donderdag 7 januari 2016

Schaduwblik


“Nu lijk je net een echte blinde.” Ik liep al met een geleidehond. Ik gebruikte al een herkenningsstok. Ik knalde niet ineens overal tegenop. Mijn beperking was alles behalve een geheim. Er was maar één klein dingetje veranderd: ik droeg een zonnebril terwijl de zon niet scheen. Inmiddels is dit een paar jaar geleden en zijn mijn zonnebril en ik vijandige vrienden. Nog steeds weet ik niet of ik nou om die opmerking moet lachen of niet. Een zinnetje dat laconiek werd geroepen, maar dat heel veel impliceert.
 
Als eerste suggereert het dat ik geen echte blinde ben. Sorry mensen, maar hoe je het ook wendt of keert, welke maatstaf je ook gebruikt, ik behoor tot de blinden in ons land. Deal with it. Zeker, het is een compliment dat ik er niet meteen negatief uitspring en dat ik zonder aarzelen als deel van de groep word beschouwd. Maar nog liever had ik gezien dat de redenering andersom werd doorgetrokken. In plaats van het (voor)oordeel over blinden bij te stellen, word ik buiten de groep geplaatst. Blind is nog steeds negatief, ik ben gewoon niet blind. Zonde.
 
En dan is er nog die verrekte zonnebril zelf, die overduidelijk bij het stereotype van de blinde hoort. Draag ik hem niet, word ik zelfs regelmatig voor geleidehondentrainer aangezien. Het cabaretduo Van der Laan en Woe neemt het stereotype in een sketch heerlijk op de hak. Ook daar hoort de zonnebril er als vanzelfsprekend bij. Misschien omdat een aantal BB’ers (Bekende Blinden) deze ‘modegril’ startten? Dan moet jij je maar eens snel gaan kleden als die ene bekende artiest, voor je niet meer als ziende wordt herkend.
 
Waarom dragen blinden een zonnebril? Ik heb ontdekt dat daar veel over wordt gespeculeerd. Maar zelden is iemand dapper genoeg om het me te vragen. Ik zet zo’n ding echt niet op als fashion statement. Ik wil op straat dat mijn beperking zichtbaar is; dat is praktischer en veiliger. Mijn blindengeleidehond en stok lijken me daarvoor ruim voldoende. Dat deze zaken over het hoofd worden gezien, terwijl een brilletje onterecht wel als teken wordt beschouwd, is voor mij volkomen onlogisch. Daarom draag ik hem dus niet. Want wie zou er nou vrijwillig dat hele kleine beetje zicht voor het grootste deel wegnemen als het niet absoluut noodzakelijk is? Lichtstralen belanden op plekken in mijn ogen waar ze niet thuishoren en de wind buiten droogt mijn ogen veel te snel uit. Hoe raar het voor jou misschien ook klinkt, er zijn ergere dingen dan nóg minder zien.
 
Dit is mijn verhaal, maar gelukkig vertegenwoordig ik geen stereotype. Achter elke zonnebril schuilt een reden, die zeer persoonlijk of zelfs pijnlijk kan zijn. Medisch, cosmetisch, smaak, het kan allemaal. Dat iemand een zonnebril draagt als de zon niet schijnt is geen reden om diegene tot verantwoording te roepen. Ik vraag een wildvreemde ook niet waarom hij zijn haar verft of informeer of er achter die laag make-up misschien een geheim schuilt. Maar het alternatief hoeft geen zelfbedachte conclusie te zijn. Laat die donkere glazen jouw open blik niet verduisteren.
 
De zonnebril beschermt me iedere dag weer tegen pijn, leert me over onbekende gedachtegangen en toont me vooral dat een haat-liefdeverhouding echt kan bestaan. Want ook al liep ik liever zonder over straat en vereiste het dragen ervan een stukje acceptatie van mijn kant, straks doe ik toch weer dat plastic ding voor mijn ogen, dat een extra barrière vormt tussen mij en de visuele wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten