maandag 31 oktober 2022

Kruimeltje en het Schotse avontuur

Esmee zit in cairn en kijkt statig omhoog

In augustus reisden mijn vriend en ik naar Schotland. En natuurlijk reisde Esmee met ons mee. We beleefden ruim twee weken vol prachtige natuur, vriendelijke mensen, lekker eten, muziek en stilte. En voor en met Esmee veel eerste keren. Een paar verhalen.


 

Het graf in

Esmee leidt me over een smal vlonderpad. Dat het maar net past, deert haar niet. Sterker nog, ze vindt het zo lollig dat ik haar moet afremmen. Dat ze er niet naast mag stappen vindt ze ook maar onzin, maar al snel neemt ze het van me aan. Gelukkig maar, want wat zij niet weet is dat die vlonders ons beschermen tegen de zompige veengrond. Het pad komt uit bij een cairn, een stenen heuvel met grafkamers. De oorspronkelijke was millennia oud, deze is nagebouwd. We lopen eromheen, zodat ik een indruk krijg van vorm en grootte, en gaan dan de uitdaging aan om door de smalle openingen naar de grafkamers te kruipen. Mijn vriend wacht met Esmee als ik op de tast mijn weg vind. Als vanzelfsprekend glijdt één hand langs het onregelmatige dak van de tunnel om te voorkomen dat ik mijn hoofd stoot en te voelen hoe diep ik door de knieën moet. Diep. Daardoor ben ik ook degene die ontdekt dat het dak wordt versterkt door ijzeren staven. Boeiend, met alle kennis van nu is niet bekend hoe de mensen zo ontzettend lang geleden deze monumenten bouwden zonder die hulp. Op mijn roep huppelt Esmee vrolijk de kleine ruimte in. Ze lijkt niet te snappen wat wij hier nou zo fascinerend aan vinden en wacht ongeduldig tot het haar beurt is weer te vertrekken.

Close-up van Esmees kop met daarachter loch en heuvels

Achtervolgd

Esmee heeft hoge nood. Ik schiet haastig wat kleren aan en slaapwandel met haar de heuvel achter onze cottage op. Wat een luxe: hekje door en een grassige helling op. De heuvel is eigendom van onze verhuurders, die er paarden en schapen van anderen laten grazen. Aangezien Esmee die totaal niet interessant vindt en de dieren vaak ver weg lopen, kan ze er los. Op wat platgereden gras na, is er geen pad. Voorzichtig zoek ik met stok en voeten mijn weg, terwijl Esmee in een noodgang de heuvel op rent om bovenaan haar behoefte te doen. Ik hoor een paard briesen in de verte. Die is straks wel weg. Ik houd het geluid van kabbelend water op rechts en even later vind ik een grote modderpoel. De vorige keer ben ik daar omgedraaid om te testen of ik het hek wel terug kan vinden in zo’n landschap. Nu volg ik de rand van de modder en ontdek ik aan de andere kant opgetogen weer platter gras om verder omhoog te volgen. Het is vroeg, maar de wind, rust, frisse geur en vogels houden me buiten. Ik hoor geritsel. Ik kijk op. Een grote witte vlek, vlak voor me. En die beweegt mijn kant op. Oh nee hè, dat paard is helemaal niet weg. En ik weet niks van paarden. Soms vind ik ze best lief, als ik er een sta te aaien, veilig met een hek tussen ons in. Maar altijd ben ik onder de indruk van hoe groot zo’n dier is. En nu is er niets tussen ons, en ben ik indringer in haar land. Wordt zo’n paard dan agressief? Misschien schrikt ze van Esmee, die grote dieren best spannend vindt, en krijg ik een trap. Ik haal adem, doe alsof ik rustig ben, draai om en loop terug. Stap, stap, stap klinkt het zacht achter me. Vlak achter me. Rustig maar, ik ga al. Ik blijf doorlopen. Stap, stap, stap. Zou ze gedag willen zeggen? Ik durf het er niet op te wagen. Één duw en ik rol van die heuvel. Ergens dartelt ook nog mijn beweeglijke hondje. Hopelijk is ze zo verstandig afstand te houden. Ergens weet ik wel dat deze hele situatie hilarisch is. Maar tast is mijn enige optie om de lichaamstaal van het dier te ontdekken, en dat zachte maar o zo constante geluid vertelt me ook niks. Behalve de afstand: veel te dichtbij. Gelukkig, de modderplas. Dan sta ik op hoog gras. Waar is dat paadje? Ben ik te ver om de plas heen gelopen, of juist nog niet? Ik hoor het water stromen, maar ook een paar stappen verder geen aangedrukt gras onder mijn voeten. Stap, stap, stap. Ik wil hier weg. Maar overhaast naar beneden lopen betekent dat ik me vastloop tegen het hek, zonder te weten of de doorgang naar links of rechts is. Zou Esmee…? Ik roep haar en ze komt meteen. Ik klik de riem aan haar halsband. Haar hier laten werken lijkt me niet handig, maar alleen al de riem in mijn handen geeft houvast. En Esmee, die dat paard ook maar niks vindt en vast dondersgoed aanvoelt dat ik weg wil, begint te trekken. Ik volg. Een paar stappen later voel ik het paadje. Wat een heldin. Ze trekt me vlot naar beneden en dit keer hoef ik de ketting van het hek niet te zoeken, ze duwt er al met haar neus tegenaan. Als ik met de ketting sta te prutsen, zie ik even voor me hoe Esmee en ik de cottage in glippen. En hoe voor de deur dan dat grote witte paard in de tuin staat. Esmee schiet door het hek zodra het kan en ik volg. Voor de buik van het paard duw ik het hek zacht dicht. Oef, gelukt. Hoe kwetsbaar dat hek ook voelt, nu durf ik wel. Ik steek mijn hand uit en jawel, het dier wil gewoon een knuffel. Lachend maak ik kennis, laat haar aan mijn hand ruiken, aai de grote neus. Ik durf zelfs over het hek heen te hangen om toch gauw de ketting weer vast te maken. Het dier buigt haar grote kop over het hek en ruikt zacht en beheerst aan Esmee. Die dat totaal niet op prijs stelt en geïntimideerd naar achteren deinst. Even later lopen we de cottage binnen. Ik klaarwakker, met een verhaal, en belachelijk trots op die kleine kruimel die er gewoon voor me is als het er echt op aankomt.

Esmee staat op stenen trede op heuvel, heide en grijze lucht

Berghond

Esmee heeft de tijd van haar leven. Ze loopt veel los en ontdekt het ruige winderige landschap van Noordoost-Schotland en de beboste heuvels van Highland Perthshire. En ze werkt veel, altijd kwispelend. Op de boot weet ze al snel de weg. Hoe erg al die gangetjes ook op elkaar lijken en ik steeds twijfel welke kant nou de voorkant van de boot is, zij loopt trefzeker vanaf het dek naar de lift, en verdiepingen lager zigzagt ze me naar een andere lift om uiteindelijk naar de hut te gaan. Ze werkt in Schotse dorpjes tussen vele toeristen en inwoners, en op een gegeven moment besluit ik uit te proberen of ze ook in de heuvels zo’n goede geleidehond kan worden. Al snel ligt ons pad vol stenen, boomwortels en gootjes voor de regen waar ze simpelweg niet omheen kan. Ze weigert. Logisch, dat moest ze tot nu toe altijd. Ik beloon, moedig aan. Ik vraag, meer niet. Want wat ik vraag is al onbegrijpelijk genoeg. Ik vraag haar in te gaan tegen veel geleerde lessen, en een nieuwe regel te aanvaarden die ik alleen door te doen kan duidelijk maken: zolang je het maar aangeeft, mag bijna alles. Ze aanvaardt mijn aanmoediging als toestemming en zet door. Ik merk hoe ze uitprobeert. Schiet mijn voet weg? Dan houdt ze bij een volgend soortgelijk obstakel even tempo in. Ze wordt steeds zekerder. Bang dat ze nu ook op straat denkt dat ze me over zulke dingen mag leiden, ben ik totaal niet. Ik houd haar goed in de gaten, wil niet te veel van haar vragen. Maar hoewel ook zij heel subtiel kan zijn in haar signalen, is deze grens kristalhelder: ze ziet nog veel meer hoge stenen op het pad, weigert, draait met een ruk 180 graden om. Duidelijk. Tuig af, belletje om, en lekker los de heuvels in. Mijn vriend mag het overnemen op een pad waarbij hij uiteindelijk elke stap moet beschrijven om me veilig boven te krijgen.

Esmee zit op heuvel met dal op achtergrond

Geheugensteun

Klimmen en klauteren is leuk, maar aan het eind van onze vakantie wil ik graag nog even een flink stuk lekker doorlopen. Dus zoeken we een route met makkelijke paden. Door het bos, langs weilanden en een waterval. Esmee leidt me een stuk. Tof hoe kordaat ze al in de remmen gaat voor regengootjes. Wat leert ze toch snel. Ook het laatste stuk mag ze weer werken. Ik zeg mag, want hoe vrolijk ze ook rondhuppelt, ze is altijd net zo blij als haar tuig weer om mag. Inmiddels zijn we uren en zo’n 18 kilometer verder. Maar wanneer we de weg kruisen die we van de auto het bos in liepen, slaat ze zonder enige twijfel linksaf. Richting bos. Ja daag Esmee, we gaan niet nog een keer. Oké, lijkt ze te denken, dan weet ik wat wél de bedoeling is. Ik vraag mijn vriend ons te laten lopen en pas in te grijpen als we verkeerd gaan. Hoewel ik het inmiddels een beetje verwacht, ben ik toch onder de indruk als ze me zeer doelbewust meeneemt diverse straatjes door en me parkeert bij de auto. We kwamen van de andere kant, waren uren onderweg en ik liet aan niets blijken dat we weer op hetzelfde terrein waren – ik wíst het niet eens. Maar Esmee mag dan op vakantie zijn en in een vreemd land, dat geheugen reist altijd mee.

Esmee zit op grote steen bij zee

Hond in de herrie

Een reis naar Schotland is niet compleet zonder een doedelzak te hebben gehoord. En wat blijkt: in het dorpje vlakbij is een ‘highland night’. Lekker toeristisch, maar wat maakt dat uit? De avond vol muziek en dans is op een grasveld. Je parkeert je auto bij de andere, en de muzikanten lopen daartussendoor. Ideaal, dan kan Esmee onder het dashboardkastje liggen, redelijk beschut tegen het lawaai. Maar Schotland zou Schotland niet zijn als het niet had geregend, en het veld blijkt te slecht. We worden doorverwezen naar de town hall. Bij binnenkomst vraag ik hoe hard het zal zijn. Hard, is het antwoord. We kiezen een plek aan het gangpad, zodat we weg kunnen als Esmee het niet trekt. Bijna achterin, zodat ze achter zo veel mogelijk benen ligt. Hopelijk houden die wat geluidsgolven tegen. In het theater heb ik weleens gebukt om te horen wat zij hoorde – maar dan met mijn veel slechtere oren – en merkte ik hoeveel zachter het geluid was achter al die stoelen en onder de mijne. Maar doedelzakken horen buiten, niet in zo’n kleine ruimte. Arme hond. De instrumenten schallen de zaal in, de noten ketsen tegen de muren en dringen nog scheller mijn oren in. En Esmee? Die rolt zich op tussen mijn benen en slaapt. Alleen wanneer mensen met hun voeten het ritme meetikken op de houten vloer, komt ze even kijken of alles in orde is. Daarna ploft ze weer neer en komt tot rust na alle indrukken van die dag. Tot rust met haar kop strak tegen mijn been, zodat ze het voelt als ik er ook maar over zou denken om weg te gaan. Tot rust in de herrie van de Schotse pipes and drums. Tekenend voor hoe soepel Kruimeltje meegaat in al onze plannen. Hoe gek die ook zijn.

2 opmerkingen:

  1. Prachtige verhalen en hoe knap Esmee is 💖

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een mooi verhaal. Ik voelde me ook even in Schotland

    BeantwoordenVerwijderen