“Zij wilde meteen enthousiast spelen met het speeltje. Knuffelen en even kort op mijn benen op de grond liggen kwamen daarna”, noteerde ik in mijn verslag van 26 januari 2015. De eerste dag van een intensieve trainingsweek. De eerste dag dat ik met geleidehond Wilka de wijde wereld in mocht. Nu ik mijn verslag van onze eerste weken teruglees, komen veel herinneringen terug. En andere juist helemaal niet. Waar ik sommige reacties die ik slechts zijdelings noemde nu herken als ‘typisch Wilka’, blijken andere observaties toch niet helemaal te kloppen. Ik lees over hoe ze op dag drie voor het eerst tegen me opsprong toen ze alleen was geweest, en hoe ik na een uitdagende route dwars door het centrum van Amsterdam niet meer kon ophouden met glimlachen. Het vertrouwen in deze dame, dat elke beschreven dag duidelijk groeide, is de afgelopen vijf jaar verder verdiept. Wat hebben we samen in die tijd een hoop ontdekt, geleerd en gedaan!
Explosieven
Huilen en spetteren
Van winkel tot loopgraf
Ik leerde Wilka kennen als een kordaat, vrolijk, stuiterig hondje. Tijdens de kennismaking plantte ze nieuwsgierig haar voorpoten op het schap waar hondenkoekjes stonden, en in het bos zigzagde ze fanatiek tussen de bomen door. Ik zeg vaak dat ze flink kan stuiteren in de natuur, maar aan de hand van mijn beschrijvingen van toen moet ik toch toegeven dat ze inmiddels een volwassen hond is. Hoewel ze haar koosnamen “kleuter” en “puppy” natuurlijk niet verliest, en ze zeker na spanning of lange concentratie nog steeds flink moet racen.
Explosieven
Tijdens de training werd me verteld dat als ze me eenmaal kent, er een bom kan ontploffen zonder dat het haar deert. Totale duisternis en onverwachte geluiden in de vaults onder een brug in Edinburgh interesseerden haar inderdaad niet. Om onverklaarbare redenen vond ze theatervoorstellingen eng en lange tijd liet ik haar thuis, maar afgelopen zomer deed ze het super goed tijdens optredens in Schotland. Vliegen vindt ze geen succes, maar op schoot hangen kalmeert haar voldoende en na de landing is ze meteen weer de rust zelve. Afgelopen nieuwjaarsnacht, toen het vuurwerk haar toch wat te veel werd, opende ze de kamerdeur en sloop ze stilletjes naar boven. Iets wat ze nog nooit ook maar had overwogen. Mijn zegen om voor deze keer boven te slapen, in de vorm van haar kussen, was voldoende: ze plofte neer en was al snel vertrokken naar dromenland. Dat ik haar als geleidehond kan vertrouwen is mooi, maar dit ontroerde me.
Ik dacht Wilka’s stresssignalen te kennen, maar deze week bewees ze het tegendeel. Vreemde doffe dreunen deden mijn ramen en vloer licht schokken, en ik zag een kant van mijn hond die ik niet achter haar had gezocht. Ik kan het niet anders omschrijven dan Wilka’s versie van blinde paniek. Ze hijgde, piepte en klom op schoot, maar dat was niet genoeg. Ze bleef klauteren, belandde met haar voorpoten in mijn nek en zette haar scherpe nagels in mijn haren. Ze volgde me zelfs angstig tot in de toilet. Mijn aanwezigheid en rust waren voor het eerst totaal niet genoeg. Ze wilde eigenlijk maar één ding: wegwezen. Ze sprong tegen de deur, zette haar poten in de vensterbank, en sleurde me het huis uit toen ik haar de riem omdeed. Buiten ging het meteen stukken beter. Ik legde haar zonder succes uit dat de boel echt niet ging instorten. Buurtbewoners losten het mysterie op: seismisch onderzoek. Oftewel, ondergrondse explosieven. Hoewel onze trainster op vele fronten gelijk heeft gekregen, bleek het voorbeeld van een bom toch net het verkeerde.
Huilen en spetteren
Als ik teruglees dat Wilka niet wilde apporteren, maar alleen interesse had in knuffels en trekspelletjes, moet ik grinniken. Hoewel ze maar wat graag met knuffels rondsjouwt, is er maar één moment waarop ze echt laat horen dat ze een halve herder is: apporteertraining. Deze hondensporthobby daagt haar op hele andere manieren uit dan haar werk. Ze moet op grote afstanden dummy’s vinden op geluid of zicht, door aanwijzingen van mij of door een geurspoor. Ze wordt er bloedfanatiek van. Het liefst laat ze iedereen piepend en huilend horen dat ze echt nog een keer wil, en wel nu meteen. Waar ze eerst als een malle met haar buit ging rennen en ik tijdens een wandeling weleens een halfuur op een bankje moest zitten voor ze met haar dummy naar me toe wilde komen, krijg ik hem nu netjes in mijn hand. Slechts een van de vele uitdagingen die ze me bood. Een andere was dat ze mijn oprechte “Au!” tijdens samen spelen niet serieus nam. Die uitroep koppelen aan het abrupt staken van het spel deed wonderen; inmiddels snapt ze heel goed dat mij uit enthousiasme in de vingers bijten niet de bedoeling is, en is een “Au” meer dan genoeg om haar daaraan te herinneren.
Tijdens de match werd me al verteld dat haar nadeel is dat ze vies wordt als ze losloopt. En nog steeds presteert ze het met een plons te laten horen dat ze water of modder heeft gevonden, ook als mensen die er al jaren komen het bestaan ervan niet eens wisten. Op plekken waar we vaak lopen, heb ik haar met redelijk succes geleerd uit vies stilstaand water te blijven, maar je maakt haar niet gelukkiger dan wanneer ze lekker mag spetteren. En vol overgave midden in de smurrie gaan liggen, blijft op zijn tijd ontzettend geinig.
Van winkel tot loopgraf
Ik heb in de afgelopen vijf jaar veel bijgeleerd. Over hoe we het best samenwerken, hoe ik haar kan steunen, dat mijn vertrouwen haar sterkt, dat we nooit zijn uitgeleerd en vooral dat ik een fantastische geleidehond aan haar heb. Ik vergeet haast dat ze op onze eerste werkplek geregeld de gang op snelde als iemand wat te enthousiast klonk, en dat ik best wat geduld en vindingrijkheid nodig had om haar te leren dat ze binnen het kantoor moest blijven. Nu ligt ze los in een grote kantoortuin, en was een paar keer terugroepen voldoende om te zorgen dat ze netjes bij mijn bureau in de buurt blijft. Aan het begin en eind van overleggen en aan het eind van de dag mag ze knuffels scoren, en dat doet ze maar wat graag. Al snel was het dichtklappen van mijn laptop genoeg als startsein. Tegen de tijd dat ik mijn tas heb ingepakt, komt ze teruggewandeld en gaat ze weer aan het werk. Ze is een kei in verbanden leggen. In de trein is het wegstoppen van mijn telefoon en oortjes het teken dat we er bijna zijn, en springt ze enthousiast op. Ze herkent op welke verdieping van een boot we zijn en neemt me zelfverzekerd mee, terwijl menig ziende loopt te dwalen. Tuur ik ergens zoekend rond, denkt ze mee en wijst ze me bijvoorbeeld een winkel die we eerder bezochten. Nadeel: ze legt ook verbanden die ik niet wil. En zie dat er dan maar weer uit te trainen.
Ze kreeg de afgelopen jaren een hoop gekkigheid en bijzondere plekken voor haar kiezen. Ik tilde haar in de vliegende auto van Harry Potter voor een foto, ze keek bezorgd toe hoe ik op handen en voeten een helling beklom in het Lake District, was gefascineerd door alle nepbeesten in het museum over kinderboekenschrijfster Beatrix Potter, maar ontwikkelde voor alle andere musea al snel haar ‘museummodus’: bij stilstaan meteen zuchtend neerploffen. Totaal niet onder de indruk leidde ze me door donkere, lawaaierige, behoorlijk realistische oorlogssituaties in het Airborne Museum en manoeuvreerde me door nagebouwde loopgraven in Ieper. In kledingwinkels wijst ze me het liefst meteen letterlijk de deur, en ze leverde misschien wel haar beste prestatie in de complete chaos die Schiphol heet.
Ik weet dat Wilka’s langste werktijd er allang op zit. Maar wat hoop ik vurig dat ze nog even aan mijn zijde mag lopen. Soms onzeker, soms net als vijf jaar geleden koppig – hoezo zou je bijvoorbeeld doorlopen als het regent? Ze vindt bijna iedereen leuk, maar o wee als ik wegga. De rust zelve, een enorme stuiterbal, verveeld door routine, altijd in voor uitdagend werk. Spelletjes blijven leuk: speeltjes zoeken, stoeien, op haar rug kronkelen en naar mijn handen happen, mij omduwen als ik op mijn hurken zit en dan tevreden tussen mijn benen gaan liggen. Ik kan nog veel meer over haar zeggen, maar uiteindelijk is het heel simpel: ze is gewoon Wilka. Hoewel mijn mail aan vriendinnen over de kennismaking op 23 december 2014 nog wat terughoudend was, kan ik mijn conclusie alleen maar bevestigen: “It’s a match!”
Hoi Doreen, leuk geschreven weer hoor. Mooi om je belevenissen met Wilka te volgen. Hoop dat je nog een poos van haar kan genieten als hulp- maar ook als een water/modder raggende hond. Groet Erwin Zieverink
BeantwoordenVerwijderen