vrijdag 3 juni 2022

Vergelijkingsmateriaal

Esmee ligt op haar rug op kunstgras met een flostouw in haar bek

Vergelijk je nieuwe hond niet met je vorige, wordt geadviseerd. Ik snap de gedachte wel. De nieuwe hond verdient een eerlijke kans. Hoe fantastisch die hond ook is, op dag één kan je simpelweg niet hetzelfde over straat als met een dier waarmee je al zeven jaar samenleeft en -werkt. Maar vergelijken, dat doe ik toch. En veel ook.


 

Alles is leuk

Hoewel elke geleidehond dezelfde vaardigheden beheerst, werken ze allemaal anders. Esmee kijkt met een hele andere blik dan haar voorgangers. Vaak liep ik met Wilka vanaf station Dukenburg naar huis, heerlijk de benen en poten strekken na werktijd. Onderweg troffen we een trap, die Wilka vanwege de brede treden keurig tree voor tree aangaf. Wanneer ik Esmee de allereerste keer vraag om die trap te zoeken, denkt ze er niet over. Zij heeft allang gezien dat er naast de trap een smal paadje is. Al die jaren nooit geweten! Zebrapaden aangeven daarentegen vindt ze soms maar stom. Dan blijft ze ernaast staan, in plaats van mij er naartoe te draaien. Totdat ze er een keer langs mócht lopen, omdat ik een andere eindbestemming had. Vol verbazing ging ze op de rem. Wat dat betreft doet ze me totaal niet denken aan Freaser. Op bekend terrein maakte hij er nog weleens een sport van om zo sneaky mogelijk dat soort dingen voorbij te snellen om iets nieuws te kunnen doen. Altijd maar hetzelfde vond hij vreselijk – en dat was al na een keer of drie per week. Treuzelen, stilstaan, vastberaden een andere kant op willen; hij maakte zijn standpunt keer op keer duidelijk. Hij wilde het liefst de wereld rond en niet terug naar huis. Wilka nam haar taak altijd heel serieus, maar op kantoor had zelfs zij het ‘slenteren’ ontdekt (veel collega’s vonden nog steeds dat we hard liepen). Alweer naar een vergaderruimte? Saai! Voor haar gold: hoe moeilijker, hoe leuker en hoe beter. Esmee vindt alles leuk. Ik kan met tegenzin opstaan om weer diezelfde meters naar de koffieautomaat te lopen, maar een blik op die kwispelende staart, terwijl ze gewoon dom staat te wachten tot de automaat is uitgeprutteld, en mijn humeur slaat om. En waar Wilka van herhaling wat onzeker werd – waarschijnlijk bang dat zij iets verkeerd had gedaan en vooral vol onbegrip over waarom we direct weer exact hetzelfde deden – vindt Esmee een nieuwe route meerdere malen achter elkaar trainen juist fantastisch. Vol trots neemt ze dan nog zekerder de leiding, wetend wat de bedoeling is.

 

Geboortedorp

Rond week zeven is het eerste wennen voorbij. Wilka was zeker niet de enige die in die week haar grenzen ging opzoeken. Esmee niet, zoals verwacht. Nee, die deed het in week acht. Halfslachtig probeerde ze of we niet een keer een andere kant op konden gaan. Pas in maand vier had ze op kantoor een dag waarop ze geregeld van haar kussen glipte om ongehoord zonder toestemming collega’s gedag te zeggen. Was dit het? Nou Esmee, wauw. Sorry kruimel, maar een van jouw voorgangers was Freaser. Ik ben getraind door een meester. Dus helaas, ik ben absoluut niet onder de indruk.

 

Dat ben ik wel van haar werk en hoe snel ons vertrouwen in elkaar groeit. Een dag in mijn geboortedorp is al helemaal fantastisch. Ik kan alle routes daar dromen, Esmee heeft ze nog nooit gelopen. De uitgelezen kans om te ervaren wat ze doet op terrein dat voor haar nieuw is. Ik weet dat ik indien nodig kan ingrijpen, waardoor ik haar dat vertrouwen zonder aarzelen geef. Die ingebouwde veiligheid blijkt echter niet nodig. Ze laat me zien hoe snel ze situaties overziet, inschat en daar naar handelt. Dit hondje begrijpt heel goed waar ze mee bezig is. Hoe gretig en onstuimig ze ook kan zijn.

 

Routines

Net als haar voorganers leert ook Esmee snel mijn routines. In eerste instantie kwam ze me zodra ik ’s ochtends de woonkamer binnenkwam enorm enthousiast begroeten. Soms liep dat uit op een teleurstelling, want ik kom ook weleens de woonkamer in slaapwandelen om de afzuiging van de badkamer aan te zetten. Inmiddels kijkt ze op, schat de situatie in, en blijft rustig in haar mand liggen. Kom ik een tijdje later aangekleed en wel terug, staat zij al vrolijk achter de deur, schuddend met haar hele lijf.

 

De eerste keer in een restaurant merk ik hoe erg het onbewuste lijntje met Wilka nog in mijn systeem zit. Is er ineens veel herrie, check ik even hoe het gaat. Niet dat Wilka nou zo’n schijterd was, maar ze reageerde vaak wel even en ik vond het prettig haar dan meteen te laten weten dat het oké was. Die routine kan ik mezelf nu afleren, want Esmee kijkt vaak niet eens op.

 

Schakelen in de theaterzaal

Esmee krijgt al vrij snel haar vuurdoop in het theater. Op de eerste rij. Bij Yentl en de Boer. Het kan haast geen toeval zijn. Wilka’s theaterervaring begon ook zo. En bleef me lange tijd bij, omdat de spanning bij haar bleef stapelen en ze op een gegeven moment zo overtuigd was van een horrorscène dat ze al terugdeinzend een blaf niet kon onderdrukken. Wanneer Esmee als de voorstelling begint met een ruk gaat zitten en met haar oren helemaal opzij gedraaid strak naar het toneel kijkt, spreek ik mezelf streng toe. Laat haar met rust, bevestig niet dat het spannend is. Na de eerste paar prachtig gezongen regels, gaat ze er weer bij liggen. De eerste twee keer applaus van een eindelijk weer eens uitverkochte theaterzal zijn wederom reden om overeind te schieten. De derde keer heeft ze blijkbaar bedacht dat al dat lawaai niets met haar te maken heeft. en blijft ze rustig liggen. En zo gaat het steeds. Bij nieuwe geluiden, of wanneer de muziek ineens harder wordt, komt ze even overeind. Om letterlijk een seconde of twee later te bedenken dat zij daar niks mee hoeft. Ze laat haar spanning meteen weer los. Letterlijk. Al zittend laat ze zichzelf verslappen, om met een plof weer tussen mijn benen te belanden. Wat kan die hond snel schakelen.

Esmee snuffelt aan een boom in het bos

In het bos is het wennen om Esmee zo veel te zien spelen met andere honden. Freaser en Wilka hadden maar een paar honden die ze echt leuk vonden, en Loni vond sociale contacten al helemaal ingewikkeld. Als een hond fel naar Esmee blaft, negeert ze die gewoon en doet ze haar eigen ding. Wilka sloeg soms op de vlucht, en kreeg dan juist sneller zo’n hond achter zich aan, waarna ze steun kwam zoeken bij mij. Dat heeft Esmee maar zeer zelden nodig. Sommige honden die haar eerst weg willen hebben, krijgt ze zelfs aan het spelen. En wil een hond echt niet, huppelt ze net zo makkelijk weer verder. Ook heb ik nog niet gezien dat ze haar grenzen aan moest geven, zoals Freaser dat kon. Als die geen zin had, draaide hij zich kort om en liet hij kort maar krachtig van zich horen, met zijn mooie diepe stemgeluid. Punt gemaakt, klaar. Wilka had daar veel van kunnen leren. Een overeenkomst is er ook. Wilka liet me altijd weten of ze een hond vertrouwde en of een interventie mijnerzijds misschien nodig ging zijn. De enkele keer dat Esmee me nodig had, ging ze tussen mijn benen staan. Ik kan het dus het best weer aan mijn hond overlaten, die pikt de signalen van soortgenoten prima op. Heel fijn, want ik kan zo’n situatie vaak slecht inschatten. Het einde van zo’n wandeling gaat dan wel weer anders. Wilka genoot van haar gestuiter en ik moest in het begin flink investeren om haar aan het eind van de wandeling bij me te krijgen om de riem weer vast te maken. Weet Esmee eenmaal (na één keer) waar ik haar weer wil aanlijnen, komt ze zichzelf negen van de tien keer uit zichzelf melden. Kwispelend, uiteraard.

Gevaarlijke knorrie

 

Al mijn eerdere honden waren dol op pluche knuffels en hadden al snel een favorietje. Veel ander speelgoed had ik niet, want daar moesten ze weinig van hebben. Tijdens de match grijpt Esmee al snel een knuffel en voor ik er erg in heb, verandert ze die vakkundig in twee stukken. Afreageren door al het nieuwe, of krijg ik nu dan echt een sloper? Wanneer ze bij me komt wonen, liggen er alleen nog de stevigste speeltjes die ik heb. En daarmee is ze heel voorzichtig. Latex leek me een goede optie om haar speelgoedcollectie mee uit te breiden. Nieuwsgierig komt ze op het nieuwe ding af, om geschrokken achteruit te deinzen als het zacht geluid maakt wanneer ze er met haar neus in duwt. Esmee, die deuren tegen haar kop laat komen en dan verontwaardigd staat te wachten en maar niet snapt waarom ze niet verder open gaan zodat ze er door kan. Esmee, voor de duvel niet bang, is als de dood voor een roze varkentje. Ik ga op mijn hurken zitten en zij tijgert onder me door. Stiekem blijft ze toch nieuwsgierig. Ze pakt het vast en neemt het mee naar ‘haar’ matje – de mat waar mijn bureaustoel op staat, claimde zij al snel als speelgoedverzamelplaats en kluifkleed -, en duwt zacht met haar poot op haar nieuwe aanwinst. Zodra het ook maar iets van geknor probeert te laten horen, komt ze naar me toe rennen. Ik ruim het ding op, haar ondertussen keihard uitlachend. Een week later probeer ik het nog eens. Van angst of aarzeling geen spoor. Al snel ligt ze op haar rug, het varken steeds harder knorrend tussen haar tanden. Dagen lang vermaakt ze zichzelf en daarmee ook mij. Dan ineens vind ik een roze neusje op de vloer. Gevalletje lol eraf, nu moet het stuk? Ik weet het niet, maar de tas vol knuffels blijft voorlopig nog maar veilig in de kast. Gelukkig heb ik voor het eerst een hond die dolblij wordt van een flostouw.

 

Een voerbal vindt ze ook prachtig. In veel opzichten vind ik Esmee in haar gedrag het jongst, ook vergeleken met de jonge jaren van de andere honden. Maar zij duwt de bal heel voorzichtig met haar neus door de kamer en eet dan geduldig brokje voor brokje op. Wilka ging daar een stuk fanatieker mee om, om over Freaser nog maar te zwijgen. Het duurde hem al snel te lang. Dan pakte hij zo’n ding op en smeet hem door de kamer. Zeker in mijn studentenkamer hield ik weleens mijn hart vast, omdat ik bang was dat hij dwars door de tv zou gaan.

 

Prinses op de erwt

Winkelen, nog zoiets waarin ze zo verschillen. Freaser vond het fantastisch. Ik liet hem dikwijls mijn potentiële aankopen zien, waar hij dan kwispelend voorzichtig aan snuffelde. Wilka daarentegen vond het maar niks, en probeerde me zo snel mogelijk weer bij de uitgang te krijgen. Esmee doet het allemaal weer anders. Zij doet me nog het meest aan Loni denken. Sta ik ergens naar te kijken, ploft zij er al gauw bij neer. Ze lijkt tevreden met haar lot. De keren dat Wilka naar haar ‘museummodus’ schakelde, klonk in haar plof op de vloer en zuchten duidelijk ongeduld en verveling door. Duurt lang!

 

Esmee ligt net als Freaser heel graag in de zon. Ze ligt veel in haar mand, iets wat voor mij nieuw is. Maar als de zon in de kamer staat, is ze al snel in dat streepje te vinden en schuift ze met de stralen mee over de vloer. Wilka had het al snel te warm, en ging op warme dagen uit zichzelf op energiebesparingsmodus. Hoe vaak mensen me wel niet zeiden dat dat kwam omdat ze zwart was… Na Freaser wist ik wel beter, en Esmee bevestigt dat nog maar eens.

 

Voor het eerst heb ik een hond met een korte, dunne vacht. Eentje die ’s avonds op een terras lag te bibberen van de kou. En eentje die moeite heeft met liggen op steen of beton. Een nieuwe bijnaam was dus snel gevonden. Die prinses op de erwt wil liever een kleedje. Of het kunstgras in haar toekomstige tuin, daarmee is ze echt zielsgelukkig. Dat korte haar heeft zeker ook voordelen. Ook al zit ze zelden onder de modder – heel raar, langs het water lopen met een hond die daar alleen maar even voorzichtig gaat drinken -, is ze wel wat vies, even een handdoek eroverheen en klaar. Wilka kon ik poetsen wat ik wilde; uren en soms zelfs dagen later belandde het zand alsnog in huis. En zo’n klein hondje dat je overal zo tussen schuift, ik vind het ideaal. Freaser was niet alleen heel groot, maar had ook een afkeer van kleine ruimtes en beperkt worden. Hij lag het liefst ergens waar hij alles kon overzien, meestal dus in de weg. Esmee vindt het juist fijn om veilig tussen mijn benen te liggen. Ook voorin de auto past zij prima. Al was Loni, met haar beduidend langere rug, toch echt kampioen opvouwen onder het dashboardkastje. Zelfs Kruimeltje vindt dat dat niet past.

 

Labrador?

Ik heb voor het eerst een volle labrador als geleidehond. Vaak geassocieerd met vreten en iedereen even leuk vinden. Waar Wilka nog weleens wat omhoog sprong als ik met haar voer kwam aanzetten, wandelt Esmee vanaf de eerste dag blij maar kalm achter me aan. En toen ze een keer onderweg moest eten en ik geen bakje bij de hand had, waren er heel wat aanmoedigende woorden en gebaren nodig om haar aan het eten te krijgen. Als Freaser of Wilka wat lekkers kreeg, moest en zou dat meteen op. Ik heb Wilka diverse malen bevrijd van een grote kluif door hem weg te leggen. Dankbaar stortte ze zich dan op haar waterbak en daarna moe op de grond. Esmee laat een kluif geregeld dagen liggen. Dan ineens pakt ze hem; de ene keer om hem alleen te verplaatsen, de andere keer om een halfuur flink te kauwen. En het laatste stukje, waarbij ik Wilka en Freaser altijd scherp in de gaten hield omdat die hem nog weleens in zijn geheel wilden doorslikken, maalt ze zo voorzichtig tot moes dat dat aan haar wel is toevertrouwd. Qua knuffelen is ze inderdaad absoluut de fanatiekste van het stel. Haar even snel een aai geven, kan eigenlijk niet. Maar als puntje bij paaltje komt, win ik het zelfs van die hobby, nu al. Als we op een nieuwe plek zijn, ligt ze verdacht vaak strak op mijn voeten; net als Wilka zoekt ze dan fysiek contact. Alleen maar handig, want zo kan ik haar onbewust in de gaten houden terwijl ik me met andere dingen bezighoud.

 

Vergelijk een nieuwe hond niet met je vorige, wordt vaak geadviseerd. Maar ik doe het graag. Niet om te bepalen welke beter is. Ze zijn allemaal zo anders en blinken uit in andere dingen. Door bewust over Esmees gedrag na te denken, leer ik haar beter begrijpen. Zo blijven we groeien en ons steeds beter op elkaar afstemmen. En ik begrijp nóg iets steeds beter. Waarom ook dit hondje zo ontzettend goed bij me past.

2 opmerkingen:

  1. Leuk om te lezen waar de verschillen kunnen zitten. Ik snap zo ook beter hoe nauw het ‘matchen’ kan zijn. Fijn dat Esmee zo’n goed maatje is.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat leuk om dit te hebben gelezen. Esmee is de zus van Uzzy. Wij hebben haar als fokteefje in ons gezin. Haar andere zus Ulsie hebben wijals pup opgevoed en ook zij is aan het werk als blinde geleidehond. Beide teefjes zijn blond. Er is veel herkenning tussen de dames. Ik wens je veel plezier met Esmee.

    BeantwoordenVerwijderen