn handen over haar lijf glijden. Ik buig en strek voorzichtig haar poten en voel en luister of ze reageert. Ze vindt alles prima. Lijkt alles prima te vinden. Honden kunnen zo belachelijk hard zijn voor zichzelf. Even goed in de gaten houden, dus.

 

Toch nog

Onderweg naar huis loopt ze nog wat stram, maar al snel lijkt er geen vuiltje meer aan de lucht en verdwijnt het ongelukje steeds verder naar de achtergrond. Een paar weken later merk ik dat ze net niet helemaal soepel en gelijkmatig loopt. Door haar geleidetuig voel ik elke stap die ze zet en na al die uren het geluid van hondenpootjes naast me, vallen veranderingen snel op. Ik besluit het even aan te kijken; iedereen heeft weleens last van een spier of gewricht en vaak kan het lichaam dat zelf oplossen. Dit keer niet, concludeer ik na verloop van tijd. Wat jammer, ik had gehoopt dat ze na haar eerste en enige fysiotherapiebehandeling vorige zomer niet snel weer klachten zou krijgen. Door haar voorgangers Freaser en Wilka weet ik hoe het is om te merken dat je hond een prijs moet betalen om voor je te werken. En hoe de zorgen, twijfels en afwegingen aan je vreten. Juist omdat vaak niet duidelijk is hoeveel last het dier er nou echt van heeft. Dan vraagt een collega me hoe het eigenlijk is gegaan na die glijpartij in de gang. Verhip, dat was ik alweer vergeten. Zou het dan toch nog?

 

Gelukkig weet ik precies bij wie ik moet zijn. Een heerlijk gevoel om de telefoon te pakken en een afspraak te maken in het volste vertrouwen dat het goedkomt. Dat die man goed werk verricht blijkt ook uit het feit dat Esmee pas over een paar weken terecht kan. Maar ze kan terecht.

 

In volle vaart

Net als de vorige keer krijgt Esmee eerst banden om haar lijf die sponzen en draden op hun plek houden. Lichte stroomschokjes ontspannen haar spieren. Waar Wilka de eerste paar keer tegen me aan kwam hangen omdat ze het toch wel spannend vond, ligt Esmee net als vorig jaar binnen een paar tellen ontspannen aan mijn voeten. Grappig genoeg vindt zij het op de behandeltafel dan weer spannender. Als de man even wegloopt om wat na te kijken, houd ik haar extra goed vast om in de gaten te houden of ze er niet wil afspringen. Wilka daarentegen liet zich dan gewoon kalm op haar kont of buik zakken.

 

Geen terugval maar reactie op ‘trauma’, luidt het oordeel. Esmees duik naar de vloer past goed in het plaatje. Dat de fysiotherapeut het probleem heeft gevonden, is overduidelijk. Na de laatste keer trekken aan haar lijf draait Esmee zich half om, legt haar kop omhoog tegen zijn lijf en geeft hem spontaan een lik. Die dankbaarheid deelt ze dan weer wel met Wilka. En met mij, al besluit ik het maar bij woorden te houden.

 

Even later snellen we in volle vaart door de straten. Pas op het laatste moment, maar superstrak, gaat ze in de remmen voor stoeprandjes. Ze werkt op het scherpst van de snede en wat is ze blij. De afgelopen weken kwispelde ze net zo veel als anders; ze hield alleen haar staart ietsjes lager. Arme hond. Als ze zo opgelucht is dat de boel in haar rug weer op de goede plek zit, terwijl ze nauwelijks liet merken dat haar iets dwars zat, is me één ding wel duidelijk: ik heb wederom een hond die zich veel te makkelijk wegcijfert.

 

Aan het lijntje houden

Deze hobbel is genomen, maar de echte uitdaging moet nog komen. Want om haar lijf de kans te geven zich weer aan te passen aan een juiste houding, moet ze tien dagen even niet racen en ravotten, en wat minder haar tuig dragen. Niet spelen en niet werken; ik weet niet wat Kruimeltje erger vindt. Helaas voor haar kan ik in dit soort gevallen goed redeneren vanuit ‘voor je eigen bestwil’. In het donker het drukke, chaotische Keizer Karelplein in Nijmegen over, tastend met mijn stok, terwijl ik voor die manier van mijn weg vinden de oriëntatiepunten niet ken, lijkt me geen goed plan. Maar zodra we terug in ons dorp zijn, gaat haar tuig uit. En ons tempo omlaag. Want nu moet ik zelf de richting van iedere stap bepalen, navigeren over smalle stoepjes zonder dat mijn voet van het randje schiet, rechtdoor blijven lopen als het terrein open wordt, bedacht zijn op omhoogstekende tegels door boomwortels. Al snel heeft Esmee door dat ze dan wel aan de riem loopt, maar wel wordt geacht gewoon door te lopen. Voor snuffelen krijgt ze alle tijd als ik haar uitlaat, nu zijn we gewoon onderweg. Dan ook niet dit gezoek en geaarzel, lijkt ze te denken, en daar gaat ze. Ze versnelt, zodat er spanning op de lijn komt. Ze loopt met haar achterlijf naast mijn linkerbeen, zoals ze ook in tuig doet. Voordat ik een bewuste keuze kan maken, reageert mijn lijf al. Ik volg.

 

Net als mijn vorige honden weet Esmee heel goed het verschil tussen werk en vrije tijd. Nooit eerder had ze ook maar de neiging me aan de riem te gaan geleiden. Ik zou dat ook nooit van haar vragen. Ook nu niet. Ik geef geen commando’s. Maar haar verbieden wat ze zelf aanbiedt, doe ik ook niet. En ik weet best dat meelopen al een beloning op zich is. Zou ze er ineens mee stoppen of iets niet aangeven wat ze in tuig wel moet, even goede vrienden. Ik gebruik mijn taststok actief om de weg voor me af te tasten en mezelf te behoeden voor botsingen of struikelpartijen. Maar alleen al door de spanning op dat lijntje voelen wat rechtdoor is, scheelt me zo veel energie en geeft vertrouwen.

 

Autodidact

Zo’n dunne, flexibele riem is niet gemaakt om allerlei subtiele informatie door te geven. Een geleidetuig zit niet voor niets om de hond heen. De informatie over hoe en waar ze loopt, komt vervolgens via de stevige beugel luid en duidelijk via mijn hand bij mij. Maar Esmee ontpopt zich deze tien dagen tot autodidact ongevraagd-aan-de-riem-leiden. Ze ontdekt dat de riem slap gaat hangen als ze remt en dat ik dat voel. En als ze er helemaal zeker van wil zijn dat ik stop, port ze ferm met haar neus in mijn bovenbeen. Zo waarschuwt ze me ook nu voor heel scheve stoeptegels en smalle stoepen. Op een gegeven moment blijft ze naast me staan en wil ze niet verder. Misschien trekt iets aan de overkant van de weg haar aandacht? Voor de zekerheid loop ik behoedzaam door. Ik tref een auto die op de stoep staat, waardoor wij er niet langs kunnen. Als ik afwijk om de straat op te gaan, loopt Esmee vlug voor me uit om me aan te wijzen waar we de stoep weer op kunnen.

 

Dunne scheidslijn

Tien dagen niet spelen is ingewikkeld. Zeker nu ze haar mentale energie ook niet kwijt kan in haar werk. Al op de eerste volle dag waarop ik haar alleen aan de riem uitlaat, geeft ze een flinke ruk als we een soortgenoot tegenkomen. Wauw, dat is lang geleden. Tien dagen, dat wordt nog wat. Soms piept of blaft ze als teken dat al die honden passeren toch echt wel lastig is. En voor het eerst sinds ik haar heb, staat ze als ik bij de tandarts in de stoel lig op en snuffelt ze heel rustig wat door de ruimte. Soms komt ze in huis een speeltje brengen, in de hoop dat ze daarmee wat energie mag lozen. Dat is het. Nou nou Esmee, wat een protest. Het lijkt soms nog steeds zo’n onbezonnen hondje, maar als puntje bij paaltje komt, wat is ze dan ontzettend braaf.

 

Freaser heeft me ooit voor een uitstekende stang van een vrachtwagen behoed toen hij al met pensioen was, wat me een pijnlijk hoofd bespaarde. Als ik hem of Wilka gedurende hun werkjaren aan de riem uitliet, liepen ze op stoepen vaak netjes over de tegels, zodat ik mijn gevoel van rechtdoor kon bijstellen. Nooit eerder had ik een hond die zo actief aan de riem ging werken. En zeker niet zo snel. Na nog geen paar minuten over stoepen lopen aan de riem leek Esmee te denken: als jij zo stom bent me dat tuig niet om te doen, dan doen we het wel anders. Ik schreef eerder al dat bij Esmee de scheidslijn tussen serieus werk en afleiding misschien wel het dunst is. Misschien werkt dat voor haar ook andersom en schiet ze daarom in een niet-werksetting zo makkelijk in werkmodus. Ondanks haar altijd vrolijke, haast nonchalante voorkomen werkt Esmee fantastisch. Dat is me inmiddels wel duidelijk. Steeds meer leer ik dat er heel verschillende vormen zijn van plichtsbesef. Maar vooral vraag ik me één ding af: wie zorgt er nou eigenlijk voor wie?

1 opmerking:

  1. Kippenvel Doreen.....wat een bijzonder verhaal weer, prachtig die 2-eenheid en het 'zorgen voor elkaar'! Doet me ook denken aan het thema van de Passie gisteren in Vorden: 'Niemand kan het alleen'!

    BeantwoordenVerwijderen