21 juni, de
langste dag van het jaar. Juist vandaag zijn er door het hele land mensen die
ervoor kiezen zich een paar uur gedeeltelijk of volledig van dit licht te
beroven. Blind voor 1 dag is een
actie van het Oogfonds, waarbij deelnemers zich laten sponsoren en zo geld
ophalen voor onderzoek naar oogziektes. Zelf blind of slechtziend op pad gaan
vergroot bovendien de bewustwording over de obstakels in onze visuele
maatschappij. Ook een groep collega’s van Dedicon
gaat de uitdaging aan. Hoe hen dat vergaat? Om daarachter te komen en als
ervaringsdeskundige tips te delen, wandel ik met hen mee.
Blauwe plekken
De brillen die
de deelnemers dragen simuleren glaucoom, MD, diabetische retinopathie of totale
blindheid. Zo’n ding opzetten levert hier en daar wel wat spanning op. Na een stoomcursus
stoklopen door een blinde collega moeten ze er toch echt aan geloven: stokken
vooruit en Grave in, op zoek naar onze lunch.
Ik loop
vaker in een groep blinden en slechtzienden, maar een groep als deze heb ik nog
nooit meegemaakt. Als een stok mijn been raakt, wordt deze voor een paal
aangevoeld en even vraag ik me af of niet toch ik - degene die er het meest van
overtuigd was zonder kleerscheuren thuis te komen - straks blauwe plekken kan
tellen. En geleidehond Wilka snapt maar niet waarom ze niet in mag halen om vaart
te maken. Terwijl we al pratend en lachend onze weg vervolgen, geniet ik ook even
in stilte van het feit dat mijn bril en stok nu eens niet degene zijn die
opvallen.
Geen korting
Verbaal
communiceren gebeurt in een groep blinden en slechtzienden vaak vanzelf. Mooi
om te zien hoe dit ook in deze groep steeds beter op gang komt. De
slechtzienden helpen de blinden en we vertellen elkaar onder meer wanneer we
gaan oversteken. Ook tijdens de lunch wordt er wat af gevraagd. Waar staan de
borden en wie heeft de kaas? Waar is “hier” en wie kwamen we net eigenlijk tegen
in de gang? Dat je je zonder zicht nog weleens in de geadresseerde kan
vergissen, blijkt maar weer als ik Wilka een opdracht geef en niet alleen zij
braaf luistert.
Vergeleken
met totale blindheid lijkt slechtziendheid de deelnemers in eerste instantie
best mee te vallen. Het gaat allemaal wat langzamer, maar ze lopen zonder hun
stok echt te gebruiken. In de winkel wordt er echter ingespannen getuurd en producten
vergelijken is toch wat te veel van het goede. Stiekem ben ik best jaloers op
het feit dat ze alsnog hun boodschappen vinden. Zelf hoef ik dat niet te
proberen. Ik weet echter ook welke prijs veel slechtzienden voor deze vorm van
vrijheid moeten betalen. En de groep tijdelijk slechtzienden krijgt geen
korting. De een schrikt omdat hij ineens een afstapje denkt te zien, de ander
loopt voetje voor voetje een trap af, een derde ziet bijna een fietser over het
hoofd en hoofdpijn en vermoeidheid komen al na korte tijd om de hoek kijken. Als
ik in de supermarkt mijn zonnebril afzet, wil mijn slechtziende metgezel mijn
voorbeeld dan ook maar wat graag volgen.
Soepel
Om me heen
hoor ik hoe stokken tegen allerlei obstakels slaan en collega’s elkaar waarschuwen
voor smalle doorgangen (complimenten voor de goede communicatie!). Ik luister
naar de echo’s die worden weerkaatst door objecten vlak naast me en raak niet
een van de palen, fietsenrekken of andere onhandige hindernissen. Mezelf wat
zien betreft vergelijken met zienden heeft weinig zin. Mezelf vergelijken met
deze kersverse blinden is dan weer best leuk. En wat is het fijn dat
geleidehond Wilka mij overal zo soepeltjes langs leidt!
Wat deze
tocht ook oplevert, zijn een hoop interessante gesprekken over zaken die andere
collega’s en klanten maar al te goed kennen. Mijn collega’s zijn benieuwd naar
mijn ervaringen. Hoe doe ik boodschappen als ik geen bekende bij me heb? Hoe
vind ik op onbekende routes mijn weg? Op mijn beurt ben ik net zo nieuwsgierig:
hoe is het om ineens geen diepte meer te zien, wat kost de meeste moeite en hoe
zou het zijn als deze bril nooit meer af zou mogen?
Vinger in de boter
De lunch
kopen was ingewikkeld; ook simpelweg lunchen blijkt een hele uitdaging. Er belandt
meer dan een vinger in de boter. Oefening baart kunst, weet ik, al ontkom ook
ik niet altijd aan vieze vingers. En ik moet het hen meegeven: ondanks het feit
dat er wat servetjes nodig zijn, eet iedereen uiteindelijk hun boterham met het
gewenste beleg. Of ze ook allemaal even netjes gesmeerd zijn kan ik niet zien,
maar ik durf het te betwijfelen.
Verlichting
Uiteindelijk
mogen de brillen af. Behalve die van mij, die had ik zodra we naar binnen
stapten al op mijn hoofd geschoven. Zonder zonnebril wordt het wat lichter, dat
is alles. Mijn collega’s reageren wel anders; ze slaken een zucht van verlichting,
gevolgd door een verrast “Oh, hier zijn we!” Tja, zonder meer oefening hebben
ze die visuele informatie blijkbaar echt nodig.
Niet
iedereen is even enthousiast over deze ‘kermisattractie’. Ik heb echter
bewondering voor deze groep collega’s, die besloot totaal buiten hun
comfortzone te stappen. Je volledig inleven in een ander kan je nooit. Dat is
toch geen reden om het dan maar helemaal niet te proberen? En hoewel ik uit
ervaring weet dat je met een visuele beperking een gelukkig leven kan hebben, is
blindheid voorkomen een waardig streven. Even niet (goed) zien zegt – en geeft
daarna – soms meer dan duizend woorden en wie weet wat deelnemers allemaal met
die inzichten doen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten