Vroeger was
alles beter. Toch? Ik vraag het me af. Van der Laan en Woe ook. In hun
voorstelling Pesetas stellen de twee
cabaretiers dat als je terugkijkt, je steeds hetzelfde ziet.
Ik herken allerlei
elementen uit hun
vorige voorstelling die ik bezocht. Bouwstenen die niks verraden over waar
de avond naartoe gaat. Losse, vermakelijke sketches die later creatief en
vernuftig gelinkt worden. Nieuw gitaarspel dat ineens vertrouwd klinkt. En de rode
draad: iets ogenschijnlijk kleins en nietszeggends. In Alles eromheen was het een kop koffie. Nu is een wel heel bekend
melodietje de oorzaak van alle (on)gein.
Terugkijken
mag, terug willen is gevaarlijk. Die boodschap ligt er hier en daar wel erg dik
bovenop. Het thema sluit goed aan bij eerder werk, zoals dit
liedje uit de Kwis. In tegenstelling tot dat tv-programma en hun vorige theatervoorstelling
dit keer geen scherpe satire die aanzet tot nieuwe inzichten of tegen allerlei aanstellerig
gedrag aan schopt. Saai of prekerig is het echter totaal niet.
Ik lach om
flauwe woordgrappen en slim taalgebruik. Een liedje dat ineens heel iets anders
blijkt te zeggen, bijvoorbeeld. De diversiteit aan personages, waartussen de
mannen soepel en abrupt schakelen, en de variatie in vorm maken dat ik niet
weet wat er komen gaat. Van Spanje naar Finland, van negentiende eeuw tot nu,
van gitarist met dromen tot ‘jaren vijftig-bril’ om grof taalgebruik te ontvluchten,
ze gaan alle kanten op. Om uiteindelijk van al die puzzelstukjes een geheel te
kleien. Er is minder directe interactie met de zaal, maar het publiek wordt
niet vergeten. Kortom, Van der Laan en Woe houden mijn aandacht met gemak vast.
Zingen en
musiceren is de heren ook wel toevertrouwd. Dit maal combineren ze dat met
techniek: door vier schermen vormen ze met extra Van der Laans en Woes een band
en zelfs een volledige musicalcast. Hoewel ik me met liefde laat meevoeren door
een mooie musical, heb ik er absoluut geen problemen mee smakelijk te lachen om
de conventies die je als musicalbezoeker voor lief neemt. Zoals iemand die luid
zingend zijn ziel en zaligheid blootgeeft en toch door niemand op het podium
wordt gehoord. Gelukkig zijn de gefilmde versies van henzelf slechts een
aanvulling en blijft hun live-talent goed hoorbaar. Het is een aanvulling waardoor
ze situaties en muzieksoorten kunnen spelen die anders niet hadden gewerkt.
Eentje die extra zichtbaar maakt hoe zorgvuldig de voorstelling is opgebouwd
en, ook al maken ze grappen over dit compliment, hoe goed hij in hun hoofd zit.
Voor een
voorstelling over terugkijken, biedt het blinde personage Francisco Tárrega een
uitstekende inspiratiebron. Deze Spaanse componist leefde in de tijd dat de
peseta werd ingevoerd. Een munt die nu nostalgische gevoelens oproept. Destijds
was het echter een ingrijpende verandering die, zoals zo vaak, leidde tot verzet.
Met Tárrega bewijzen Van der Laan en Woe, net als in deze
scène uit een eerdere voorstelling, dat ze blindenhumor uitstekend
beheersen. Ja, sommige woordgrappen zijn best cliché, maar dat doet geen enkele
afbreuk aan hun uitwerking. En zinnen als “We zien niet, we zien wel”, blijven
gewoonweg heerlijk.
Een kritische
noot en de uitdaging net even anders naar dingen te kijken. Dat verwachtte ik
van deze avond. Ik kreeg wat anders, maar geeft dat? Ik grinnik om een wel erg
flauwe woordgrap, die duidelijk niks toevoegt aan het verhaal en die de mannen,
zo zeggen ze er meteen achteraan, zelf gewoon leuk vinden. En uiteindelijk is dát
waarom ik steeds weer een plekje zoek in de theaterzaal. Gewoon omdat het leuk
is. Als ik kon, kocht ik vast een kaartje voor hun volgende voorstelling. Naar
weer zo’n avond vol verrassingen en ontspannen gelach kijk ik nu al uit.
Geslaagde analyse! Je hebt duidelijk een leuke avond gehad zoals je al vertelde :-D Ik ga straks het linkje naar liedje uit de Kwis nog even aanklikken.
BeantwoordenVerwijderen