dinsdag 23 april 2019

Middagje naar vroeger

Het Kijk en Luistermuseum in Bennekom stond al een tijdje op ons lijstje om te bezoeken. Dus wanneer we er praktisch langskomen, besluiten mijn vriend en ik er binnen te gaan. We worden vriendelijk welkom geheten door de dame achter de balie en krijgen informatie over de tijden van de rondleiding. We zijn nauwelijks doorgelopen of ze komt ons achterna om te melden dat ik alles aan mag raken. Daar maken we uiteraard gretig gebruik van.
 
Mijn handen glijden langs de oude kasten van een garen- en bandwinkeltje uit 1868. De laatjes liggen nog vol met garen, vingerhoedjes, speldjes. Al snel meldt de vriendelijke dame zich opnieuw. Dat we het vooral moeten zeggen als we vragen hebben. Ik weet zo weinig van handwerken, ik zou niet weten wat ik moet vragen. Maar, suggereert mijn vriend, misschien kan zij ons iets vertellen?
 
Nou, dat kan ze. Enthousiast geeft ze me meerdere mutsen in handen en legt ze uit wat ik voel. Dunne gebreide muts, luxe opgestijfde muts voor naar de markt. En waarom hadden ze eigenlijk een slaapmuts? We raden, hebben het mis. “Mensen wasten minder vaak hun haren. Een muts wassen is makkelijker dan het beddengoed.” Klinkt best logisch.
 
Andere lades gaan open en we worden meegenomen op een tijdreisje ondergoed. Van geen ondergoed (best handig als je zes rokken droeg), naar broeken zonder achterkant en met klep. Als ik mijn handen over een mannenbroek laat gaan, vraagt ze ons waarom deze een touwtje onder aan de pijpen heeft. Om de pijpen op te stropen? Weer fout. Het was om te voorkomen dat muizen het aanlokkelijke donker in schoten.
 
We bekijken het oude lokaal van een ‘klompenschooltje’ uit 1920 met leesplankje, landkaarten (inclusief ‘oude’ geur) en leraar achter zijn lessenaar. Ernaast heeft een meisje zich vrolijk gehuld in passende kledij uit een verkleedkist. Vlug lopen we langs de oude boerendeel, maar dan is het tijd voor waar we eigenlijk voor kwamen: de muziekinstrumenten.
 
Samen met een buslading ouderen nemen we plaats in een ruimte vol mechanische muziekinstrumenten. Ik grinnik om de opmerkingen achter me. Ze moeten nu toch wel beginnen, anders is het half vijf geweest voor we klaar zijn. Ach, denk ik, de bus rijdt niet zonder jullie weg hoor, en een diner wacht wel even. Ook belangrijk: de deur moet dicht, vanwege de tocht. Het gehoest dat volgt doet me even vrezen dat de longen in kwestie zo meteen aan de buitenkant bungelen. Als de uitleg begint, blijven hier en daar opmerkingen komen. Herkenning van een melodie, woorden van bewondering en begrip, een lachende vraag: of ze de muziekmakende po niet mag lenen voor een nog niet zindelijke kleindochter. En na sommige liedjes klinkt zelfs applaus. Moet leuk zijn, spreken voor publiek dat zo meegaat in je verhaal.
 
De man vertelt dan ook boeiend. Hij neemt ons mee langs de ontwikkeling van de mechanische instrumenten. Van de kleine speeldoosjes en meubels voor de rijken, tot de commerciƫle voorloper van de jukebox. Ook kinderen ontkwamen niet aan het verlangen naar geld van de makers: de muzikale kabouter in de speeltuin nam met een cent geen genoegen en schudde dan enkel zijn hoofd. De man toont ons dat de techniek veranderde, van een rol met pinnetjes naar uiteindelijk de voorloper van de grammofoonplaat en gebruik van lucht. Van een melodietje met een toon tegelijk, tot het geluid van meerdere instrumenten in harmonie. Ook praktische toepassingen worden getoond. Eerdergenoemde po, die als je hem leeggooit als beloning begint te spelen. En wat dacht je van het wachtmuziekje? Leg de hoorn van de telefoon erop en de beller wordt vermaakt terwijl de ander nog even druk is. Als uitsmijter klinkt de vrolijke, veel hardere muziek uit het draaiorgel.
 
Na afloop vraagt de man me of ik het basismechaniek wil voelen. Uiteraard. Hij leidt mijn vingers over de toonkam, waarvan de korte en langere tanden elk een andere noot geven. De rol ernaast zit propvol minuscule pinnetjes. Als deze ronddraait, komen de pinnetjes tegen de tanden van de toonkam en klinkt de melodie. Wat een priegelwerk om al die pinnetjes in de rol te krijgen. Hoe lieflijk en zuiver de noten ook zijn, er is geen muzikant die er zijn ziel en zaligheid in kan leggen. Toch heb ik respect voor de bouwers. Wat een prestatie, een melodie vertalen naar grote aantallen precies op de juiste plek geplaatste pinnetjes. Millimeterwerk, bevestigt onze gids. Wauw.
 
Als we na een paar uur het pand verlaten, zijn we heel wat feitjes en een leuke middag rijker. Dankzij een hoop oud spul en twee mensen vol verhalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten