vrijdag 1 februari 2019

Puppy

Wilka 6 weken oud
© Boeddha Productions
 
Vandaag wordt Wilka zes. Ze is één dag ouder dan gisteren, maar ik vind het helemaal niks. Zes, dat klinkt echt niet meer als een hond die net aan haar carrière begint. Zes, het gaat me veel te snel.
 
Lange tijd noemde ik Wilka kleuter. En ja, stuiteren kan ze nog steeds. Als een van haar favoriete mensen binnenkomt, zeker als ze diegene een tijdje niet heeft gezien. Als ze haar energie te lang heeft moeten opsparen en ze als een malle tussen de takken door racet. Als ze na een lange werkdag door het huis rent en enthousiast haar speeltje laat piepen en piepen. Of zich vol overgave laat meesleuren in een stoeipartijtje en zacht brommend in mijn handen bijt. Laatst nog wierp ze zich enthousiast op haar rug, om te ontdekken dat ze op een gladde helling lag te kronkelen. Angstig zag ze hoe de sloot steeds dichterbij kwam, om er met een laatste noodgreep overheen te springen.
 
Maar toch, het kleuterige is er wel vanaf. Wilka is een geleidehond die heel goed weet wat ze doet. Niet meer alleen door een goede training, maar vooral door jaren vol ervaring. Mijn werkroutine vindt ze nog steeds lastig. Na het weekend en vooral na vakantie gaat ze maar wat graag terug naar het Huis der Provincie. Ze heeft het gezellig met mijn collega’s en laat ons rustig ons werk doen. Maar als ze mee moet naar vergaderingen en ik haar tuig wil omdoen, staat ze vaak onder mijn bureau. Een geintje dat ze al op onze vorige werkplek ontdekte. Als ze werkt, straalt haar houding voor mij vooral verveling uit. Ze waarschuwt voor afstapjes en bezorgt me zeker geen blauwe plekken, maar ze sjokt vaak ongeïnteresseerd de goede kant op. Waarom zou ze zich haasten? Hier zijn geen verrassingen, geen uitdagingen meer. Buiten die muren is ze heel wat scherper. Vooral als ze ineens een wegopbreking of vrachtwagen op de stoep ziet, leeft ze helemaal op. Ik ken inmiddels heel wat ambtenaren. Degene die het best het clichébeeld vertegenwoordigt, is mijn eigen hond.
 
Bij haar grootste prestaties denk ik dus zeker niet aan Arnhem. Ik denk aan Schiphol, Italië, Engeland, België, Ierland. Aan al die onbekende plekken in Nederland waar we samen altijd weer onze bestemming bereikten. Het blijft bijzonder hoe ze me aanvoelt en hoe ze op haar beurt heel subtiel laat merken hoe het met haar gaat. Natuurlijk, haar blijdschap is overduidelijk. Maar stilletjes liggen is niet per definitie ontspanning. Tegen me aan hangen niet altijd slechts het verzoek om een knuffel. Blaffen naar een andere hond zegt vaker wat over gebeurtenissen eerder die dag, dan over die hond. Na vier jaar samen spreken we een eigen taal, die maar lastig te vertalen is.
 
Een rondje bos in de sneeuw mag op haar verjaardag niet ontbreken. Vanmiddag besluit ik ons beide nog een plezier te doen door wat boodschappen te combineren en een flink stuk samen te gaan werken. Geen saaie routine, wel alle aandacht voor haar. Het eerste stuk loopt Wilka echter te morren. De sneeuwsoep op de stoep vindt ze vreselijk aan haar pootjes. Niks leukers dan spelen in het water, maar haar werkvloer moet droog zijn. De eerste vriendelijke winkelmedewerkster van de dag is nog nauwelijks begonnen wat producten te beschrijven, of naast me klinkt een diepe zucht. Nadeel van zo’n ervaren hond, die is niet snel meer onder de indruk. De sneeuw smelt grotendeels weg en nadat ze een aantal gretige kinderen en afzetborden midden op de stoep moet omzeilen, erkent Wilka dat ik toch wel een goed idee had. Steeds vlotter en overtuigender neemt ze me mee. Wanneer ik in de dierenwinkel haar cadeautje sta uit te zoeken, valt ze even uit haar rol. Alles blijft keurig in de schappen, maar ze kan de verleiding niet weerstaan haar neus tussen al dat lekkers te steken. Op de terugweg belanden we door een verkeerde aanwijzing van mij in een onbekende wijk. We lopen een stuk op navigatie en Wilka’s hersens mogen flink aan de bak. Als we na heel wat kilometers in de benen thuis komen, heeft ze die kluif dan ook dubbel en dwars verdiend.
 
Wilka is weer een dagje ouder, maar ze blijft Wilka. Altijd behoefte aan uitdaging in haar werk; hoe moeilijker, hoe beter. Soms ontzettend koppig, ineens onzeker, meestal met goede zin. Vriendelijk tegen iedereen, altijd een oogje of oortje op mijn bewegingen. Een kanjer in heel stil, heel hard zeuren. Nog steeds de circushond die niet een, maar twee pootjes geeft. En dat koppie stopt ze nog geregeld tussen mijn knieën. Wilka mag dan geen kleuter meer zijn, en ik heb haar nooit als klein wollig bolletje gezien, maar ze is en blijft mijn puppy.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten