De naam van het zomerconcert in Het Concertgebouw is veelbelovend: Met André Kuipers naar de maan. Precies vijftig jaar nadat de eerste mens voet op dit hemellichaam zette, neemt hij ons mee op reis. Samen met Symfonieorkest Vlaanderen.
Kuipers vertelt over de space race en de voorsprong van de Russen. Over hoe de VS hun eerste astronaut de ruimte in stuurden, en slechts een paar jaar later collega’s de maan bewandelden. Onvoorstelbaar. Voor mij nauwelijks te rijmen met een tijd waarin er net tv en nog geen internet was. Hij vertelt over de training en wat er nog meer bij de reis kwam kijken. Wat vooraf ging, wat volgde. We horen en zien fragmenten op een groot scherm, zoals de communicatie met Mission Control en de gevleugelde woorden van Neil Armstrong. Best bizar dat je kan praten met iemand op de maan.
Zijn verhalen worden afgewisseld met muziek van het Symfonieorkest Vlaanderen. Terwijl zij spelen, verschijnen op het scherm - denk ik - prachtige beelden van de aarde, maan, ons zonnestelsel, astronauten aan het werk, vurige lanceringen. Ik laat me naar het heelal voeren op de klanken van de muziek. Het openingsnummer had een cliché kunnen zijn, maar “Also sprach Zarathustra” past uitstekend bij zo’n spectaculaire, spannende gebeurtenis. Ook de andere stukken delen de sfeer van het moment. De snelheid en grootsheid van de lancering en vlucht, de vurige mislukkingen. De prachtige filmmuziek van E.T. geeft geluid aan de lol die de mannen hadden. Aan het eind schetst Kuipers een toekomstbeeld van de ruimtevaart. Ik neem het aan, maar eigenlijk gaat de maanlanding van vijftig jaar geleden al mijn verstand te boven. Dat heelal blijft toch iets mysterieus. Kuipers meldt dat wat vroeger fantasie leek, inmiddels werkelijkheid is. En zo zal het blijven gaan. Het orkest sluit toepasselijk magisch af met “Hedwig’s Theme” uit Harry Potter. De muziek neemt me mee naar jaren terug. De klanken zijn verbonden met verwondering, ontdekking en vriendschap. Los daarvan is het een fantastisch stuk. Een betere afsluiting kan ik niet wensen.
Pracht en eenzaamheid
Ik ben blij verrast wanneer voor aanvang de dirigent wordt aangekondigd: Kristiina Poska. Een vrouw voor het orkest, wat goed! Ik ben erg benieuwd naar de eerste klanken; de akoestiek in Het Concertgebouw moet geweldig zijn. Als het orkest begint te spelen, val ik echter niet van mijn stoel van verbazing. Dan dringt het langzaam tot me door: ze spelen onversterkt. Ik had verwacht dat de luidere, schellere instrumenten bij een orkest dan de boventoon zouden voeren, maar niks is minder waar. Ik onderscheid veel meer instrumenten en klanken dan wanneer alles netjes door een geluidsman is afgesteld. En nuances zijn er te over. Een zachte, subtiele opening is ook echt zacht. Maar het geluid bereikt ons op het balkon zonder dat ik moeite moet doen het te horen. Daardoor krijgt het orkest de kans in een stuk op te bouwen naar een overweldigende uitbarsting. Majestueus. Ik begrijp alle lof. Zo komt muziek tot zijn recht. Zo kan het alle facetten van klank en volume inzetten om het publiek te raken.
Raken doet één stuk in het bijzonder. Kuipers heeft net verteld over een grote maankrater in het weidse, verlaten landschap. “Magnificent isolation”, aldus de astronaut die daar jaren geleden stond. Het orkest zet zacht in. Langere, verstilde, trieste klanken. Dan klinkt van links een trompet. Vanaf het gangpad op het balkon, vlak bij waar wij zitten, zweeft zijn eenzame roep over de zaal. Het orkest reageert. Keer op keer klinkt de roep, steeds rommeliger beantwoord. Ik heb de beelden niet nodig om de pracht en eenzaamheid te voelen. Het stuk zou ervoor geschreven kunnen zijn, maar later blijkt dat het ouder is. Mijn interpretatie zit er niet ver naast: het gaat om “The Unanswered Question” van Charles Ives. Wauw.
Of ik na al dit moois en boeiends naar de maan wil? Nou nee. Aangezien ik het kan presteren misselijk te worden op een schommel, lijkt me dat geen goed idee. Maar ik weet wel wie ik zo'n reis gun: de mensen achter mij. Ze kraken en fluisteren, de kinderen tikken met hun voet, klagen over hun stoel en roepen vragen over de beelden. Ze worden nauwelijks tot stilte gemaand. De gesprekken met de volwassenen worden juist luider en luider. Mijn - hopelijk - geïrriteerde blikken over mijn schouder hebben maar kort effect. Ja, die mensen gun ik zo'n fantastische tocht naar de maan van harte. Enkele reis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten