donderdag 8 april 2021

Door de brug

Wilka rent door bos

Ik hoor iets. Een ding. Op een plek waar ik ‘ruimte’ verwachtte te horen. Ik duw snel mijn opgeheven voet naar beneden, stevig tegen het asfalt. Noodrem geactiveerd, tijd voor inspectie. Met mijn stok tast ik het object af, dat dwars over het pad staat. Mijn ogen menen iets rood-witachtigs te zien. Mijn conclusie wordt bevestigd door een vriendelijke voorbijganger die me uit komt leggen dat het bruggetje is afgesloten. Oké, change of plans.


 

Aan de overkant van dat bruggetje ligt het beginpunt van mijn rondje Berendonck. Geleidehond Wilka en ik hebben al aardig wat kilometers in de benen/poten, waarvan zij het grootste deel rennend en zwemmend aflegde. Maar op deze zeer wisselvallige dag is het zowaar droog en komt zelfs de zon schuchter tevoorschijn, dus ik kan er niet mee zitten. Ik keer om, Wilka spurt vooruit. Maar wacht eens even, die extra kilometers mogen dan niet erg zijn, maar weer dezelfde weg terug is jammer. Als we dan toch nog wel even aan het lopen zijn, is dit de uitgelezen kans te ontdekken waar dat zijpad heen leidt dat ik al zo vaak vragend inkeek. Ik roep Wilka bij me, doe haar tuig om en zeg haar welke kant we op gaan. Bij de splitsing houdt ze in en kijkt om. Ik voel gewoon het vraagteken boven haar hoofd. Maar als ze merkt dat ik me niet vergis en echt wat anders wil, trekt ze me enthousiast het zandpad op.

 

Mijn navigatieapp berekent doorgaans heel snel een nieuwe route als ik bewust of onbewust niet luister. Blijkbaar maakt die brug de route echter dusdanig veel korter, dat ik minutenlang wordt begeleidt door een vasthoudend “Keer om.” En gezien ons looptempo leggen we in die tijd een aardige afstand af. Wilka is meteen in haar ‘onbekend-terrein-modus’: met kopbewegingen attendeert ze me op zijpaden en -straten, ook aan de overkant van de weg, en soms draait ze er vragend naartoe. Ik liep weleens eerder in dit gebied, maar te weinig om ook maar iets te herkennen, mocht ik eerder betreden paden inslaan. Ik geef haar zonder aarzelen commando's waardoor zij weet waar ze heen moet, gebaseerd op een mengsel van richtingsgevoel en een grote dosis bluf.

 

Modderig bospad gaat over in fietspad, en uiteindelijk belanden we op een buitenweg. Die zijn ons niet vreemd. Wilka loopt strak langs de kant, en telkens wanneer ons een auto tegemoet snelt op deze smalle strook asfalt, trekt ze me de berm in. Ze gaat voor me staan en wacht tot de auto voorbij is. Wie haar dat geleerd heeft? Een enkele keer zal ik haar in de afgelopen jaren mee de berm in hebben genomen als me dat verstandiger leek, maar deze actie komt vooral uit haarzelf. Ze doet het overduidelijk vaker op smalle wegen, en sneller bij harder rijdend verkeer. Bepalen of we veilig kunnen oversteken kan ze absoluut niet. Onze veiligheid in het verkeer is en blijft mijn verantwoordelijkheid. In deze situatie gehoorzaam ik haar altijd.

 

Inmiddels heb ik echt geen idee meer waar ik ben. Ook niet wanneer mijn navigatie eindelijk erkent dat ik nu eenmaal koppiger ben en naast aanwijzingen ook straatnamen noemt. Dit zijn de heerlijkste wandelingen. Buitengebied, dus geen onoverzichtelijke onbekende en daardoor enge verkeerssituaties. Ik hoef de rest van de dag niets en het blijft nog uren licht. Ik kijk bewust niet hoe ver het volgens mijn app lopen is naar huis. De kans is sowieso groot dat die tijdsindicatie wordt bijgesteld, omdat ik een aanwijzing verkeerd opvolg. Omdat ik hem niet begreep, uit veiligheidsoverwegingen of gewoon omdat een ander pad mijn nieuwsgierigheid wekt. Gewoon lopen, de zon en frisse wind op mijn gezicht, de geur van boerderijen in mijn neus en het geluid van her en der wat mensen op de velden, de snelweg in de verte, een auto, maar vooral veel vogels. Ik voel de ruimte om me heen. Tijd doet er niet toe. Ik kom vanzelf een keer thuis.

 

Dat ik nauwelijks mensen en verkeer tegenkom, betekent niet dat het voor Wilka een makkie is. Takken, modder en vooral heel veel water maken dat ze zelden een stuk gewoon rechtdoor kan lopen. Geen makkie, nou ja, het is maar wie je het vraagt. Ze twijfelt geen moment aan haar eigen oordeel. Ze moet me altijd over pad, stoep of weg leiden, maar nu voel ik geregeld gras onder mijn voeten, of de erg schuine berm van een landweg. Waarom ik er niets van zeg? De felle schitteringen naast me vertellen me genoeg: ze bespaart me natte voeten. Zo vind ik haar echt op haar best. De regels volgend waar het kan, er zelfverzekerd van afwijken als dat beter is. Liever een klein beetje modder dan een diepe plas; liever een tak die iets langs mijn arm strijkt en vaste grond onder mijn voeten, dan wegzakken in dikke blubber. Één keer blijft ze staan, ook als ik haar aanspoor door te lopen. Als we niet verder kunnen, draait ze meestal resoluut de andere kant op als ik blijf doordrammen. Dat ze dat nu niet doet, is weer een voorbeeld dat laat zien hoe goed we elkaar inmiddels begrijpen. Want als ik haar beugel loslaat en tastend met mijn stok voorzichtig door de plas loop waar we echt niet omheen konden, tref ik aan de andere kant weer stevig zandpad.

 

Als het gaat om regels breken, heeft Wilka echt twee kanten. Als ze merkt dat iets niet per se hoeft, bijvoorbeeld me waarschuwen voor stoepranden, houdt ze daar al gauw mee op. Een enkele keer probeert ze zoiets uit, en als ik haar dan laat weten dat het toch echt moet, is dat voldoende en vindt ze dat ook prima. In die gevallen probeer ik dus consequent te zijn. In andere ben ik dat weer totaal niet, zoals vandaag. Want nee, eigenlijk mag ze me niet zomaar het gras op trekken. Nee, als ik geen wandelschoenen aan had gehad, zou ik niet blij zijn met de modder waar ze me soms toch voorzichtig doorheen leidt. Maar ik ben absoluut niet bang dat ze op basis hiervan de basisafspraken gaat herzien. In situaties als deze, en bijvoorbeeld de sneeuw van een tijdje geleden, handelt ze heel weloverwogen. Dat bevestigt ze nog maar eens wanneer we op een mulle, enorm hobbelige zandweg tussen velden door lopen. Misschien wel een meter of vijftig blijft ze regelmatig naar links kijken. Ik merk aan haar hele houding dat ze eigenlijk naar links wil, maar ze doet het niet. Pas wanneer de grasstrook naast ons op zijn smalst is, trekt ze me er, na een vragende houding van haar kant en een bevestiging van mij, overheen het hardere zand van het fietspaadje op.

 

Ik raak er steeds meer van overtuigd dat Wilka mijn navigatie verstaat. Geen hele rare gedachte denk ik, want dat ze dat soort klanken interpreteert weet ik inmiddels van onze reizen in bus en trein. Laatst nog voelde ik hoe ze, toen we redelijk in de buurt van het station waren, haar kop optilde bij de woorden “volgende halte” van het omroepsysteem. Pas toen de daadwerkelijke haltenaam had geklonken, vloog ze overeind. Ik merk het ook wanneer ik met mensen meeloop die me de route vertellen. Al verpakken ze aanwijzingen in hele zinnen, richtingen pikt ze feilloos op. Ook bepaalde zinsnedes van mensen met wie we vaak op pad zijn, herkent ze duidelijk. Vandaag gaat ze soms vol in de remmen als ze mijn telefoon hoort kletsen, en kijkt ze verwachtingsvol naar me om. Iets wat ze niet doet als ik geen navigatie heb aanstaan en zomaar een melding op mijn telefoon krijg. Net te vaak om toeval te zijn volgt ze aanwijzingen van de stem op zonder dat ik iets heb gezegd. Ze pikt ook veel van mijn lichaamstaal op, bijvoorbeeld als ik naar een kant tuur om te proberen iets van de omgeving en een mogelijk pad te zien. Maar die verklaring is niet afdoende. Op een gegeven moment zegt de stem uit mijn broekzak dat we zo naar rechts moeten. Ik zeg Wilka nog niks, omdat het nog even duurt voor die plek komt. Dan ineens zegt het ding dat we “deze weg” moeten blijven volgen. Op basis van eerdere ervaringen vertrouw ik de laatste aanwijzing en loop rechtdoor. Maar na een paar stappen draait Wilka resoluut naar rechts en blijft staan. En jawel, we staan tegenover een zijpad. Dat we inderdaad in moeten, want ik hoor niemand klagen als ik Wilka volg.

 

Ik loop de zeven kilometer naar huis vol vertrouwen met Wilka mee, haar vakwerk bewonderend en genietend van haar slimheid en onze communicatie. Soms wijst ze enthousiast een bospad aan, maar als ik die niet in wil, laat ze dat plannetje zonder enige aarzeling of protest varen. Meestal volg ik mijn navigatie, soms vind ik Wilka’s ideeën beter. Hoewel we beide enorm geconcentreerd zijn, voelt dat juist niet zo. We wisselen af in wie initiatief neemt zonder enige strijd of verwarring. Soms lijken we vlug even te overleggen. Geen idee hebben wat er op je pad komt en dan zo vol vertrouwen zigzaggen, voorzichtig door kuilen heen klauteren die het beste alternatief op een pad vol obstakels zijn, over volslagen onbekende wegen snellen en ondertussen genieten van de ruimte en natuur… Dat is vrijheid. Echt, ik zou iedereen het liefst laten ervaren hoe bijzonder het is om zo met iemand samen te werken. Naast de voorbeelden hierboven waren er vermoed ik nog vele momenten waarop we vlug signalen uitwisselden die ik zelf heb gemist. Gewoon, omdat het na al die jaren zo vanzelf gaat. De melding “Je bent dicht bij je bestemming” is zowel overbodig - er komt altijd wel weer een punt waar ik het herken - als bijna onwelkom. Ik weet nog steeds niet waarom ik de brug niet mocht oversteken en wie hem heeft afgezet. Maar ik ben diegene een bedankje verschuldigd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten