Toen ik nachten wakker lag, zag ik pas echt
de zon opgaan
En ik snapte pas wat liefde is, toen jij bij
mij bent weggegaan
Ik wist niet wie ik zelf was, tot ik achter
was gebleven
Pas toen ik iets ging voelen, is muziek voor
mij gaan leven
Ik leerde wat een thuis is, toen er niemand
op me wachtte
En voelde pas de ironie, toen zelfs jij niet
om me lachte
Toen ik jou niet meer zag, heb ik jouw naam
opgeschreven
En pas toen jij in een lied zat, is muziek
voor mij gaan leven
Yentl en De
Boer – “Muziek”
Sterk,
kwetsbaar, dapper. Ik ben het allemaal genoemd. Wie schrijft, krijgt reacties
en adviezen, wordt vergeleken met anderen. Toch besloot ik om niet alleen de
leuke dingen, maar ook mijn pijn en verdriet publiekelijk het internet op te
slingeren. Iedereen kan het nu lezen, er over oordelen, er iets van vinden. Dat
lijkt riskant. Waarom doe ik het dan toch?
Verbijsterd
scroll ik door mijn blogs van de afgelopen maanden. Het lijkt wel alsof er een
volgorde, een plan in zit. En dat terwijl ik gewoon opschreef wat ik wilde
delen. Schrijven was altijd al een hobby, hopelijk wordt het ooit weer mijn
werk en soms is het ook een medicijn. Ik schrijf over wat me bezighoud,
natuurlijk komen dan soms dezelfde onderwerpen terug. Maar als ik zie dat ik
schreef over het onverwachte en onopvallende van grote veranderingen, een paar
dagen voordat Loni op de geleidehondenschool achterbleef, glijdt er een rilling
over mijn rug. In een volgende blog prees ik mezelf gelukkig dat ik niet op een
keiharde manier een dierbare was verloren. Toen Loni een paar weken later
definitief werd afgekeurd, werd me geadviseerd dit te behandelen als een
rouwproces. Wat was ik toen blij dat ik niet goed wist wat dat inhield...
Uiteraard, een vooropgestelde volgorde in gebeurtenissen zien kan pas achteraf
en ik wil helemaal niet dat ze zijn gepland. Ze verklaren simpelweg waarom mijn
blog een stuk minder lichtvoetig is dan in eerste instantie gedacht.
Het was
helemaal niet de bedoeling dat deze blog dit soort onderwerpen zou behandelen.
Liever had ik een blog gehad die vol stond met dingen waar niemand iets
diepgaanders uit kon halen dan wat handige tips en positieve inzichten. Dan had
ik een zorgeloos leventje gehad. Heerlijk. Maar dat hebben we niet voor het
uitkiezen. Toen mijn eerste geleidehond vorig jaar wegviel en ik ineens weer op
mijn stok was aangewezen, heb ik weken geroepen dat ik het zo lastig vond,
helemaal omdat ik er niks aan kon veranderen. Dat was ook zo. Wanneer er een
match met een nieuwe geleidehond zou worden gemaakt, was niet aan mij. Ik
voelde me machteloos. Tot ik ineens iets besefte: er was wel degelijk iets dat
ik kon doen; ik kon zelf bepalen hoe ik op deze gebeurtenis reageerde. Vreemd
genoeg was dat besef al een stap in de goede richting.
Open
proberen te zijn is zo’n keuze. Ik probeerde de uitdaging te zien in mijn
situatie, maar vertikte het om te verzwijgen dat het lastig was. Dat laatste
geldt ook voor het grootste verdriet van allemaal. Doen alsof er niks is
veranderd voelt als een verloochening, van mezelf en van anderen. Dat neemt
niet weg dat ik zeker twijfelde of ik moest bloggen over mijn pijn en verdriet.
Wat moet de buitenwereld ermee? Vorig jaar nog blogde ik over de MH17 en hoe ik
het lastig vond het verdriet van onbekenden keer op keer over me heen te krijgen.
En die gedachte is niet veranderd, ook al ben jij misschien wel een onbekende
en wil je niks te maken hebben met mijn persoonlijke drama’s. Maar jij hebt een
voordeel: ik ben niet op de radio, niet op de tv, en het kruisje is maar een
simpele klik van je verwijderd.
De een
componeert een prachtig muziekstuk, de ander vormt stilzwijgend de liefdevolste
gedachten. Ik schrijf. Nu mijn moeder zelf niet meer kan tonen wie ze is, voelt
het goed zwart op wit te hebben staan hoeveel ik van haar houd. Acties zeggen
meer dan woorden. Die uitspraak was me op het lijf geschreven; ik was nooit zo
vocaal in mijn waardering en liefde. Een tekst op internet zetten is een actie.
Dit
beantwoordt echter niet de vraag of een blog dan de juiste plaats is om zulke
dingen te delen. Ik ben vindbaar voor werkgevers, wil ik werkelijk dat dit het
eerste is dat ze van me zien? Ik aarzelde, maar vroeg me ineens af waarom. Als
een werkgever niet kan accepteren dat ik mijn moeder mis, wil ik zijn werknemer
niet eens worden. Ik wil niet dat mijn gemis iets wordt dat ik moet verbergen.
Het hoeft echt niet altijd zichtbaar te zijn, anderen hoeven er niets mee, maar
het hoort niet in een duister hoekje thuis. En als mensen even verder kijken,
is er naast dat verdriet nog heel veel meer te zien. Zoals een vriendin me zei:
“Jij bent niet je verdriet, maar het hoort nu wel voor altijd bij je.”
Een paar
weken geleden zat ik in een theaterzaal en luisterde naar het verhaal van Marc de Hond. Het kippenvel stond op mijn
armen toen hij, via hele andere wegen, tot exact dezelfde conclusie kwam. Pijn
en verdriet zijn geen dingen om je voor te schamen, wonden genezen beter in de
zon. En dus blijf ik bloggen. Ik hoop dat er nog veel leuke, vrolijke blogs
zullen komen, maar ook al ben ik de schrijver van deze blog, dat heb ik niet
geheel voor het zeggen. Ik ben niet de enige schrijver van mijn leven. Net
zoals al mijn emoties, hoort ook deze blog bij mij. Dit is geen sprookje, geen
ideaalbeeld, geen droom. Toen ik deze blog begon, wist ik nog niet geheel welke
richting mijn teksten op zouden gaan, maar één ding wist ik toen al wel: “Dit,
dames en heren, is mijn blog. En alleen ik kan die schrijven.”
xxxx - iris
BeantwoordenVerwijderen