Het Kijk en Luistermuseum in Bennekom
stond al een tijdje op ons lijstje om te bezoeken. Dus wanneer we er praktisch
langskomen, besluiten mijn vriend en ik er binnen te gaan. We worden
vriendelijk welkom geheten door de dame achter de balie en krijgen informatie
over de tijden van de rondleiding. We zijn nauwelijks doorgelopen of ze komt ons
achterna om te melden dat ik alles aan mag raken. Daar maken we uiteraard
gretig gebruik van.
Mijn handen
glijden langs de oude kasten van een garen- en bandwinkeltje uit 1868. De
laatjes liggen nog vol met garen, vingerhoedjes, speldjes. Al snel meldt de
vriendelijke dame zich opnieuw. Dat we het vooral moeten zeggen als we vragen
hebben. Ik weet zo weinig van handwerken, ik zou niet weten wat ik moet vragen.
Maar, suggereert mijn vriend, misschien kan zij ons iets vertellen?
Nou, dat kan
ze. Enthousiast geeft ze me meerdere mutsen in handen en legt ze uit wat ik voel.
Dunne gebreide muts, luxe opgestijfde muts voor naar de markt. En waarom hadden
ze eigenlijk een slaapmuts? We raden, hebben het mis. “Mensen wasten minder
vaak hun haren. Een muts wassen is makkelijker dan het beddengoed.” Klinkt best
logisch.
Andere lades
gaan open en we worden meegenomen op een tijdreisje ondergoed. Van geen
ondergoed (best handig als je zes rokken droeg), naar broeken zonder achterkant
en met klep. Als ik mijn handen over een mannenbroek laat gaan, vraagt ze ons
waarom deze een touwtje onder aan de pijpen heeft. Om de pijpen op te stropen?
Weer fout. Het was om te voorkomen dat muizen het aanlokkelijke donker in
schoten.
We bekijken
het oude lokaal van een ‘klompenschooltje’ uit 1920 met leesplankje,
landkaarten (inclusief ‘oude’ geur) en leraar achter zijn lessenaar. Ernaast
heeft een meisje zich vrolijk gehuld in passende kledij uit een verkleedkist.
Vlug lopen we langs de oude boerendeel, maar dan is het tijd voor waar we
eigenlijk voor kwamen: de muziekinstrumenten.
Samen met
een buslading ouderen nemen we plaats in een ruimte vol mechanische
muziekinstrumenten. Ik grinnik om de opmerkingen achter me. Ze moeten nu toch
wel beginnen, anders is het half vijf geweest voor we klaar zijn. Ach, denk ik,
de bus rijdt niet zonder jullie weg hoor, en een diner wacht wel even. Ook
belangrijk: de deur moet dicht, vanwege de tocht. Het gehoest dat volgt doet me
even vrezen dat de longen in kwestie zo meteen aan de buitenkant bungelen. Als
de uitleg begint, blijven hier en daar opmerkingen komen. Herkenning van een
melodie, woorden van bewondering en begrip, een lachende vraag: of ze de muziekmakende
po niet mag lenen voor een nog niet zindelijke kleindochter. En na sommige
liedjes klinkt zelfs applaus. Moet leuk zijn, spreken voor publiek dat zo meegaat
in je verhaal.
De man vertelt
dan ook boeiend. Hij neemt ons mee langs de ontwikkeling van de mechanische
instrumenten. Van de kleine speeldoosjes en meubels voor de rijken, tot de
commerciƫle voorloper van de jukebox. Ook kinderen ontkwamen niet aan het
verlangen naar geld van de makers: de muzikale kabouter in de speeltuin nam met
een cent geen genoegen en schudde dan enkel zijn hoofd. De man toont ons dat de
techniek veranderde, van een rol met pinnetjes naar uiteindelijk de voorloper
van de grammofoonplaat en gebruik van lucht. Van een melodietje met een toon
tegelijk, tot het geluid van meerdere instrumenten in harmonie. Ook praktische
toepassingen worden getoond. Eerdergenoemde po, die als je hem leeggooit als
beloning begint te spelen. En wat dacht je van het wachtmuziekje? Leg de hoorn
van de telefoon erop en de beller wordt vermaakt terwijl de ander nog even druk
is. Als uitsmijter klinkt de vrolijke, veel hardere muziek uit het draaiorgel.
Na afloop
vraagt de man me of ik het basismechaniek wil voelen. Uiteraard. Hij leidt mijn
vingers over de toonkam, waarvan de korte en langere tanden elk een andere noot
geven. De rol ernaast zit propvol minuscule pinnetjes. Als deze ronddraait,
komen de pinnetjes tegen de tanden van de toonkam en klinkt de melodie. Wat een
priegelwerk om al die pinnetjes in de rol te krijgen. Hoe lieflijk en zuiver de
noten ook zijn, er is geen muzikant die er zijn ziel en zaligheid in kan
leggen. Toch heb ik respect voor de bouwers. Wat een prestatie, een melodie
vertalen naar grote aantallen precies op de juiste plek geplaatste pinnetjes.
Millimeterwerk, bevestigt onze gids. Wauw.
Als we na
een paar uur het pand verlaten, zijn we heel wat feitjes en een leuke middag
rijker. Dankzij een hoop oud spul en twee mensen vol verhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten