vrijdag 16 november 2018

Ierland: anders dan thuis

Wilka bij water in Letterkeen
 
In “Hoe ik me Ierland herinner” lees je mijn belevenissen in Dublin en de prachtige Ierse natuur. In het Engels maak ik makkelijk contact en door verschil in vaderland ontstaat geen spraakverwarring. Maar hoe dichtbij het land ook is, sommige dingen zijn verwarrend, beangstigend of simpelweg onbegrijpelijk. Want wat moet een geit hoog op een stellage? En hoe krijg je in vredesnaam warm water?

 
Op straat
Geleidelijnen zijn handig om je te oriënteren als je niet of weinig ziet. Je vindt ze onder meer op stations en op straat. Ze geven het looppad aan en leiden bijvoorbeeld naar trap en ov-poort. Zogenaamde noppentegels markeren punten waar je op moet letten: de rand van de stoep bij een oversteekplaats, een trap. In Nederland gaat het bij oversteekpunten om een relatief korte strook, die iets breder is dan de geleidelijn. Als ik die onder mijn voeten voel, weet ik dat mijn geleidehond netjes aan de rand van de straat stilhoudt. In Ierland jagen ze me steeds de stuipen op het lijf, net als eerder in Londen. Ze liggen daar namelijk over de gehele breedte van de stoep, waardoor ik ze ook voel als ik alleen een oversteek naar opzij passeer. Ik prent me tevergeefs in dat het voelen van noppentegels en dan weer vlakke ondergrond niet automatisch betekent dat ik op straat ben beland. Ook bij het recht naderen van een oversteek ben ik mijn vertrouwde bevestiging kwijt, omdat ik meerdere stappen moet zetten voor ik daadwerkelijk de weg bereik.
 
In Dublin tikken de verkeerslichten vaak zo zacht, dat ze worden overstemd door geraas van verkeer. Ik ben blij dat ik er niet alleen hoef over te steken. Sommige hebben een knop die verschillend trilt bij rood en groen licht, wat dat probleem opheft (als je dat tenminste weet en op zoek gaat naar die knop). Af en toe bevinden zich bij de knop voelbare blokjes, die aangeven hoeveel rijbanen er moeten worden overgestoken. Handig als je ergens onbekend bent.
 
Een bus instappen blijft de eerste tijd nadenken. Naar links lopen voor de deur als het ding voor mijn neus stopt, binnen naar rechts draaien, het voelt tegennatuurlijk. En dat ik helemaal niet hoef te reageren op het geluid van een naderende bus van links, vergeet ik nog weleens. In de bus worden haltes omgeroepen in het Engels en Iers. Ik probeer de Ierse woorden te herkennen, maar verder dan dat kom ik niet.
 
Wilka naast standbeeld van vermagerde hond van Famine Memorial
 
Geleidehond
Wilka ontlokt heel wat reacties. “Doggy!” klinkt het geregeld enthousiast en ik krijg heel wat complimenten over hoe mooi Wilka is of hoe knap ze me een trap af helpt. Een buschauffeur bestempelt haar door zijn microfoon als “very important person”, waardoor de passagiers boven in de bus nieuwsgierig naar buiten staren wanneer we uitstappen. Opvallend genoeg zijn er ondanks al deze aandacht veel minder aaiers dan in Engeland. Hoewel Ierland bekendstaat als hondonvriendelijk, wordt Wilka slechts in één pub geweigerd. Aangezien we hier al eens hebben gegeten, ga ik het gesprek aan. De dame vindt het geen probleem, zegt ze, maar Ieren houden niet zo van honden dus is ook een geleidehond niet welkom in het deel waar gegeten wordt. Ze doet navraag bij de manager en blijkt het bij het verkeerde eind te hebben. We eten heerlijk en bezoekers reageren ook hier lovend op Wilka’s aanwezigheid.
 
Wilka geniet van de uitdagingen: drukte in Dublinse straten, kastelen vol op- en afstapjes. Als ik weer eens dom stilsta in een museum, luisterend naar een gids of voelend aan een standbeeld, ploft ze met een bonk en een zucht neer. De Ierse natuur bevalt haar uitstekend. Ze rolt fanatiek over hellingen, plonst door stroompjes, wil als een ware herder het liefst hardlopen met schapen maar komt op mijn roep net zo hard teruggeracet. Dat ik voorzichtig tastend en alert op de aanwijzingen van mijn vriend wat meer tijd nodig heb stroompjes te trotseren en omhoog te klauteren, vindt zij maar raar. Je kan toch prima doorbanjeren?
 
Ross Castle
 
Water
Binnenshuis zorgen de kranen van wastafels en gootstenen voor onbegrip. Deze zijn vaak zo geplaatst, dat je je handen onhandig tegen de rand moet houden om de waterstraal op te vangen. Warm water krijgen blijkt soms een uitdaging op zich. Als we in ons appartementje willen afwassen, blijken we geen warm water te hebben, ook niet in de wastafel op de badkamer. Dan begint de zoektocht. Het trektouwtje in de badkamer zorgt daar voor stroom en dus voor een warme douche, maar de kraan bij de wastafel spuwt nog steeds koppig koud water uit. Andere knoppen en schuifjes voor “sink” en “bath” maken ook geen verschil. Als lacherige kippen zonder kop lopen we heen en weer om van alles te proberen. Uiteindelijk biedt Google uitkomst: bij de tv zit een knop voor de ‘emersion’, het ding dat het water opwarmt. Dit duurt zo'n twintig minuten. Tegen die tijd hebben we de afwas al gedaan met water uit de waterkoker. Het ding aan laten staan kost blijkbaar veel stroom, omdat de emersion het water blijft verwarmen. Ik krijg meteen visioenen van mensen die onverwacht in de keuken staan met vieze handen en twintig minuten moeten wachten op een fatsoenlijke wasbeurt (en de knop ondersmeren). Niet handig! Maar al is elders wel meteen warm water, veel gebruik ik het niet. Doordat er een aparte kraan is voor warm en koud water, verkies ik meestal het koude boven het veel te hete. Wel goed voor de energierekening, vermoed ik. Waarom we deze zaken steeds weer aantreffen, begrijp ik niet. Juist Ieren verspreidden zich over de aardbol en moeten toch handigere opties hebben gezien.
 
Weer
Op internet staan veel waarschuwingen over de nattigheid in het land. Wij ervaren zo’n beetje alle weertypen. Van dagen vol zon en wat wolkjes, tot een dag met nauwelijks droge momenten. Vooral de tussenvorm doet Iers aan: zon, wolk, regen, zon, regen, wolk... Die regen is dan totaal geen ramp: voor je het weet, ben je weer droog.
 
Grange Stone Circle
 
Vroeger naast nu
Vlak naast de weg treffen we ineens zaken uit een ver verleden aan. In het geval van de Grange Stone Circle een verleden van zo’n vijfduizend jaar. Ik strijk met mijn vingers over de stenen. Soms ruw en begroeid met mos, dan weer verrassend glad. Hun ouderdom imponeert me. Wat hebben deze grote stenen allemaal gezien? Konden de mensen van millennia geleden zich voorstellen hoe er nu rond die plek wordt geleefd? En dat hun bouwwerk nog steeds overeind staat?
 
Standbeeld van King Puck
 
Puck Fair
Elk jaar op 10, 11 en 12 augustus wordt in Killorglin (county Kerry) Puck Fair gehouden. Op 10 augustus is er een parade ter ere van de kroning van een bok (puck) als koning van het festival. Wagens vol verklede kinderen en volwassenen, afgewisseld met muzikanten, trekken door de straten. Langs de route is het afgeladen vol. Verwonderd kijken we van een afstandje toe hoe de bok in zijn kooi omhoog wordt getakeld. Vanaf zijn hoge positie moet hij het festival overzien. Muzikanten, goochelaars, kraampjes met eten en zeer uiteenlopende producten - van handgemaakte truien tot gereedschap - trekken jong en oud. Op 12 augustus wordt King Puck ceremonieel uitgeleide gedaan. De bok als heidens symbool van vruchtbaarheid, een vluchtende bok die de inwoners waarschuwde voor het naderende gevaar van Oliver Cromwell, hoe geen belasting meer mocht worden geïnd op fairs waar paarden, schapen en koeien werden verkocht en hoe een geit op het podium werd gepresenteerd om te bewijzen dat het hier om een geitenfair ging. De oorsprong van King Puck is onzeker, maar het eeuwenoude festival beweert trots het oudste van Ierland te zijn. Hoe vreemd het ook voelt dat zovelen applaudisseren voor een bok in een kooi, even meedelen in een van de vele tradities van dit land fascineert me mateloos.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten