Zebrapad, verkeerslicht,
verkeerslicht, zebrapad. Met tussen de vier oversteken plek genoeg om te
wachten. Deze plek vlak bij Arnhem Centraal kan ik dromen. Zo’n zes keer per
week, al meer dan een jaar, steek ik er over. En geleidehond Wilka dus ook. Schoolvoorbeeld
van hoe routines werken.
Doorlopen
De laatste
tijd valt het me op dat Wilka bij het tweede verkeerslicht wel netjes tempo inhoudt
voor het schuine stoeprandje, maar de volgende rijbaan al oversteekt voor ik
het commando geef. Niet zo gek: ik weet dat ik de hele oversteek in een keer
kan halen, als we een beetje doorlopen. En dus wordt mijn “goedzo” vrijwel
direct gevolgd door een “over” om de tweede rijbaan over te steken. Iets wat
Wilka dag in, dag uit hoort en waaruit ze moeiteloos haar conlusies trekt.
Dit inzicht
zet me aan het denken. En jawel, al snel ontdek ik meer momenten waarop we niet
meer volgens het boekje werken. “Oh, vind je niet écht dat het moet? Dan doe ik
het lekker niet.” Soms maakt dit onze handelingen vloeiender en vlotter. Zo
hoeft ze bij een gelijkvloerse stoep niet te stoppen, als we van de straat de
stoep op lopen. Een opstapje geeft ze aan door stil te staan met haar voorpoten
op het randje. Nu is er geen stoeprand waarover ik kan struikelen. Doordat ze
even tempo inhoudt, weet ik genoeg: stoep bereikt. Waarom langzaam doen als het
sneller kan? Echter, als we de stoep af moeten, moet ze wel altijd stoppen,
gelijkvloers of niet. Verkeer kan ze niet inschatten en ik wil boven alles dat
we heelhuids aankomen op onze bestemming. Ik wil dus de regie over wanneer we de
weg op lopen.
Getreuzel
Maar stoppen
voor een gelijkvloerse stoeprand doet ze niet altijd meer even strak. Vaak remt
ze veel te vroeg, wat ik maar irritant vind. Geen getreuzel, graag. Ik denk
verder. Komt het door die routine-oversteek in Arnhem? Ze is zeker slim genoeg
om wat ik daar goed vind, te vertalen naar andere situaties. Zeker ben ik niet,
maar het doet er ook niet toe. Het kan beter. Tijd voor actie.
Nu het ’s
avonds weer licht is als ik naar huis reis, heb ik het geluk dat ik soms met
veel moeite het kleurverschil tussen stoep en straat zie. Ik kan haar dus mijn
volledige vertrouwen geven, en ingrijpen zodra ze te ver loopt. Goed plan. Maar
voor ik het kan uitvoeren, begint het spreekwoordelijke lampje te branden. Afgelopen
winter had ik die controle niet. Er zijn oversteekplaatsen genoeg waar ik de
overgang van stoep naar straat echt niet op tijd voel als ik vlot loop. En één
keer hoorde ik het verkeerslicht dat ze moest zoeken ineens schuin achter me. Conclusie,
ik stond al op straat en ik zag koplampen... Het was maar één pas, dus ik stond
zo weer veilig op de stoep, maar de schrik zat er goed in. Niet zo gek, gezien
mijn ervaringen
met oversteken en naderende auto’s. Voor Wilka was het een van de vele,
vele commando’s die ze op een dag krijgt. Dat ze er dan eentje niet perfect
opvolgt, is niet vreemd. Voor mij betekende het dat ik zelf te vroeg begon in
te houden als Wilka dat niet deed, bang om in volle vaart midden op straat te
belanden. Vanwege eerder getreuzel verwachtte ik gedrag dat ik liever niet heb,
en als ik dat niet kreeg, zorgde ik er zelf voor. Ook niet vreemd. Wel onhandig,
want zij zal door mijn onbedoelde bevestiging alleen maar vaker vroeg gaan
remmen.
Nieuw
inzicht, zelfde situatie. En dus ga ik aan de slag. Samen met Wilka loop ik
vlot op zo’n gelijkvloerse oversteek af en dwing mezelf haar bewegingen te
volgen. Ze voelt het verschil meteen en remt niet. Voor de nauwelijks voelbare
stoeprand blijft ze keurig staan. Ik had het kunnen weten. Net als een jaar
geleden, toen Wilka last had van de ‘seven-week
itch’, gaat mijn volledige aandacht uit naar mijn hond en wat we aan het
doen zijn. En net als vorig jaar zie ik meteen hoe gevoelig ze daarvoor is.
Koppie
Ook op mijn
werkvloer. Het gebeurt nog weleens dat ik Wilka snel haar tuig wil omdoen om op
tijd bij een vergadering te zijn. Zelf haar kop door het tuig steken doet ze
niet, maar ik heb haar wel zover dat ze haar kop in mijn handpalm legt. Ik doe
dan het tuig in een soepele beweging over haar kop, zodat ik haar neus niet
raak of een oor meetrek. Als ze niet op het commando reageert, maar ik wel weet
waar ze staat, zoek ik vaak snel haar kin op. Tuig om en hup, gauw naar mijn
afspraak. Nu doe ik het anders.
“Koppie.” Wilka
komt naar me toe, maar blijft een meter voor me staan, mijn opgehouden hand
negerend. Ik herhaal het commando; geen reactie. Ik hoor haar bijna denken. “Je
komt zo toch wel naar me toe.” Een berisping maakt dat ze dicht bij me komt
staan. Met haar kop náást mijn hand. Ik blijf doodstil staan. Een collega
grinnikt. Ik inwendig ook. Maar als ik nu toegeef, kan ik het voortaan schudden.
“Koppie.” Haar kop landt in mijn hand. Ik doe haar tuig om en beloon haar. “Oh,
ze is stout vandaag!” klinkt het lachend. Ik begrijp dat het er zo uitziet.
Maar nee, ze is niet stouter dan anders. Ik doe gewoon wat ik altijd zou moeten
doen. Zij tast de nieuwe situatie af en past zich juist bizar snel aan.
Hetzelfde liedje
Op de
terugweg, bij de oversteek bij Arnhem Centraal, neem ik de proef op de som en
geef ik haar alle ruimte. De tweede rijbaan met verkeerslicht steekt ze
inderdaad al over voor ik een commando geef. We snellen naar het tweede
zebrapad, een ferme correctie op mijn lippen. Mooi oefenmoment. Maar voor het
zebrapad staan we van het ene op het andere moment stil. Trots draait ze haar
kop naar me om, iets wat ze nog zelden doet na een actie die ze al zo vaak
heeft gedaan. Ik zie weer wat aandacht doet: die wordt beantwoord. “Goed hè?”
lijkt ze te vragen. En natuurlijk laat ik haar weten hoe knap ze is. Blijkbaar merkt
ze wel degelijk aan mij dat ik alleen bij dat tweede verkeerslicht het liefst
doorloop. Wilka snapt meer dan ik soms denk.
Eigenlijk is
het steeds hetzelfde liedje. Een liedje dat nooit verveelt. Telkens zijn er
andere kleine acties en reacties waardoor we elkaar beïnvloeden. Goed samenwerken
is echt een vak. Beide hervinden we de lol in een routine. Weer wat geleerd: ook
binnen zo’n kader heb je invloed. Een van de vele lessen die ook in een andere
context nuttig is. Hoe luxe is het dat ik daarvoor niet per se naar een coach
hoef. Mijn spiegel loopt naast me, en ik kan erin kijken wanneer ik wil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten