woensdag 26 september 2018

Hoe ik me Ierland herinner


 
Jarenlang stond het groene eiland boven aan mijn wensenlijstje. Nu ben ik er geweest. Ik leerde het land kennen door wat ik hoorde, proefde, aanraakte, rook. Door uitgebreide beschrijvingen van mijn vriend. Ooit ga ik terug. Nu herinner ik me Ierland.
 
Ik herinner me hoe Dublin in eerste instantie klonk als Londen: verkeer en sirenes. Hoe de meeuwen de stad een eigen klank gaven. Ik herinner me de geur in de kapel bij Dublin Castle, die niet anders te omschrijven is dan “oud”. De vislucht in de English Market in Cork, afgewisseld met de frisse geur van groente, de indringende geur van letters die in houten keukengerei werden gegraveerd.
 
Ik herinner me de muziek. Hoe ik met een steeds grotere glimlach over Grafton Street liep. Gitaar, viool, saxofoon, klarinet, drums... Met of zonder zang, alleen of in een groepje. Zeer divers, allemaal goed. De gitarist en violiste in een pub, beiden zingend. Hoe de klassiekers en hedendaagse nummers, overgoten met een Iers sausje, stilzitten onmogelijk maakten.
 
 
De boeiende verhalen van gidsen. Over de geschiedenis van het land en de mensen die deze vormden en bepaalden. Hoe Ieren minstens zo aandachtig luisterden als buitenlandse toeristen. Hoe de sprekers enthousiast vertelden, grapten, beelden schetsten en – in het geval van chauffeurs van de hop-on hop-off bus tour – vol overgave zongen. “In Dublin’s fair city, where the girls are so pretty, I first set my eyes on sweet Molly Malone...”
 
Hoe de Deserted Village op Achill Island ook echt verlaten was. De ongelijke, ruwe stenen van een afgebrokkelde muur, het enige overblijfsel van een plek die ooit iemands thuis moet zijn geweest. Hoe het echt doodstil was, afgezien van wind en verre branding. En bij de begraafplaats – toch al zo’n mistroostig oord – het krassen van een kraai.
 
 
Niet per se de regenachtige, mogelijk daardoor stille straten van Cork. Wel de man die alleen aan het tafeltje naast me zat koffie te drinken en die weinig aanmoediging nodig had om me een inkijkje te geven in zijn leven op het platteland. Die naar de stad kwam voor wat reuring, maar zich gelukkig prees met zijn woonplaats. Die vertelde over de droogte en de zorgen van de boeren. Die nooit hockey keek, maar vol trots vertelde over het Ierse amateurteam dat zo ver was gekomen, dat zelfs hij aan de buis gekluisterd zat. Het team dat net was verslagen door Nederland. “Dat we verloren is niet erg. Maar moest het echt met zes-nul?” Hoe we daar samen om lachten.
 
Ja, wel de mensen. De onbekende medewerker in de B&B, door wie we bij aankomst een verse bak water en zachte deken voor Wilka aantroffen. Welkom in Dublin! De medewerkers in musea en horecazaakjes, die ons enthousiast tips gaven over de mooiste plekjes in hun land. De Dublinse naast me in de pub, die uit het niets aanbood me indien nodig de toilet te wijzen. Die me, toen ik daar later op terugkwam, zonder enige poespas de doorspoelknop, kraan en zeep wees (en me zo een hele zoektocht bespaarde).
 
 
Ook de wandelingen in west-Ierland. De begroeide helling op Achill Island, met enkel hier en daar een schapenpaadje. Hoe de taaie vegetatie mijn schoenen vastgreep en me houvast bood. Hoe de wind met vlagen krachtiger aan me trok, hoe hoger we kwamen. Hoe het geluid van de oceaan me groette toen we de klifrand naderden. Ik herinner me de uitgestrekte weilanden en akkers rondom ‘onze’ cottage. De stilte, alleen doorbroken door geblaat van schapen, geknars van onze schoenen op de glooiende weggetjes, hier en daar een vogel, klaterend water, de wind. En natuurlijk Wilka’s bel, die me vertelde dat zij vrolijk dartelend alle nieuwe geurtjes verkende.
 
De Letterkeen loop walk, met paadjes vol stenen. Met ruisend water en modder. Met stroompjes zonder brug. Hoe ik daar niet zelf kon tasten naar een goede plek om mijn voet neer te zetten, en dus volledig moest vertrouwen op de aanwijzingen van mijn vriend. Hoe ik zo op stenen stapte, voelde hoe het water over mijn schoenen spoelde, de overkant bereikte. Hoe ik met een grote stap een modderplas wilde trotseren, en voelde dat ik het net niet haalde. Hoe ik dacht dat het beter was snel mijn andere voet op het droge te zetten, in plaats van een nieuwe poging te wagen. Hoe ik voor ik er erg in had, met beide onderbenen wegzakte en vastzat. Hoe ik na wat trekwerk alsnog aan de overkant stond, met dikke plakken stinkende veengrond aan mijn broek, lachend. Hoe ik ondanks de nattigheid om me heen droogjes opmerkte dat ik nu toch wel vies was. Ik wilde het land ervaren; een meer letterlijke vorm ken ik niet.
 
 
En natuurlijk de daaropvolgende avonden in de cottage op de schapenboerderij. Koken met verse groenten. Mijn reisverslag schrijven in de krakende schommelstoel bij het zacht knetterende en geurende haardvuur. Geen wonder toch dat ik een beetje heimwee heb?
 
Ierland in geluiden
Zet een koptelefoon op, sluit je ogen en reis met me mee. Proef de sfeer in een Dublinse pub. Wandel langs een klaterend stroompje, langs weilanden vol schapen. Hoor vogels, wind en Wilka, maar vooral de uitgestrekte stilte. Sta op een strandje op Achill Island. En volg me langs het ruisende water in Letterkeen. Luister naar Ierland.

4 opmerkingen:

  1. Geweldig mooi beschreven en ik heb van je geluidsverhaal genoten. Prachtig land, zo te horen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ontzettend mooi en levendig geschreven. Ik ben in gedachten jouw routes gelopen. Top.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ontzettend mooi en levendig geschreven. Ik ben in gedachten jouw routes gelopen. Top.

    BeantwoordenVerwijderen