maandag 20 juli 2015

Voetstappen in het zand


Samen lopen we over het strand. De wind waait door onze haren. We laten de zilte lucht diep onze longen binnendringen en luisteren hoe de golven schuimend het zand op rollen. We lachen om de zandkorrels, die werkelijk overal lijken te belanden. Ook al is het water koud, we kunnen het niet laten onze schoenen uit te trekken en genietend in de branding te staan. Als er een te hoge golf aankomt, roep je me waarschuwend toe en deinzen we achteruit. Als we op onze blote voeten het strand over lopen en de strook kapotgetrapte schelpen moeten passeren, zoek jij voor mij de minst pijnlijke weg en vertel je me dat we er toch echt overheen moeten. Je leert me een zandkasteel te bouwen en verstevigt dit op de plekken waar dat mij niet goed lukt. We wandelen zij aan zij, lachend, babbelend over alles en niets. Naarmate mijn lengte de jouwe steeds meer evenaart, worden gesprekken diepgaander en stiltes vrediger.
 
Het strand was altijd een van jouw favoriete plekken en ik weet niet anders dan dat ik die liefde met je deelde. Je verheugde je enorm op onze reisjes naar de kust en pakte dan zingend de spullen bij elkaar. “We gaan naar Zandvoort, al aan de zee. We nemen koffie en broodjes mee.” Dat liedje zal altijd verbonden blijven met vrolijke kinderherinneringen vol zand, zout, emmertjes en schelpen.
 
Toen jij zonder enige waarschuwing uit mijn leven verdween en mijn gedachten zochten naar metaforen om de enorme klap iets begrijpelijker te maken, dacht ik dan ook al snel aan het strand. Ik bedacht hoe we daar samen liepen, twee rijen voetstappen in het natte zand achterlatend. Ik zag voor me hoe een enorme golf uit het niets kwam opzetten en jouw voetstappen met brute kracht uitwiste. Toen het water was teruggevloeid in de zee, was het alsof ze er nooit hadden gestaan. Het zand was glad, stil. Er liep nog maar één rij voetstappen.
 
Maar iets klopte niet. Niet alleen omdat ik jouw geliefde strand niet wil vergelijken met de pijn van jouw verlies, er was nog iets dat me tegenhield. Ik liet de metafoor los en ging niet op zoek naar een nieuwe. Symbolen en beelden raken me wel of niet. Dat is niet te forceren. Dat wil ik niet forceren. Het gemis kan en wil ik niet netjes opbergen. Het hoort niet in een keurslijf van artificiële metaforen. Begrip over bepaalde intuïtieve gevoelens komt plotseling en vanzelf. Inmiddels is het me duidelijk waarom iets in mij de strandmetafoor tegenhield: hij loopt volledig spaak.
 
Je weet pas echt wat je hebt, als je het moet missen. Het is een cliché dat klopt als een bus. Wat je ook probeert, de werkelijke pijn en omvang zijn niet voor te stellen voor het je overkomt en dat is maar goed ook. Naar jou toe is het misschien niet eerlijk dat ik jouw liefde zo vanzelfsprekend vond. Toch kan ik me geen groter compliment voor een moeder bedenken. Ik pleit mezelf hiermee niet vrij, het is gewoon waar. Ik heb er nooit aan getwijfeld dat je er voor me zou zijn, in welke vorm dan ook. Dat is niet alleen gebaseerd op het toeval van onze bloedband, dat rotsvaste vertrouwen heb je verdiend door het keer op keer op keer waar te maken. Dat is wat voor mij het woordje “mama” betekent.
 
Mijn mama zul je altijd blijven. Jij hoort bij mijn leven en niets en niemand kan daar ooit iets aan veranderen. Jij bent alles behalve weggespoeld en uitgewist. Sterker nog, ik vind je waar ik ook ben. Jouw voetafdrukken staan overal, ook op het strand van mijn toekomst.

1 opmerking:

  1. Zo mooi Doreen!!! Extra veel sterkte voor vandaag, voor de dag die jullie feestelijk hadden moeten vieren en die nu veranderd is. Een dag die nu pijn doet en die herinneringen oproepen die tegelijkertijd mooi en pijnlijk kunnen zijn.

    BeantwoordenVerwijderen