vrijdag 2 augustus 2019

Toegankelijkheid

Imperial War Museum
 
Wil ik op reis, moet ik plannen. Spontaan in een vliegtuig of op een boot springen is er niet bij. De juiste papieren en entingen voor geleidehond Wilka, begeleiding op de luchthaven als ik alleen reis en op tijd melding maken bij de luchtvaart- of bootmaatschappij dat er een blinde aan boord wil, zijn de minimale vereisten. Liever werk ik een langer lijstje af. Hoewel Wilka in steeds minder landen geweigerd mag worden, check ik of ze welkom is voor ik een slaapplaats boek. Zo niet, wil ik daar niet eens vakantie vieren. Dan zijn er de uitstapjes. Want als ik reis, wil ik het land ervaren. En hoe meer ik reis, hoe meer ik leer over toegankelijkheid.

 
Internet is een fantastische bron van informatie. Zo ontdekte ik dat je in Florence zonder afspraak het Uffizi kan binnenwandelen, je een handschoentje aan krijgt en allerlei oude beelden mag aanraken. Met informatiebordjes in braille ernaast. In de buurt van Pisa is een hotel met voorzieningen voor blinden: geleidelijnen richting strand, voelbare plattegronden en behulpzame bediening in de eetzaal. Maar het meest onder de indruk blijf ik van het Verenigd Koninkrijk.
 
Bij de Warner Bros. Studio Tour London was het personeel goed op de hoogte van wat ze blinde en slechtziende bezoekers mogen bieden, en kreeg ik allerlei boeiende voorwerpen in handen. In Londen kregen mijn ziende reisgenote en ik een rondleiding van een enthousiaste gids door het Imperial War Museum. Zo werden onzichtbare spullen achter voor mij ondoordringbaar glas ineens heel interessant. Er was alle ruimte om vragen te stellen en te leren wat wij wilden. Uiteraard was de rondleiding op afspraak, maar dat is in dat land geen enkel probleem. Bijna alle musea, kastelen en andere culturele plekken hebben op hun website een pagina over “accessibility”, waar alles te vinden is. Welke ingangen je met een rolstoel kunt gebruiken en waar je helaas niet kunt komen. Of er een ringleiding is voor slechthorenden. Dat hulp- en geleidehonden welkom zijn. Welke extra faciliteiten, zoals eerdergenoemde rondleiding, ze bieden en hoe je die regelt. Ideaal.
 
Voor dit jaar staat Schotland op de planning en dus ging ik op onderzoek uit. Aangezien we in augustus in Edinburgh verblijven, mogen muziek en theater niet ontbreken. Ook de Edinburgh Fringe, het grootste kunstfestival ter wereld, heeft zo’n nuttige accessibility-pagina. Je kunt opzoeken welke zalen rolstoeltoegankelijk zijn en bij welke shows je je baby mee mag nemen. Ze bieden zelfs introductiepakketten voor mensen met autisme. Ik stuurde een mail om te vragen of ik nog ergens rekening mee moet houden als ik met mijn geleidehond een voorstelling wil bezoeken. Al snel kreeg ik uitgebreid antwoord terug: als ik wilde, konden ze aan mijn account een melding koppelen, zodat de locatie een ruimere zitplaats vrijhoudt en ons als eerste naar binnen laat gaan. Ik moest zelf maar aangeven wat ze wel en niet voor me moest aanvinken. Dat is wel even anders dan die keer in de Verenigde Staten, toen een medestudent en ik ineens de groep kwijt waren omdat we zonder pardon mee moesten in een rolstoelbus.
 
Het National Museum of Scotland biedt op afspraak zogeheten “audiodescriptive tours” voor blinden en slechtzienden. Ik was verrast door het aanmeldformulier dat ik kreeg. Ze wilden niet alleen onze gewenste datum en tijd weten en hoeveel blinden er zouden komen. Nee, dit ging veel verder. Hoeveel ik zie, of ik in een rolstoel zit, of ze een begeleider moeten regelen, of ik autisme heb en bijvoorbeeld liever niet naar drukke ruimten ga, of ik de voorkeur geef aan donkere of lichte zalen... Daarbij wilden ze graag weten waar onze interesses liggen, zodat ze de tour daarop kunnen aanpassen. Als jij een museum bezoekt, bekijk je vast vooral de zaken die jou aanspreken. Die kans krijg ik nu ook.
 
Gelukkig zijn er in Nederland ook steeds meer initiatieven om onder meer musea toegankelijk te maken. En in musea waar geen speciaal programma is, is personeel vaak welwillend. Probleem is dat je dat pas zeker weet als je er bent. Het is fijn als je vooraf makkelijk kunt vinden wat je kunt verwachten, welke aanpassingen er zijn. Rondleidingen waarbij je dingen mag aanraken, worden vaak op vaste tijden georganiseerd. Geregeld vroeg op de dag – niet handig als je ver moet reizen – of onder werktijd. Dan moet je maar net kunnen. En je wordt min of meer gedwongen steeds met ‘de doelgroep’ op pad te gaan. Meestal wordt één onderwerp uitgelicht, of een gids vertelt over een schilderij of drie, terwijl ik misschien wel benieuwd ben naar heel iets anders.
 
Ik snap dat een museum keuzes moet maken en dat er genoeg personeel moet zijn; een privégids zoals in het Verenigd Koninkrijk voelt ontzettend luxe. En in hoeverre sommige kunstvormen goed over te brengen zijn in een andere vorm, is wat mij betreft sowieso de vraag. Toegankelijkheid betekent niet elk detail aan iedereen proberen over te brengen. Het moet ook niet zo zijn dat ik dankbaar behoor te zijn dat er überhaupt een mogelijkheid is. Dingen vooraf plannen ben ik wel gewend. Maar laat me bezoeker zijn. Iemand die net als ieder ander gewoon een dagje met vrienden of familie op stap is, of alleen. Hoewel we nu al voor vertrek een gedeeltelijke planning hebben en soms de klok in de gaten moeten houden, voelt wat het museum en de Fringe in Edinburgh me bieden als vrijheid. Gaan op het moment dat mij uitkomt, zien wat ik wil zien, weten dat Wilka mee kan, niet mijn reisgenoot als enige venster op de collectie. Toegankelijkheid gaat niet alleen om wát. Het gaat minstens zo veel om hóe.
 
Benieuwd naar mijn eerdere ervaringen in Italië en Engeland? Lees Noord-Italië voor de blinde reiziger, Wilka de vliegende reddingshond en Next stop: London.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten