zondag 26 juli 2015

Openbaar verdriet


Toen ik nachten wakker lag, zag ik pas echt de zon opgaan
En ik snapte pas wat liefde is, toen jij bij mij bent weggegaan
Ik wist niet wie ik zelf was, tot ik achter was gebleven
Pas toen ik iets ging voelen, is muziek voor mij gaan leven
 
Ik leerde wat een thuis is, toen er niemand op me wachtte
En voelde pas de ironie, toen zelfs jij niet om me lachte
Toen ik jou niet meer zag, heb ik jouw naam opgeschreven
En pas toen jij in een lied zat, is muziek voor mij gaan leven
 
Yentl en De Boer – “Muziek”
 
 
Sterk, kwetsbaar, dapper. Ik ben het allemaal genoemd. Wie schrijft, krijgt reacties en adviezen, wordt vergeleken met anderen. Toch besloot ik om niet alleen de leuke dingen, maar ook mijn pijn en verdriet publiekelijk het internet op te slingeren. Iedereen kan het nu lezen, er over oordelen, er iets van vinden. Dat lijkt riskant. Waarom doe ik het dan toch?
 
Verbijsterd scroll ik door mijn blogs van de afgelopen maanden. Het lijkt wel alsof er een volgorde, een plan in zit. En dat terwijl ik gewoon opschreef wat ik wilde delen. Schrijven was altijd al een hobby, hopelijk wordt het ooit weer mijn werk en soms is het ook een medicijn. Ik schrijf over wat me bezighoud, natuurlijk komen dan soms dezelfde onderwerpen terug. Maar als ik zie dat ik schreef over het onverwachte en onopvallende van grote veranderingen, een paar dagen voordat Loni op de geleidehondenschool achterbleef, glijdt er een rilling over mijn rug. In een volgende blog prees ik mezelf gelukkig dat ik niet op een keiharde manier een dierbare was verloren. Toen Loni een paar weken later definitief werd afgekeurd, werd me geadviseerd dit te behandelen als een rouwproces. Wat was ik toen blij dat ik niet goed wist wat dat inhield... Uiteraard, een vooropgestelde volgorde in gebeurtenissen zien kan pas achteraf en ik wil helemaal niet dat ze zijn gepland. Ze verklaren simpelweg waarom mijn blog een stuk minder lichtvoetig is dan in eerste instantie gedacht.
 
Het was helemaal niet de bedoeling dat deze blog dit soort onderwerpen zou behandelen. Liever had ik een blog gehad die vol stond met dingen waar niemand iets diepgaanders uit kon halen dan wat handige tips en positieve inzichten. Dan had ik een zorgeloos leventje gehad. Heerlijk. Maar dat hebben we niet voor het uitkiezen. Toen mijn eerste geleidehond vorig jaar wegviel en ik ineens weer op mijn stok was aangewezen, heb ik weken geroepen dat ik het zo lastig vond, helemaal omdat ik er niks aan kon veranderen. Dat was ook zo. Wanneer er een match met een nieuwe geleidehond zou worden gemaakt, was niet aan mij. Ik voelde me machteloos. Tot ik ineens iets besefte: er was wel degelijk iets dat ik kon doen; ik kon zelf bepalen hoe ik op deze gebeurtenis reageerde. Vreemd genoeg was dat besef al een stap in de goede richting.
 
Open proberen te zijn is zo’n keuze. Ik probeerde de uitdaging te zien in mijn situatie, maar vertikte het om te verzwijgen dat het lastig was. Dat laatste geldt ook voor het grootste verdriet van allemaal. Doen alsof er niks is veranderd voelt als een verloochening, van mezelf en van anderen. Dat neemt niet weg dat ik zeker twijfelde of ik moest bloggen over mijn pijn en verdriet. Wat moet de buitenwereld ermee? Vorig jaar nog blogde ik over de MH17 en hoe ik het lastig vond het verdriet van onbekenden keer op keer over me heen te krijgen. En die gedachte is niet veranderd, ook al ben jij misschien wel een onbekende en wil je niks te maken hebben met mijn persoonlijke drama’s. Maar jij hebt een voordeel: ik ben niet op de radio, niet op de tv, en het kruisje is maar een simpele klik van je verwijderd.
 
De een componeert een prachtig muziekstuk, de ander vormt stilzwijgend de liefdevolste gedachten. Ik schrijf. Nu mijn moeder zelf niet meer kan tonen wie ze is, voelt het goed zwart op wit te hebben staan hoeveel ik van haar houd. Acties zeggen meer dan woorden. Die uitspraak was me op het lijf geschreven; ik was nooit zo vocaal in mijn waardering en liefde. Een tekst op internet zetten is een actie.
 
Dit beantwoordt echter niet de vraag of een blog dan de juiste plaats is om zulke dingen te delen. Ik ben vindbaar voor werkgevers, wil ik werkelijk dat dit het eerste is dat ze van me zien? Ik aarzelde, maar vroeg me ineens af waarom. Als een werkgever niet kan accepteren dat ik mijn moeder mis, wil ik zijn werknemer niet eens worden. Ik wil niet dat mijn gemis iets wordt dat ik moet verbergen. Het hoeft echt niet altijd zichtbaar te zijn, anderen hoeven er niets mee, maar het hoort niet in een duister hoekje thuis. En als mensen even verder kijken, is er naast dat verdriet nog heel veel meer te zien. Zoals een vriendin me zei: “Jij bent niet je verdriet, maar het hoort nu wel voor altijd bij je.”
 
Een paar weken geleden zat ik in een theaterzaal en luisterde naar het verhaal van Marc de Hond. Het kippenvel stond op mijn armen toen hij, via hele andere wegen, tot exact dezelfde conclusie kwam. Pijn en verdriet zijn geen dingen om je voor te schamen, wonden genezen beter in de zon. En dus blijf ik bloggen. Ik hoop dat er nog veel leuke, vrolijke blogs zullen komen, maar ook al ben ik de schrijver van deze blog, dat heb ik niet geheel voor het zeggen. Ik ben niet de enige schrijver van mijn leven. Net zoals al mijn emoties, hoort ook deze blog bij mij. Dit is geen sprookje, geen ideaalbeeld, geen droom. Toen ik deze blog begon, wist ik nog niet geheel welke richting mijn teksten op zouden gaan, maar één ding wist ik toen al wel: “Dit, dames en heren, is mijn blog. En alleen ik kan die schrijven.”

1 opmerking: