De geur in
theaterzalen is angstaanjagend. Verwachting en spanning van het publiek,
artiesten die zich – al dan niet gespannen – in het zweet werken, schrik,
verdriet, woede, ontlading, plezier. Avond na avond stapelt het zich op. De
zaal ademt stress, intimiteit, heftige emoties. Een andere verklaring is er
niet.
Al zolang ik
haar ken, vindt Wilka theaterzalen spannend. Ze vliegt overeind bij applaus,
hijgt, wil het liefst op schoot, kan haar draai niet vinden. Als de
voorstelling zelf dan ook nog eng is, houdt ze het niet meer en laat ze van
zich horen. En dat terwijl ze in de meest uiteenlopende situaties de rust zelve
is. Zelfs na een wat pijnlijk onderzoek in de dierenkliniek schudt ze zich
meteen uit, gaat met haar lijf opzettelijk tegen mijn voet liggen en ontspant,
om kort daarna net zo makkelijk weer op die behandeltafel te stappen. Maar
theaterzalen, die zijn doodeng.
Nog één test
Sinds het
blafincident van begin dit jaar heeft Wilka geen voorstellingen meer bezocht.
Destijds reageerde ze op een enge scène en dus wilde ik haar niet plagen met
voorstellingen met harde muziek of onverwachte geluiden. Maar alleen Simone
Kleinsma en een pianist op een toneel dat ook nog eens aan de andere kant van
de zaal is, dat moet ze wel kunnen. Dit keer geen horror zoals bij Yentl en De
Boer of een zaal vol harige collega’s zoals bij een congres van KNGF
Geleidehonden. Als ze het dan nog niet waardeert, moet ik andere conclusies
trekken.
Onrust in ons hoofd
Enthousiast
neemt Wilka me mee de schouwburg van Nijmegen in. Ze is vertrouwd met het
gebouw en is blij verrast dat ze daar nu ook ’s avonds naartoe mag. Ze werkt
kordaat, ligt rustig terwijl een vriendin en ik een drankje doen en leidt me
netjes de theaterzaal binnen. Maar zodra we gaan zitten, nog voor Simone op het
toneel verschijnt, wordt ze onrustig. En al ligt ze steeds langer stil, ze
blijft gespannen. Het is niet Simone, die ons vermaakt met anekdotes over het
leven en ouder worden en die de longen uit haar lijf zingt. Het is ook niet
pianist Bernd van den Bos, die de emoties en beelden die zij schetst versterkt
en inkleurt. Het is de zaal. Wilka blijft alert op alles wat ze om zich heen
hoort.
Mijn hond
niet ontspannen betekent ik niet ontspannen. Als Wilka door het gangpad naar
het podium zit te kijken, oortjes naar buiten gedraaid, houd ik mijn hart vast.
En dat is een belediging voor het theater. Aan zo’n voorstelling moet je je
overgeven, erin meegaan. En dat kan ik niet als mijn gedachten op hol slaan.
Wilka heeft een beschutte plek tussen de stoelen en kan zelfs onder mijn stoel
kruipen. In bussen, treinen, op kantoor, bij mensen thuis; ze ligt het liefst ergens
onder of knus in een hoekje. Maar nu gaat ze juist iets van me af liggen en
mijdt ze zelfs mijn voet. Natuurlijk, geen hond is perfect en een
onvoorspelbare hond is leuk. Maar zo kan ik haar niet steunen en ik ken haar
inmiddels zo goed, dat ik mijn totale onbegrip niet kan uitstaan.
Simone!
Toch lukt
het steeds beter mijn aandacht bij de voorstelling te houden. Dat krijg je als
er zo’n vakvrouw op het toneel staat. Simone is persoonlijk en intiem, maar
laat ons door grapjes ook weer niet te lang te dichtbij komen. Het verstrijken
van de tijd, het verlies van haar moeder en dochtertje, gedoe met mannen,
ontsnappen naar het café; elk verhaal gaat over in muziek. Omdat zij meer
ervaring heeft met ouder worden dan ik, is niet alles even herkenbaar en niet
alle grappen werken voor mij. Maar door de afwisseling is er voor ieder wat
wils. Van het gevoelige en beeldende “Wonderlijk” tot het
geestige “Een hard hart” over een zondige pastoor, stem en vleugel schakelen
ogenschijnlijk moeiteloos tussen sferen en stijlen. Om me heen hoor ik hoe er
naar zakdoekjes wordt gezocht en de “oh ja”’s zijn niet van de lucht als Simone
verwijst naar dingen van jaren terug. Op het podium, daar hoort ze thuis. Zo
simpel is het.
Theaterzaalles
Voor Wilka
kan het slotapplaus echter niet snel genoeg komen. Ze ontspant zodra we de zaal
verlaten. Nu weet ik het: Wilka heeft theaterzaalvrees. Ze is ontzettend
gevoelig voor sfeer en emotie en daar is een theaterzaal natuurlijk mee
doordrenkt. Deze conclusie moet mijn onbegrip wegnemen. Hoe dan ook is het duidelijk
wat mij te doen staat: haar een volgende keer thuis laten, zodat we allebei
kunnen ontspannen. Ik wil dolgraag met haar kijken hoe we deze angst kunnen
overwinnen. Ik houd wel van zo’n uitdaging en samen kunnen Wilka en ik veel
bereiken. Maar dit ten koste laten gaan van goed theater gaat me te ver. Of en
hoe ik dan wel met Wilka op theaterzaalles ga, moet ik nog verzinnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten