De wekker
gaat. Ik sta op, maak me klaar voor de dag, laat Wilka uit en geef haar eten.
In alle opzichten een heel normale dag, maar voor mij voelt hij speciaal.
Vandaag is dag 101 met Wilka. En hoewel 101 ook gewoon een leuk getal is, is
dat niet de reden dat ik waarde aan dit nummer hecht. De vorige dag 101 viel
ook op een woensdag, 29 oktober 2014. Dat was dag 101 met Loni en tevens de
laatste dag van onze samenwerking. Een dag die ik niet snel zal vergeten. Maar
ondanks dat het weer een woensdag is, lijken daar de overeenkomsten ook op te
houden. Deze dag 101 lijkt een hele normale, haast saaie dag te worden. En wat
kan dat soms fijn zijn!
Terwijl ik
dit schrijf, ligt Wilka aan mijn voeten onder de tafel. In mijn beleving een
typisch Loni-plekje: zij lag het liefst ergens in een hoekje of gaatje. Wilka
daarentegen lag de eerste tijd juist midden in de kamer. De laatste tijd ben ik
haar echter steeds vaker kwijt in huis. Dan blijkt dat ze weer een nieuw hoekje
ontdekt heeft waar ze lekker kan liggen. ’s Avonds ligt ze, net als Loni vorig
jaar, vaak languit met haar rug tegen de bank aan, het liefst in contact met
mijn been of voet. In 101 dagen heb ik Wilka al aardig leren kennen, al is onze
ontdekkingstocht nog lang niet klaar en eindigt deze ook misschien pas met haar
pensioen. Tijdens mijn instructie bij KNGF Geleidehonden omschreef ik Wilka als
een mix van Freaser en Loni. Ze toont haar karakter steeds meer aan me en is in
mijn hoofd al lang een uniek levend wezen. Toch zie ik naarmate de tijd
verstrijkt juist meer overeenkomsten tussen haar en haar voorgangers, in plaats
van minder.
Wilka heeft
niet alleen een geheim lijntje met Loni, die ze nog nooit heeft ontmoet; ze
wordt ook overduidelijk geïnstrueerd door Freaser. Ze stopt haar kop graag op
dezelfde manier tussen mijn benen, houdt van pootjes geven (al geeft zij er dan
twee tegelijk) en ook tijdens spel merk ik steeds vaker dat ik hetzelfde
reageer als op Freaser en dat Wilka dan op haar beurt weer dezelfde reactie
geeft. Happen naar mijn handen als ze op haar rug ligt te kronkelen,
bijvoorbeeld. Al wil zij mijn hand dan ook graag vasthouden, wat ze heel
zachtjes kan, terwijl voor Freaser de lol er af was als hij mijn hand mocht hebben.
Freaser en Wilka kunnen heerlijk spelen samen en Freaser heeft dan alle tijd
haar in te fluisteren hoe ze mij moet irriteren, want Freaser wist in de jaren
dat hij mijn geleidehond was maar al te goed wat mijn zwakke kanten waren.
Helaas voor Wilka heb ik in die tijd ook steeds beter geleerd hoe ik met
Freasers buien om moest gaan.
Wilka heeft
sinds een paar weken bedacht dat ze niet naar de bushalte wil die buiten de
wijk ligt, maar naar de halte vlakbij huis. Ze wil dan ook rechtdoor lopen, in
plaats van mijn commando op te volgen rechtsaf te gaan. Ze volgt Freasers
instructies precies op en zet er, als we ter hoogte van de afslag zijn, ineens
flink de pas in. Dit signaal ken ik maar al te goed en ik ben dan ook meteen
alert en zeg haar streng rechtsaf te slaan, wat ze na een hele korte aarzeling
ook braaf doet. Als ze in haar normale tempo door was gelopen, had ik de afslag
misschien gemist, maar ineens hard trekken is een ontzettend vertrouwd signaal
geworden. Freaser paste dit te pas en te onpas toe als hij het niet met me eens
was over de te kiezen route en bijvoorbeeld naar het bos of de dierenwinkel
wilde. Een eitje dus, dat Wilka dezelfde tactiek gebruikt. Helemaal omdat zij,
als ze eenmaal de afslag genomen heeft, weer net zo vrolijk en vlot de juiste
route vervolgt. Dat is een heel verschil met een hond die gerust de rest van de
route kon blijven mokken. Freaser heeft haar dus nog heel wat te leren als het
op aandringen aankomt.
Maar Freaser
leert haar ook steeds meer, dus misschien staat mij nog wel heel wat te
wachten. Net als Freaser lijkt Wilka eerst de kat uit de boom te kijken, voor
ze echt gaat proberen wat ze bij me voor elkaar kan krijgen. Samen met een
vriendin liepen we vanuit het bos naar huis. Ik had haar net verteld dat ik zo
blij was dat Wilka ook naar huis altijd lekker doorliep, toen ze besloot haar
nieuwste les in de praktijk te brengen. Haar tempo nam steeds verder af, tot ze
geheel stil bleef staan. En oh, wat was ook dat herkenbaar. Freaser kon ik soms
op weg naar het bos bijna niet houden, maar weer naar huis lopen kon heel wat
ergernissen opleveren. Ik had behoorlijk wat geduld en koppigheid nodig om van
hem te winnen en hem te laten zien dat langzaam lopen en stilstaan hem echt
niks op zouden leveren. Het heeft aardig wat tijd en frustratie gekost voor ik
zelf leerde wat wel en niet werkte en hoe ik zelf rustig en kalm kon blijven.
Nu Wilka hetzelfde gedrag liet zien, reageerde ik haast op de automatische
piloot en gelukkig voor mij blijkt zij gevoelig voor dezelfde reacties. Anders
was het nog een hele puzzel geworden. Nu had ik Wilka al snel weer aan het
lopen. Beter nog, na nog een paar pogingen zette ze er weer flink de pas in en
liep ze de rest van de route blij naar huis. Doordat ze ineens zo op Freaser
leek, was ik haast verrast over hoe snel ze het opgaf: de route waarop Freaser
zo kon klieren was twintig minuten, maar dat hield hij zonder moeite vol.
Wilka is
altijd blij en vindt alles leuk. Dit is ook wat ik van veel mensen op straat te
horen krijg. Zij lijkt geen chagrijnige of onwillige buien te hebben, zoals ik
die wel van Freaser heb leren kennen. Die kon sommige momenten echt geen zin
hebben, of een week lang bezig zijn zijn grenzen op te zoeken. Wilka had mij
het idee gegeven dat zij niet wist wat nukkig zijn was, maar inmiddels weet ik
beter. Ze doet het niet vaak, maar áls ze het echt niet met me eens is, zal ik
het weten ook. En dan lijkt ze ineens nog standvastiger dan Freaser. Ik heb al
eerder geschreven
over haar koppigheid en dat is niet de enige keer dat ze me op zo’n manier
op de proef stelde. Maar die koppigheid bleef dan gerelateerd aan de situatie
of het voorwerp in kwestie en beïnvloedde verder niet haar gedrag naar mij toe.
Maar blijkbaar is een stoel een reden om dit patroon te doorbreken.
Voor ik naar
bed ga, laat ik Wilka altijd nog een keer uit. Dat we een ‘slaap lekker-ritueel’
hadden ontwikkeld, had Wilka eerder in de gaten dan ik. Toen ze een tijdje hier
was en ik haar had uitgelaten, liep ze de kamer in en bleef ze daar
plompverloren staan. Ik had geen idee wat ze wilde, totdat ik bedacht dat ik
haar altijd even een knuffel gaf, alvorens we allebei gingen slapen. Zou ze
daar op wachten? Ik volgde haar de kamer in, ging op mijn hurken zitten en ja
hoor, ze snelde naar me toe en kroop blij kwispelend zo’n beetje in me. Na een
uitgebreide knuffel zocht ze tevreden haar kussen op en mocht ook ik naar bed.
Deze routine herhaalt zich nog iedere avond en ik kan keer op keer niet anders
dan vertederd zijn. Behalve een paar avonden terug. Terwijl ik op de bank zat,
klom Wilka zonder aarzelen in een stoel, iets wat ik absoluut niet wil hebben.
Omdat ze al vaker ongestraft in stoelen had gelegen – wat ik alleen weet omdat
er dan ’s ochtends haren in lagen – wilde ik mijn punt maken. Ik haalde haar
dan ook de stoel uit en vertelde haar dat dit toch echt niet de bedoeling was.
Ik kan best wat van haar hebben, maar dit pik ik niet en dat kreeg ze maar al
te goed door. Ze ging bij me weg en plofte op de vloer neer. Tijdens de laatste
uitlaatronde bleef ze uit mijn buurt en toen ik haar de welbekende knuffel
wilde geven, liep ze stug de andere kant op. Ze kroop op haar kussen, waar ze mokkend
bleef liggen. Ze stond toe dat ik haar daar aaide, maar weigerde naar me te
kijken. Gelukkig kon ik ook wel zonder knuffel slapen en ging ik naar bed in de
volle overtuiging dat ze me wel snapte. Deels deed ze dat ook, want ze heeft in
mijn bijzijn geen poging meer gedaan. Maar twee ochtenden later, terwijl zij
aan de andere kant van de kamer onder de tafel de slaap van de onschuldigen
sliep, ontdekte ik zand in de stoel...
Het is dag
101 en ik hoop dat er nog heel veel dagen zullen volgen. Ondanks dat Wilka iets
heel vertrouwds over zich heeft vanwege haar schijnbare banden met Loni en
Freaser en omdat ze zo’n open hondje is, heb ik nog een hoop te puzzelen. En
ook dat illustreert maar weer dat er wederom een goede match voor me is
gemaakt, want ik heb duidelijk gevraagd om een hond die niet saai is. En dan
heb ik het nog niet eens gehad over de ontspannen manier waarop ik met haar
meeloop. Dat ik me er soms op betrap in gedachten heel ver weg te zijn,
instinctief wetend dat Wilka wel alert blijft. Dat ik haar zo onnadenkend mijn
volledige vertrouwen geef, zegt wat mij betreft genoeg. Op deze bijzondere,
hele normale dag neem ik Wilka zo mee voor een zwempartij. Want wat kun je nu
beter doen op zo’n dag dan samen, met zijn tweetjes, een klein feestje bouwen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten