Opgewekt
loop ik de deur uit. Aan het eind van de straat blijf ik even staan en bedenk
aan welke kant van de weg ik het best kan gaan lopen om de meeste zonnestralen
te vangen. Tevreden merk ik even later op dat die missie aardig slaagt. Af en
toe richt ik mijn gezicht naar boven voor wat bonuspunten. Vogelgezang
begeleidt me op mijn weg. Opgewekte kreten en gelach van voornamelijk fietsers
bevestigen het nog maar eens: het is een heerlijke dag.
Mijn stok
maakt een zacht tikkend geluid op de stoeptegels. Het doorbreekt de geluiden
van de lenteachtige dag en laat mijn glimlach soms veranderen in een
geconcentreerde frons. Aandachtig luister ik naar voetstappen – die van
passanten en die van mezelf. Ik probeer te peilen hoe ver ik van de weg en de
struiken naast me loop. Af en toe laat ik mijn stok mijn vermoedens bevestigen.
Ik zigzag om palen en onhandig geparkeerde auto’s heen. Vaak zet ik die
manoeuvres al in voordat mijn stok met een harde tik kenbaar kan maken dat ik
uit moet wijken. Ik maak er een sport van. En net zoals bij elke sport baart
oefening kunst.
Maar die
topprestatie blijft concentratie vergen. Vraag het elke willekeurige
topsporter. Gelukkig kan je tijdens routinehandelingen die aandacht af en toe
even laten verslappen. De muzikale vogels en de warme zon weten dan ook steeds
weer tot me door te dringen. Ze leiden niet af, maar wachten geduldig tot ik
tijd heb hen op te merken. En ze weten elke keer de glimlach weer tevoorschijn
te toveren.
Een paar
weken geleden was dit plaatje wel anders. Mijn eerste tocht met taststok was
geen wedstrijd. Daar was ik absoluut nog niet aan toe. Ik legde proeven van
bekwaamheid af, die ik maar met de hakken over de sloot haalde. En net zoals
elke topsporter stemt dat mij niet tevreden. Ik had knusse onderonsjes met
struiken, lantaarnpalen streden om een omarming en de stoep verloor me af en
toe onbedoeld aan de straatstenen.
Maar ondanks
de stijgende lijn ben ik ongeduldig. Ik kan niet wachten op een mooie lentedag
die niet wordt verstoord door getik van een stok. Ik droom van de dag dat
vogelgezang wordt begeleid door ritmische hondenvoetjes. Dan ben ik klaar met
wedstrijden lopen. Als ik wel zou blijven deelnemen, zou er namelijk sprake
zijn van oneerlijke concurrentie. Daar houd ik niet van, ik blijf graag
sportief. Wanneer die dag komt, zal ik mijn doelen moeten bijstellen, op zoek
naar nieuwe uitdagingen. Voor nu is elke wandeling een wedstrijd. Dus laat die
hond maar komen, want mijn medaillekast raakt overvol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten