vrijdag 5 april 2019

Spiegeltje, spiegeltje

Zebrapad, verkeerslicht, verkeerslicht, zebrapad. Met tussen de vier oversteken plek genoeg om te wachten. Deze plek vlak bij Arnhem Centraal kan ik dromen. Zo’n zes keer per week, al meer dan een jaar, steek ik er over. En geleidehond Wilka dus ook. Schoolvoorbeeld van hoe routines werken.
 
Doorlopen
De laatste tijd valt het me op dat Wilka bij het tweede verkeerslicht wel netjes tempo inhoudt voor het schuine stoeprandje, maar de volgende rijbaan al oversteekt voor ik het commando geef. Niet zo gek: ik weet dat ik de hele oversteek in een keer kan halen, als we een beetje doorlopen. En dus wordt mijn “goedzo” vrijwel direct gevolgd door een “over” om de tweede rijbaan over te steken. Iets wat Wilka dag in, dag uit hoort en waaruit ze moeiteloos haar conlusies trekt.
 
Dit inzicht zet me aan het denken. En jawel, al snel ontdek ik meer momenten waarop we niet meer volgens het boekje werken. “Oh, vind je niet écht dat het moet? Dan doe ik het lekker niet.” Soms maakt dit onze handelingen vloeiender en vlotter. Zo hoeft ze bij een gelijkvloerse stoep niet te stoppen, als we van de straat de stoep op lopen. Een opstapje geeft ze aan door stil te staan met haar voorpoten op het randje. Nu is er geen stoeprand waarover ik kan struikelen. Doordat ze even tempo inhoudt, weet ik genoeg: stoep bereikt. Waarom langzaam doen als het sneller kan? Echter, als we de stoep af moeten, moet ze wel altijd stoppen, gelijkvloers of niet. Verkeer kan ze niet inschatten en ik wil boven alles dat we heelhuids aankomen op onze bestemming. Ik wil dus de regie over wanneer we de weg op lopen.
 
Getreuzel
Maar stoppen voor een gelijkvloerse stoeprand doet ze niet altijd meer even strak. Vaak remt ze veel te vroeg, wat ik maar irritant vind. Geen getreuzel, graag. Ik denk verder. Komt het door die routine-oversteek in Arnhem? Ze is zeker slim genoeg om wat ik daar goed vind, te vertalen naar andere situaties. Zeker ben ik niet, maar het doet er ook niet toe. Het kan beter. Tijd voor actie.
 
Nu het ’s avonds weer licht is als ik naar huis reis, heb ik het geluk dat ik soms met veel moeite het kleurverschil tussen stoep en straat zie. Ik kan haar dus mijn volledige vertrouwen geven, en ingrijpen zodra ze te ver loopt. Goed plan. Maar voor ik het kan uitvoeren, begint het spreekwoordelijke lampje te branden. Afgelopen winter had ik die controle niet. Er zijn oversteekplaatsen genoeg waar ik de overgang van stoep naar straat echt niet op tijd voel als ik vlot loop. En één keer hoorde ik het verkeerslicht dat ze moest zoeken ineens schuin achter me. Conclusie, ik stond al op straat en ik zag koplampen... Het was maar één pas, dus ik stond zo weer veilig op de stoep, maar de schrik zat er goed in. Niet zo gek, gezien mijn ervaringen met oversteken en naderende auto’s. Voor Wilka was het een van de vele, vele commando’s die ze op een dag krijgt. Dat ze er dan eentje niet perfect opvolgt, is niet vreemd. Voor mij betekende het dat ik zelf te vroeg begon in te houden als Wilka dat niet deed, bang om in volle vaart midden op straat te belanden. Vanwege eerder getreuzel verwachtte ik gedrag dat ik liever niet heb, en als ik dat niet kreeg, zorgde ik er zelf voor. Ook niet vreemd. Wel onhandig, want zij zal door mijn onbedoelde bevestiging alleen maar vaker vroeg gaan remmen.
 
Nieuw inzicht, zelfde situatie. En dus ga ik aan de slag. Samen met Wilka loop ik vlot op zo’n gelijkvloerse oversteek af en dwing mezelf haar bewegingen te volgen. Ze voelt het verschil meteen en remt niet. Voor de nauwelijks voelbare stoeprand blijft ze keurig staan. Ik had het kunnen weten. Net als een jaar geleden, toen Wilka last had van de ‘seven-week itch’, gaat mijn volledige aandacht uit naar mijn hond en wat we aan het doen zijn. En net als vorig jaar zie ik meteen hoe gevoelig ze daarvoor is.
 
Koppie
Ook op mijn werkvloer. Het gebeurt nog weleens dat ik Wilka snel haar tuig wil omdoen om op tijd bij een vergadering te zijn. Zelf haar kop door het tuig steken doet ze niet, maar ik heb haar wel zover dat ze haar kop in mijn handpalm legt. Ik doe dan het tuig in een soepele beweging over haar kop, zodat ik haar neus niet raak of een oor meetrek. Als ze niet op het commando reageert, maar ik wel weet waar ze staat, zoek ik vaak snel haar kin op. Tuig om en hup, gauw naar mijn afspraak. Nu doe ik het anders.
 
“Koppie.” Wilka komt naar me toe, maar blijft een meter voor me staan, mijn opgehouden hand negerend. Ik herhaal het commando; geen reactie. Ik hoor haar bijna denken. “Je komt zo toch wel naar me toe.” Een berisping maakt dat ze dicht bij me komt staan. Met haar kop náást mijn hand. Ik blijf doodstil staan. Een collega grinnikt. Ik inwendig ook. Maar als ik nu toegeef, kan ik het voortaan schudden. “Koppie.” Haar kop landt in mijn hand. Ik doe haar tuig om en beloon haar. “Oh, ze is stout vandaag!” klinkt het lachend. Ik begrijp dat het er zo uitziet. Maar nee, ze is niet stouter dan anders. Ik doe gewoon wat ik altijd zou moeten doen. Zij tast de nieuwe situatie af en past zich juist bizar snel aan.
 
Hetzelfde liedje
Op de terugweg, bij de oversteek bij Arnhem Centraal, neem ik de proef op de som en geef ik haar alle ruimte. De tweede rijbaan met verkeerslicht steekt ze inderdaad al over voor ik een commando geef. We snellen naar het tweede zebrapad, een ferme correctie op mijn lippen. Mooi oefenmoment. Maar voor het zebrapad staan we van het ene op het andere moment stil. Trots draait ze haar kop naar me om, iets wat ze nog zelden doet na een actie die ze al zo vaak heeft gedaan. Ik zie weer wat aandacht doet: die wordt beantwoord. “Goed hè?” lijkt ze te vragen. En natuurlijk laat ik haar weten hoe knap ze is. Blijkbaar merkt ze wel degelijk aan mij dat ik alleen bij dat tweede verkeerslicht het liefst doorloop. Wilka snapt meer dan ik soms denk.
 
Eigenlijk is het steeds hetzelfde liedje. Een liedje dat nooit verveelt. Telkens zijn er andere kleine acties en reacties waardoor we elkaar beïnvloeden. Goed samenwerken is echt een vak. Beide hervinden we de lol in een routine. Weer wat geleerd: ook binnen zo’n kader heb je invloed. Een van de vele lessen die ook in een andere context nuttig is. Hoe luxe is het dat ik daarvoor niet per se naar een coach hoef. Mijn spiegel loopt naast me, en ik kan erin kijken wanneer ik wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten