Wind, water en muziek. In die thema’s omschreef ik mijn reis door Schotland. En al die momenten waren mooi. Maar misschien genoot ik nog wel het meest door die onverwachte gebeurtenissen, waar ik totaal niet aan had gedacht. Juist die verrassingen maken een reis echt bijzonder.
Foto’s zonder beeld
Na een lange dag sightseeing in Edinburgh besloten we Arthur’s Seat te beklimmen. De route stond bekend als beginnersklim. Ik beoordeel de moeilijkheidsgraad van een pad echter lang niet alleen op hoe steil het is. Op sommige stukken voelde ik voor elke volgende stap of mijn voet stevig genoeg stond. Ik ‘las het land’, zoals een gids in het Lake District het ooit zo treffend omschreef. Het laatste, rotsige stukje naar de top bleek de grootste uitdaging. Zo goed mogelijk volgde ik de instructies van mijn vriend op en even later keken we uit over de stad. Ineens hoorden we flarden doedelzakmuziek. De Royal Edinburgh Military Tatoo, bedacht ik opgetogen. Terwijl we rustig onze weg weer naar beneden zochten – ik in eerste instantie voetje voor voetje -, bracht de wind af en toe zo’n flard naar ons toe. Hoe Schots wil je het hebben: een helling afdalen en genieten van die mooie omgeving zo pal naast een stad, onder begeleiding van doedelzakmuziek. En als klap op de vuurpijl klonk toen we door de straten terugliepen naar onze bed and breakfast het eindvuurwerk. Iets van het geweldige spektakel bij Edinburgh Castle meekrijgen, was al een cadeau. Maar op onze laatste avond in de stad, toen de knallen ons opnieuw aan het bestaan van die happening herinnerden, zagen we in de verte het mooie vuurwerk de lucht in gaan.
Edinburgh had meer verrassingen voor de zintuigen. Fudge Kitchen bijvoorbeeld, waar het werkelijk verrukkelijk rook en ze niet alleen weten hoe je fudge moet maken, maar ook hoe je het verkoopt. Eerst kregen we de kneepjes van het vak uitgelegd door iemand die voor onze neus fudge aan het maken was. En daarna mochten we dat heerlijke zachte, warme goedje proeven, vers van de marmeren tafel. Ja, dan kan je gewoon niet anders dan dat winkeltje pas verlaten als er zo’n blok zoetigheid in je tas zit.
Nadat we op een afstand Ben Nevis, de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk, hadden bewonderd, klonk ineens een toeter. Hier in de buurt rijdt een stoomtrein, bedacht ik. We stonden bij een stationnetje. Zou het? En jawel, daar kwam de Jacobite steamtrain aangepuft. Voor Harry Potterliefhebbers ook wel bekend als de Hogwarts Express. Het symbool van de start van een magisch avontuur, waarin ik jaren geleden zo graag meeging en dat me zoveel bracht. Die trein langs horen rijden, in het land waar hij thuishoort, maakte me onproportioneel vrolijk.
Op een avond reden we via bochtige, smalle weggetjes, door stortregen en duisternis dieper de Highlands in. Onze bestemming was zo afgelegen, dat de navigatie hem niet kende, en de routebeschrijving die onze gastvrouw stuurde, stoelde op door duisternis en regen onzichtbare herkenningspunten. Het warme onthaal door het zorgzame echtpaar dat er woont was precies wat we na zo’n tocht nodig hadden. En het heerlijk geurende, versgebakken brood dat op ons lag te wachten maakte veel goed. Tijdens de rest van ons verblijf overtroffen de eigenaren al mijn verwachtingen van Schotse gastvrijheid. Doeken voor in natte schoenen, tips over mooie plekken, hondenkoekjes met een strik erom voor Wilka – wij hadden immers dat brood gekregen -, gesprekken voor de deur over het leven op zo’n mooie, afgelegen plek. De vrouw vertelde me hoe ze als ze elders slaapt, altijd oordoppen nodig heeft – mensen maken zo’n lawaai! Hoe ze verrast was als we aanbelden; hier loopt iedereen gewoon de keuken in. Hoe ze het meeste online bestellen en boodschappen opsparen. Hoe de postbode iedereen kent bij een gebrek aan zichtbare huisnummers. Welke dieren ik ’s nachts had gehoord. Dat er ’s avonds ook weleens een uil zit. Wie me een beetje kent, weet dat ik vanaf dat moment vurig hoopte die te horen. En toen ik op onze laatste avond voor het zolderraam stond, luisterend naar de avond, klonk die mysterieuze roep zacht door het donker.
Dat de natuur prachtig is, hadden we verwacht, al was elk nieuw uitzicht weer een cadeautje. Ook die keer dat we in de Trossachs omhoog klommen en bij het view point letterlijk in de wolken waren, paste perfect bij dit mysterieuze land. Het gebied vol heuvels en lochs bleef vakkundig verborgen. Dan waren er de onverwachte paadjes. De bossen bij Carbisdale Castle bleken een stuk uitdagender dan gedacht. Het pad was vaak zo smal, dat ik achter mijn vriend liep, hand op zijn rugzak. We baanden ons een weg door varens, dennentakken en een enkele braamstruik. Door woorden als “wortel”, “gladde steen” en “tak op links” wist ik hoe ik moest reageren. Het pad volgen was het probleem niet. De varens en dennentakken waren flexibel; de plek met de minste weerstand was de goede richting op.
En dan was er natuurlijk Wilka. Kalm leidde ze me door de drukte en herrie op de Royal Mile in Edinburgh. Door oude gebouwen vol op- en afstapjes. Geen verrassing, wel een fantastische prestatie. Ze hervond al snel haar ‘museummodus’: erbij neerploffen als we iets bekeken of naar uitleg luisterden. Ontspannen en verveeld. Een onverwachte uitdaging voor de gids die ons meenam in de vaults onder Southbridge; vochtige, wat warme, donkere ruimtes zonder daglicht en frisse lucht, waar de regen van de vorige dag nog steeds genadeloos naar binnen druppelde. Regen die tijden geleden, toen er mensen woonden, ziekmakend gevaar betekende. Als een ware professional leidde Wilka me over de ongelijke vloeren en trapjes, met enkel kleine lampjes als lichtbron. Luisterden wij naar verhalen over ziekte, criminaliteit en de galg, lag zij heerlijk naast me. Zelfs toen al het licht uitging en de gids in het donker rondliep, reageerde ze niet. En toen hij stampte, in de hoop op een echo, was een vlugge blik genoeg om haar ervan te overtuigen dat er niks aan de hand was. Er wordt gezegd dat honden de aanwezigheid van geesten voelen. Hoe, vroeg de gids zich vertwijfeld af, moest hij nu een spookverhaal vertellen, als zelfs de hond totaal niet onder de indruk is?
Na al dat harde werk had Wilka de ren- en spetterpartijen in de Schotse heuvels meer dan verdiend. Waardering kreeg ze ook van de serveerster in The Salisbury Arms in Edinburgh, waar ze na een dag zonder morren in de regen werken, een heerlijk zacht kleedje kreeg. Ook de hond verdient een beetje comfort, meende de vrouw. Daar kon ik het natuurlijk alleen maar roerend mee eens zijn.
Foto’s zonder beeld
Zet een koptelefoon op, sluit je ogen en reis met me mee. Zie in een straat in Edinburgh het eindvuurwerk afsteken tegen de donkere hemel, terwijl de noten van de Royal Edinburgh Tatoo uit de verte naar je toe zweven. Hoor hoe de Jacobite steamtrain door de Schotse heuvels puft. Sta naast me voor het zolderraam en hoor de naderende nacht – en wie weet, als je heel goed je oren spitst, wel de roep van een uil. Baan je achter ons aan een weg door de Schotse jungle, waar varens en dennentakken ons tegen regenjassen en wandelbroeken slaan. En dan zijn er nog twee geluiden die me bijbleven. Niet Schots, niet speciaal. Het een was niet alleen in Edinburgh, maar ook in Glasgow en Stirling. En vooruit, ook in Londen, Dublin... Luister tot slot naar de vogel die overal in Schotland, zeker in de dorpen en steden, prima lijkt te gedijen. Hoor hem hier in de omgeving waarmee ik hem tot voorkort associeerde: het strand. Geniet van de zon op je gezicht, terwijl je uitkijkt over Portobello Beach. Luister naar Schotse verrassingen.
Lees ook deel 1 en 2:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten