Het is
harig, heeft vier poten en een lange staart en het piept. Ra ra ra, wat is dat?
Nee, het is geen muis. Als ik met een muis van dat formaat zou komen aanzetten,
zou ik binnen de kortste keren een gehoorapparaat nodig hebben vanwege al het
gegil op straat. Al zou een blindengeleidemuis misschien wel een einde maken
aan al die soms leuke, soms minder gewenste vertederde reacties. Nee, deze
harige pieperd gaat door het leven met de naam Wilka.
Piepen. In
de afgelopen jaren hebben mijn honden me aangeleerd dat dat geluid een staat
van opperste paraatheid vereist. Ja, het Pavloveffect werkt ook prima andersom.
Dus toen Wilka zaterdagochtend piepend voor mijn slaapkamerdeur rondhing, was
de keus om mijn nog zo heerlijk warme bedje te verlaten snel gemaakt. Kort
daarna stond ik nog half versuft buiten met een hond die blij haar behoefte
deed, maar vooral zin leek te hebben in een wandelingetje en een flinke knuffel
bij thuiskomst. Bedankt Wilka, ook goedemorgen.
Tijdens onze
training op de geleidehondenschool liet ik Wilka rond kwart over zeven uit. Die
routine leek haar wel te bevallen, want zo rond half acht vond ze het de
afgelopen dagen wel tijd voor actie. De eerste dagen reageerde ik door mijn bed
uit te komen en haar uit te laten, maar langzaam maar zeker nam ik eerst steeds
meer tijd voor mezelf. Hier legde ze zich letterlijk en figuurlijk zonder veel
moeite bij neer. Dus toen ze op een voor mij bekende manier alarm leek te
slaan, was ik meteen klaarwakker. Gepiep, actie!
Gedurende de
afgelopen dagen begon Wilka echter steeds vaker dit zachte geluidje te
produceren. Als ze een speeltje op mijn schoot duwde en ik niet meteen
reageerde. Als ik in de badkamer verdween en ze me niet meer zag. Als ze vol
verwachting bij me kwam voor een knuffel. Heel schattig natuurlijk, maar ik was
toch echt niet van plan aan elke piep gehoor te geven. En dus verzwakte al snel
het effect van dit signaal, vast tot teleurstelling van Wilka.
Zondagochtend
kreeg ik gelijk: zo dringend was het piepalarm niet. Rond half acht stond ze
daar weer. Ik verroerde me niet. Het is weekend Wilka, tijd om uit te slapen.
En na korte tijd draaide ze zich om en kroop ze weer op haar kussen. Missie
geslaagd, dacht ik tevreden, en draaide me nog eens om.
En toen was
het maandagochtend en werd ik opnieuw wakker van tikkende nageltjes en
klaaglijk gepiep. Opnieuw bleef ik liggen, ook al was het bijna tijd om op te
staan. Even het patroon doorbreken en dan beginnen aan de dag. Simpel. Lang
hield ze het niet vol, maar wel langer dan de dag ervoor. Net toen dat door
mijn hoofd schoot en de eerste twijfel aan me begon te knagen, hoorde ik hoe ze
met haar achterpoot over de vloer krabde. Shit! Dat krabben kende ik. Ik vloog
mijn bed uit en mijn neus bevestigde al snel mijn eerdere gedachte: shit. Niet
handig, zo’n universeel alarm. Hopelijk leert Wilka snel om verschillende
standen te gebruiken, bedacht ik toen ik op zoek ging naar de keutels. Helaas
zijn ook deze een stukje groter dan die van een muis.
Zo de mist
in gaan was inmiddels al niet nieuw meer. Ook Freaser en Loni hebben me zeker
de eerste tijd regelmatig voor een raadsel gezet of me compleet verward met hun
gedrag. En hoe vertrouwt het met Wilka ook voelt, ook zij slaagt hier zonder al
te veel moeite in. Zaterdag ging ik uit eten in de stad. Aan het eind van de
middag liet ik Wilka uit en deed ik haar het tuig om. “Vooraan,” zei ik
opgewekt, me al verheugend op een gezellige avond en een lekkere maaltijd. En
Wilka zette er lekker de pas in. Om een paar stappen later abrupt tot stilstand
te komen. Met de nadruk op ‘stilstand’. Dit keer studeerde ze niet voor muis,
maar voor standbeeld. Ik stak mijn stok voor me uit, maar trof niets aan. Ook
hoorde ik niets. Ze vertikte het echter om nog één stap te zetten. Zelfs haar
kop bewoog amper. Zou ze dan toch wat zien? Ik besloot op onderzoek uit te
gaan, want inmiddels was ik ontzettend nieuwsgierig naar wat zo haar aandacht
leek te hebben. Maar toen ik haar even aan de riem mee wilde nemen om mijn
honger naar een antwoord te stillen, merkte ik dat de omschrijving ‘standbeeld’
perfect klopte. Na nog wat verwonderde momenten en inspectie besloot ik dat er
toch echt niks aan de hand was – niet met de omgeving en niet met Wilka. Ik pakte
opnieuw de beugel en zei haar te gaan lopen. Dit deed ze, maar absoluut niet
van harte. Toen ik haar de vrije hand gaf, draaide ze zich ineens vol
overtuiging 180 graden om en liep ze weer alsof er niks aan de hand was. Of
beter gezegd, alsof ze een trein moest halen. Ze liep weer, maar dan wel de
verkeerde kant op. Naar huis. En opeens viel het kwartje. Ook zij verheugde zich
op een heerlijk diner. Dat het veel vroeger was dan haar gebruikelijke
etenstijd leek haar niet te interesseren, ze werd toch immers al weer
uitgelaten? En ergens na de derde uitlaatbeurt verschijnt altijd een bak met
lekkers. Ik liet haar keren en spoorde haar aan toch echt naar de bushalte te
lopen. Ondertussen vroeg ik me af wanneer Freaser de tijd had gehad om haar de
kneepjes van het misleiden toe te fluisteren. Een paar keer probeerde ze nog
roet in mijn eten te gooien door afslagen te negeren, maar dit gaf ze vrij snel
op. Weer vrolijk en serieus bracht ze me naar het restaurant, waar ze totaal
geen aandacht had voor mijn heerlijke diner. En toen we een paar uur later
thuiskwamen, was meteen eten niet eens meer zo belangrijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten