zondag 22 maart 2020

En toen

En toen ging mijn dag ineens van NOS-pushbericht naar persconferentie, van cijfers en prognoses naar meningen en oordelen. Tussendoor probeerde ik mijn leven te leiden, maar alles leek totaal veranderd.

 

Je weet pas wat je hebt...

Ineens werk ook ik thuis. Geen vrolijke begroeting als ik aan tafel plaatsneem. Geen vragen naar mijn weekend. Die momenten bij de koffieautomaat of een lunch met collega’s die wat langer duurt, ze voelden soms als spijbelen van mijn werk. Nu besef ik weer dat ze me juist productiever maken. Gelukkig zijn veel collega's zoekende, delen we steeds meer via appjes en mails en blijken grapjes ook te kunnen tijdens overleggen via Skype. Maar zoeken blijft het. Kan ik beter dezelfde tijd opstaan, zodat ik een langere pauze kan nemen voor een wandeling met Wilka? Of juist beter iets langer blijven slapen, omdat ik letterlijk moe word van dit alles? Vaker mijn werkdag onderbreken, of juist een strikte scheiding doorvoeren tussen werktijd en privé?
 
Mijn geleidehond Wilka snapt er helemaal niks van. Hoewel ik wekelijks een halve dag thuiswerk, loopt ze nu op maandagochtend al piepend door de kamer. Dinsdagochtend klimt ze op schoot terwijl ik overleg via mijn telefoon, en 's middags maakt ze net zo lang herrie met een speeltje, tot ik haar het tuig omdoe. Op kantoor werkt ze keurig, maar heeft ze duidelijk alle tijd. Nu moet ze toegeven dat ze daar meer voldoening uithaalde dan ze liet blijken. Ze wil graag het waarom van haar werk snappen; gewoon een rondje lopen vindt ze normaal maar stom. Maar nu is ze geconcentreerd en zet ze er flink de pas in, ook wanneer de route haar duidelijk maakt dat we weer op weg zijn naar huis.
 

Egoïstisch

Corona hier, corona daar, er lijkt geen ontkomen aan. Ik zie hoe mensen zich aanmelden als vrijwilliger in de zorg, of boodschappen doen voor een ander. Hoe horecamensen via creatieve wegen op positieve toon hun waar verkopen. Hoe anderen erin meegaan en oproepen om lokale ondernemers te steunen. Hoe artiesten ook op afstand zorgen voor vermaak. Gelukkig is niet alleen COVID-19 besmettelijk. Ik word er blij van. Ik lees ook over schrijnende situaties in de zorg. Mensen die toch gewoon met grote groepen feesten. Alleen onbekenden niet binnen anderhalve meter toelaten - zijn bekenden dan minder besmettelijk? Ik hoor hoe mensen die zo goed mogelijk de richtlijnen volgen, wordt verweten dat ze bang zijn. Hoe mensen hamsteren en duwen in winkels. Ik denk: hoe meer 'uitzonderingen' op de richtlijnen van het RIVM en de overheid in ieder hoofd, hoe meer risico. Risico voor anderen. Het virus maakt ziek, maar het zorgt toch niet voor ongezond verstand? Ik wil niet preken, ben ook helemaal geen expert, en niet heilig. Want hoewel ik respect heb voor iedereen die nu voor een haast onmogelijke taak staat, is mijn gedachte als de zoveelste persoon strak langs me heen loopt, vooral egoïstisch: mensen, als ik dan thuis moet werken, zorg dan alsjeblieft dat dat nut heeft.
 

Dit moet anders

En dan wordt het weekend. Ik geniet van de vogels, de zon en Wilka's gestuiter. Ik denk na. Is er voor mij wel zoveel veranderd, of is me dat aangepraat door die constante berichtenstroom? Van de vijf werkdagen ben ik er altijd eentje vrij en werk ik er een thuis. Ik heb nu dus drie dagen extra thuisgewerkt. Drie dagen! Waar héb ik het eigenlijk over? De laatste tijd zaten mijn weekenden vaak behoorlijk vol, en was ik bewuster bezig mezelf genoeg 'alleentijd' te gunnen. Concerten en theatervoorstellingen zijn uitjes waar ik altijd enorm naar uitkijk en met volle teugen van geniet. Die vooruitzichten uit mijn agenda schrappen, doet pijn. Ook omdat de inzet van zovelen nu niet wordt terugbetaald. Maar voor mij zijn er altijd al veel meer weekenden zonder voorstelling, dan met. Het is ontzettend zonde, het is enorm zuur, maar meer ook niet.
 
Inmiddels weet ik: dit moet ik anders gaan doen. Hoewel ik afgelopen week zo blij was dat ik nu eens onder werktijd de radio aan kon zetten, gaat deze komende week meer uit. Minder NOS-app, minder ergeren aan sociale media. Iedereen lijkt overal een mening of oordeel over te hebben. Ik vind daar wat van. Lang leve Spotify. En mijn boeken-die-ik-nog-wil-lezen-lijst is haast eindeloos. Er zijn quarantainecolleges op YouTube, podcasts, telefoongesprekken, buitenlucht die ruikt en klinkt naar een hoopvolle lente. En er is muziek. Toch altijd weer muziek, die ook op afstand raakt en verbindt.
 
Ik weet nog steeds niet wat me te wachten staat. Dat blijft vast op zijn tijd onzeker maken. Mijn uitdaging voor de komende tijd: doen (en vooral laten) wat ík kan, en mezelf toestaan niet meer te willen dan dat. Oorlogen, natuurrampen, epidemieën; ze beheersten altijd al het nieuws. Nu is het ineens dichtbij. Maar niemand wordt er zieker van als ik besluit minder vaak het nieuws te volgen en weg te kruipen in een boek.
 
Ik zit grinnikend op de bank en laat me afleiden door de heerlijke gedachtekronkels van Herman Finkers. En dan tref ik een citaat dat grappig is, en toch eigenlijk ook heel veel zegt. Vanuit mijn huis stuur ik het de wereld in, en zie ik hoe het verder gaat. Niemand geneest door zoiets van een ziekte. Ik word er wel even beter van.
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten