Veertien
jaar geleden wist ik het nog niet zo zeker. Ik mee naar een musical? Al dat
visuele spektakel waar The Lion King om geroemd werd, wat moest ik daarmee? Ik
keek zelden tekenfilms, dus ik kende het verhaal niet. Ook de stemmen van de
acteurs waren me onbekend. Ik zou er vast maar weinig van volgen. Zonde van het
kaartje. Maar zij dacht daar anders over. Ze vertelde me over de personages,
zodat ik vast de context kende. Ze maakte me nieuwsgierig, ze nam me mee.
Tijdens de
voorstelling fluisterde ze belangrijke en grappige details in mijn oor, zodat
ik niet de draad kwijtraakte. Ik werd overrompeld, betoverd door het geheel van
muziek, samenzang en teksten. Ik ontdekte hoe een musical me mee kan voeren op
een stroom van emoties. Na afloop vroeg ze een medewerker op haar vriendelijke,
bescheiden manier om een gunst. Niet voor haarzelf, natuurlijk niet. Voor mij. Even
later hield ik het masker van een hyena in mijn handen en kreeg ik een klein
beetje mee van dat visuele spektakel. Ik genoot. En ik had ontdekt dat musical ook
zonder zicht fantastisch is.
Stille
Zaterdag. Volgens het paasverhaal de dag tussen dood en leven. Ik ben opnieuw
op weg naar het AFAS Circustheater. Precies weten doe ik het niet meer, maar de
eerste keer zaten we vast ruim op tijd in de zaal. Nu is dat anders. Door een
leuk maar druk programma vertrekken mijn vriend en ik aan de late kant bij onze
bed and breakfast. Niks aan de hand, ruim een kwartier speling op zo’n kort
stukje moet genoeg zijn. Maar dan stuurt de navigatie ons via een slingerend
weggetje, waar we ook nog oponthoud treffen. De website
vertelt me dat er nog vrije plekken in de parkeergarage zijn. De garage bereiken biedt
echter geen opluchting. Stapvoets rijdend en keer op keer stoppend gaan we
hoger en hoger. Vol, overal vol. En de klok tikt genadeloos door. Straks staan
we daar, zo dichtbij, kunnen we de klanken horen maar mogen we er niet meer in.
Nu weet ik weer waarom ik het liefst ruim op tijd de deur uit ga. Goh, van wie
zou ik dat hebben? Vijf minuten voor de voorstelling begint, plof ik opgelucht neer.
Voortaan vertrek ik weer op tijd.
Zodra Rafiki
haar eerste roep door de zaal doet schallen, is alle stress vergeten. Het
opgewonden geroezemoes om me heen versterkt de bijzondere opening. De muziek en
samenzang van het ensemble blijven prachtig en op zijn tijd imposant. Nala’s
warme, zekere stem boeit me. Haar onbegrip over Simba’s houding, haar liefde
voor haar land, haar krachtige persoonlijkheid overtuigen. De goed getimede grapjes
houden het geheel luchtig. “Wat had mijn broer dat ik niet had?” “Wilt u de
korte lijst of de lange?” Kortom, een geslaagde avond uit.
Dit keer
geen opmerking over “een lopend buffet”, maar “niet zo fast, food” en
“thuisbezorgd”. En Zazu die vol overgave hét liedje van juf Ank zingt, is geniaal. Verder
lijkt de voorstelling grotendeels hetzelfde gebleven. Wat ik veertien jaar
geleden het mooist aan het verhaal vond, ben ik vergeten. Waarschijnlijk vond
ik alles even indrukwekkend. Ik wilde weten hoe het af zou lopen en ervoer voor
het eerst het overweldigende van groots theater. Veertien jaar later heb ik
heel wat voorstellingen gezien. Ik let meer op overtuigingskracht van de mensen
op het toneel. Niet de hoofdlijnen, maar de details trekken mijn aandacht en zorgen
voor verrassingen. Sommige grapjes mag ik dan herkennen, ze eens in de veertien
jaar horen houdt de lachfactor prima intact. En voor wie wil, biedt het verhaal
nog genoeg te ontdekken.
Terwijl ik
opnieuw luister naar dit universele verhaal over verlies, twijfel, liefde en
hervonden zekerheid, kan ik niet anders dan denken aan haar. Inmiddels ben ik
wat gewenste en minder gewenste levenslessen rijker. Net als al het andere dat
ik in mijn hoofd meebreng, bepalen deze deels de weerklank. Maar waar ik had
verwacht Simba’s vertwijfelde wanhoop in de nacht confronterend te vinden,
herken ik minstens zo veel in de wijsheid van Rafiki en Mufasa. “Zij leven
voort, in jou, in mij. (...) Kijk in de spiegel, zij zien je aan.” Die
wetenschap troost, geeft kracht. Dat erkent Simba, dat ervaar ik. Na The Lion King
bezocht ik nog vele voorstellingen en mijn wensenlijstje is nooit leeg. Het
geluk van die fijne avonden in zo’n theaterstoel heb ik te danken aan haar. Zij
toonde mij de magie van musical. Een van de vele geschenken die ze gaf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten