vrijdag 14 december 2018

Expeditie reportage

Elke maand ga ik op pad om een reportage te maken voor een luistertijdschrift. Ik bezoek mensen en plekken waar ik anders nooit zou komen en hoef mijn nieuwsgierigheid niet te verhullen. Dat is haast geen werk meer te noemen. Geregeld krijg ik de vraag hoe ik mijn weg daarnaartoe vind, terwijl ik niet kan zien waar ik loop, geen bordjes kan volgen en niet op een kaartje kijken. Nou, vandaag ging dat bijvoorbeeld zo.
 
Mijn geleidehond Wilka en ik stappen de bus uit bij een halte waar ik nog nooit ben geweest. Volgens de reisplanner de beste optie. Het zou nog een klein kwartier lopen zijn. Aan het kaartje dat ik kon openen had ik niks, maar dit leek me prima te doen. Nu biedt opnieuw mijn telefoon uitkomst: ik open een navigatieapp, typ het adres in en draai het ding rond tot het met een trilling aangeeft dat ik de juiste richting aanwijs. Ik draai die kant op, pak Wilka’s beugel vast en zeg haar te gaan lopen.
 
Dan volg ik twee dames: mijn hond en de stem van mijn telefoon. Die laatste meldt niet alleen wanneer ik moet afslaan, maar ook in welke straat ik loop. Wilka volgt netjes de stoep en ik voel en hoor hoe ze mensen en obstakels omzeilt. Waar we allemaal langskomen, geen idee. Wilka slaat zijstraten netjes in, zodat ik voel wanneer deze er zijn. Is dat niet de bedoeling, dan vraag ik haar de stoeprand te zoeken om over te steken. Op het moment dat mijn navigatie even hapert omdat ik blijkbaar een instructie verkeerd opvolg, komt me een vrouw tegemoet. Ik vraag haar naar mijn eindbestemming. “Ik sta hier op de markt”, meldt ze. Waarschijnlijk bedoelt ze dat ze niet mee kan lopen. Blijkbaar is hier dus markt. Weer wat ontdekt. Wat voor markt is niet te ruiken. Wel hoor ik geluiden die als opbouwwerkzaamheden klinken. Daar zal het dan wel zijn. De vrouw bevestigt dat ik rechtdoor kan lopen en de eerste rechtsaf moet. Een paar meter verder pakt mijn navigatie de route weer op en meldt hetzelfde. Toch fijn, die bevestiging.
 
Als het nog een paar meter is, vraag ik Wilka te zoeken naar een mogelijkheid rechtsaf te slaan. Dat doet ze en we belanden op een asfaltpaadje tussen gras door, met soortgelijke zijpaadjes. Een parkje? Hm, dat is geen straat. Gelukkig denkt mijn navigatie dat ik wel degelijk langs een weg loop, waardoor ik de richting kan controleren. Wilka laat me weten waar zijpaadjes zijn en volgt verder vol overtuiging de bochten in het pad. Ik kies de juiste zijpaden en blijf op koers. Als ik een drukke weg hoor, houd ik die als doel aan.
 
Even later lopen we inderdaad weer langs de goede weg. Dat succesje is echter van korte duur. Ineens houdt de stoep op, wat ik merk doordat Wilka naar het fietspad naast me draait en blijft staan. Aan de passerende auto’s hoor ik dat ik in een bocht sta en als ik mijn navigatie goed begrijp, moeten we oversteken. Er is echter geen oversteekplaats aangegeven, in ieder geval niet voor mij. En erg veilig en overzichtelijk klinkt deze weg niet. Die steek ik liever niet over, helemaal omdat ik niet zeker ben van een stoep aan de overkant. Wat te doen?
 
Terwijl ik mijn telefoon controleer, komen er twee mensen aan. Ze kennen de plek, maar hoe je er het best kan komen weten ze niet zeker. Er wordt aan de wegen gewerkt en er liggen stukken open. Ze bieden aan mee te lopen. Hebben ze daar tijd voor? Ze liepen in tegengestelde richting en ik wil niet dat ze zich verplicht voelen om vanwege mij te laat te komen. “We zijn aan het wandelen. We hadden geen route gepland, dus we wandelen gewoon jouw kant op.”
 
Ineens een stuk minder bezwaard neem ik hun aanbod aan. Als vanzelf laten ze mij voorop lopen. Zodra de vrouw merkt dat Wilka stoeprandjes aangeeft, doet zij dat niet meer. De twee geven mij aanwijzingen, die ik weer doorgeef aan Wilka. Dat blijkt voor de terugweg ideaal. Ik ben blij met deze ongedwongen hulpvaardigheid en word nog blijer als ik hoor hoe leuk ze het vinden dit gebied weer eens te zien. Op een gegeven moment waarschuwt de man me voor kuilen. Kuilen voel ik echter niet. Dat klopt want, zo klinkt het bewonderend, Wilka leidt me er keurig tussendoor. Heerlijk af en toe te beseffen welke onopgemerkte knappe staaltjes geleidewerk mijn hond uit eigen beweging uitvoert.
 
Bij de deur zeg ik dat ik het verder wel red. Ik bedank ze hartelijk, blij dat zij juist op dat moment zin hadden in een wandeling. Dit had ik zelf waarschijnlijk niet makkelijk gevonden. Zij lijken tevreden met hun ongeplande tochtje en onder de indruk van Wilka’s vakmanschap. Mooi, zulke ontmoetingen. En dan moet het interview nog beginnen.
 
Binnen is het donker. Het klinkt als een kleine hal. Maar aan welke kant moet ik er weer uit? Ik vraag Wilka maar gewoon te gaan lopen. Als ze stilhoudt, hoor ik stemmen voor me. Met mijn hand glijd ik langs de wand of deur voor me, tot ik een klink voel. Ik ga naar binnen en vraag de eerste die me groet waar ik me kan melden, ik heb een afspraak. Ik heb immers geen idee of er een medewerker of bezoeker voor me staat. “Ik denk met mij”, is het vrolijke antwoord. Bestemming bereikt.
 
En weer terug
Na een leuk gesprek berg ik mijn opnameapparaatje weg en word ik netjes naar de ingang gebracht. Nu de uitdaging: zelf de weg terug vinden. De heenweg zat de ingang links, dus moet ik nu meteen naar rechts, simpel. De aanwijzing ervoor weet ik ook nog: linksaf slaan. Dus als ik hoor dat het gebouw aan mijn rechterkant ophoudt, verzoek ik Wilka naar rechts te gaan. Ze twijfelt. Ik vermoed omdat er auto’s rijden – aan het rijgedrag te horen is er een parkeerplaats – en niet omdat het de verkeerde kant op is. Ik wacht even tot de auto’s zijn vertrokken en dan neemt Wilka me zelfverzekerd mee.
 
Oké, en dan. Wilka wil linksaf. Naar rechts kan niet, rechtdoor wel. Een eerdere aanwijzing was “aan het eind van de weg rechts”. Zou dus weleens kunnen kloppen.
 
Zo vervolgen we onze weg. Soms herken ik iets, soms volg ik Wilka’s overtuigende keuzes. Als we ergens onderdoor lopen en Wilka daarna wil oversteken, weet ik dat dit het nare punt moet zijn waar ik de vriendelijke wandelaars trof. Dit keer zal ik zelf moeten oversteken. Tot mijn opluchting stopt er een auto voor me en bereik ik veilig de overkant. Dan weet ik het niet zeker, maar Wilka wel. Zonder aarzelen trekt ze me een paadje in. Inmiddels heb ik mijn navigatie weer ingeschakeld; we hebben de werkzaamheden achter ons gelaten. Aangezien de app de bushalte niet kon vinden heb ik alleen de straat ingevoerd. Ik weet niet hoe lang die is en dus ook niet hoe betrouwbaar de richting. Dit paadje lijkt op het eerdere deel waar we zo zigzagden. Nu heb ik echter niet het geluid van de drukke weg als richtingaanwijzer. En dus besluit ik Wilka’s oordeel volledig te volgen. Veel sneller dan verwacht komen we bij een straat met een naam die ik van de heenweg herken. Ik kan me vergissen, maar volgens mij heeft Wilka zojuist een veel snellere route gekozen. We worden vergezeld door vrolijke kerstliedjes, kinderstemmen en de heerlijke geur van eten. Oliebollen? Zou dit het marktje zijn dat eerder werd opgebouwd?
 
Verderop is Wilka het niet eens met mijn navigatie. Ze is zo stellig, en ik zo nieuwsgierig, dat ik haar volg. Opnieuw een paadje tussen stukken gras en dan een trapje. Vergist Wilka zich of vindt ze het hier gewoon leuk? Ik zal het nooit weten. Feit is dat we even later door een wijk slingeren waar we vandaag nog niet zijn geweest. Ik volg mijn navigatie, Wilka volgt heel braaf mijn aanwijzingen. Aangezien we nu hoogstwaarschijnlijk ergens anders op de straat van bestemming uitkomen, besluit ik ons eindpunt te wijzigen. Straks heb ik de straat gevonden en weet ik niet welke kant ik op moet voor de bus, daar heb ik geen zin in. Zeker niet omdat ik zie dat het station nog geen twee kilometer lopen is en ik de beweging in de koude decemberlucht heerlijk vind.
 
Een heel stuk gaat het vlekkeloos. Wat een feest om zo met mijn hond samen te werken en geen moment onzeker te zijn, terwijl ik geen idee heb waar ik precies ben. Wilka laat zien hoe creatief ze is wanneer de stoep te smal voor ons wordt en ik haar toestemming geef op straat te lopen. Geen goed idee, vindt Wilka, ze wil oversteken. Goed dan. En jawel, aan de overkant is een brede stoep.
 
Net wanneer mijn telefoon meldt dat ik bijna rechtsaf moet om naar het Stationsplein te gaan, verschijnt de melding dat het ding nog maar 20% batterijlading heeft. Ik accepteer de zogeheten energiebesparingsmodus. Dat neemt-ie letterlijk: hij valt meteen volledig uit. Oké, dan maar zelf. Ik gok erop dat de volgende afslag al degene is die werd bedoeld. Er lopen veel mensen, een goed teken. En even later liggen er verdacht veel geleidelijnen. Stationsgebied, dat kan niet anders. Als ik voor me bussen hoor, veel bussen, weet ik genoeg. Ook Wilka herkent het en leidt me om het busstation heen naar de goede kant. Daar blijkt mijn telefoon het weer te doen. Ik open de app om te zien wanneer mijn bus gaat. Bam, weer uit. Ook deze telefoon kan dus niet tegen kou. Dan maar ouderwets vragen.
 
Thuis rent Wilka enthousiast naar binnen. Ik geef haar apetrots een knuffel en laat haar zich uitleven op een kluif. Ze is duidelijk tevreden met zo’n uitdagende werkdag. 56% batterij, meldt mijn telefoon doodleuk. Irritante koukleum. Gelukkig kan ik wel altijd bouwen op mijn knappe viervoeter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten