Van mijn eerste geleidehond Freaser was ik dit
soort stakingen gewend. Een paar keer achter elkaar dezelfde route en meneer
vond het saai. Hij wist precies hoe hij het bloed onder mijn nagels vandaan
moest halen. Door de jaren heen leerde ik steeds beter hoe ik met zijn gedrag
om moest gaan en zag ik naast de frustratie ook de uitdaging. Wilka neemt haar
werk in dit opzicht veel serieuzer. Misschien heeft ze me daarmee verwend. Terwijl
zij mokt en slentert, spuit de stoom uit mijn oren.
Ik praat enthousiast tegen haar, laat blijken dat
ik chagrijnig ben en dit niet wil, negeer haar. De week verstrijkt, haar getreuzel
blijft. Na een uitbrander van mij schiet ze ineens naar voren, met even weinig
concentratie. Mijn knie schampt een paaltje en ik ben een blauwe plek rijker.
Zo kan het niet langer. Tijd voor actie. Stap 1: afkoelen.
Dat weekend mopper ik mijn frustraties van me af.
Zodoende ontdek ik dat anderen met geleidehond dit fenomeen herkennen. Na een
week of zes met een nieuwe routine dringt echt tot de hond door dat deze
blijkbaar blijft, wordt mij verteld. En Wilka was wat dat betreft de afgelopen
jaren verwend: interview hier, gezellig dagje daar, werkdag weer ergens anders.
Hoe nieuwer en drukker de omgeving, hoe beter zij werkte. Momenteel ben ik niet
de enige die ineens een veel stabieler werkritme ontwikkelt. En dat vindt mijn
kleuter duidelijk geen goed idee. Ze protesteert volgens het boekje, netjes na
zes weken. Wilka lijdt aan de seven-week itch.
Als ik wil dat haar gedrag verandert, moet ik
beginnen bij mezelf. Nadat de stoomwolken zijn opgetrokken, is Freasers wijze
les me weer helder, net als mijn gemoed. Op maandagochtend heb ik mijn
strategie klaar: haar gedrag gaat mij niet beïnvloeden. Ik weet immers maar al
te goed hoe sterk ze daarop reageert. Onze wederzijdse gevoeligheid moet weer de
andere kant op werken. Wilka heeft mijn volledige aandacht en geduld. Al lopen
we er twee keer zo lang over, we gaan haar focus terugbrengen.
En dat lukt. Wanneer ik zeker weet dat haar
slakkengang echt niet nodig is om me te beschermen, krijgt ze dat kort en
duidelijk, maar zonder negatieve emotie, te horen. De boodschap komt aan. Ze
versnelt en ik volg, haar vertellend hoe ontzettend knap ze is. Elke keer dat
ze terugvalt, herhaal ik mijn acties. Als ze doorloopt, praat ik geregeld
enthousiast tegen haar, een glimlach om mijn lippen. Wat is het toch heerlijk zo
bewust met haar samen te werken.
Dan besef ik dat zij niet de enige was die er ongeïnteresseerd
bij liep. Ik kon de weg inmiddels dromen en mijn gedachten dwaalden alle kanten
op. Geen wonder dat Wilka geen haast had; de route had voor haar net zo min verrassingen.
En waarom zou je harder lopen als je zo’n stuk versuft mens aan je beugel meevoert?
Ik weet het weer: als ik vlot over straat wil, vereist dat een actieve houding.
Alert zijn, reageren op iedere beweging, aansturen, vertrouwen. Pas dan
ontstaat een soepele eenheid. Wanneer dat gebeurt, voel ik geregeld eerst wat
mijn lichaam doet – opzij stappen, ineens stilstaan – voordat ik bewust opmerk
wat Wilka me vertelt. Op die manier wordt de saaiste route leuk.
Nu ik er weer volledig bij ben, is Wilka dat ook.
Terwijl ik haar de hemel in prijs omdat ze door een rechte, obstakelvrije gang
loopt, realiseer ik me dat ik er lol in heb. Hoezo saaie gang? Onze interactie
is elke keer anders. En wat moet ze eigenlijk veel doen! Deuren zoeken,
opstapjes en hellingen aangeven, obstakels vermijden. Dat is niet niks, al doet
ze het tig keer per dag. Haar hervonden concentratie gaat via de beugel op mij
over. Ik voel hoe ze ruim van tevoren soepele bochten inzet om het meest ideale
pad te kiezen. Hoe ze met haar neus recht naar voren langs tegenliggers snelt,
in plaats van alle tijd te hebben deze afleiding aan te grijpen en hen eens goed
te besnuffelen.
Natuurlijk, haar staakgedrag is niet volledig over.
Het is aan mij de puntjes op de i te blijven zetten en te zorgen dat ze lol
houdt in haar werk. Moe van een werkdag of lopend in een stortbui zal ik daar
echt niet altijd zin in hebben. Maar wat is het een dankbare taak.
Eerst mijn frustratie en lichte teleurstelling van
me afschudden, dan overgaan tot actie. Misschien komt het door mijn vakgebied,
maar wat is het fascinerend te zien hoeveel effect mijn eigen gedrag en houding
hebben op een ander en diens werk. Een hond is een kristalheldere spiegel: wat
ik uitzend, krijg ik genadeloos terug. Je zou denken dat Freaser mij die les
goed had geleerd. Wilka vond duidelijk dat ik toe was aan een opfriscursus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten