vrijdag 6 juni 2014

Wat zij niet zagen


“Wacht even.” Het machinelawaai stopt. Gelukkig, ze hebben me gezien. Een eindje voor mij op het smalle pad staan een aantal voertuigen en mannen die net nog fanatiek de begroeiing te lijf gingen. Alleen gewapend met een stok, alle geluiden overstemd door het machinegeweld zo’n onbekende, mogelijk gevaarlijke situatie binnenlopen leek me geen goed plan. Wat ben ik dan ook blij dat werklui meestal erg alert zijn op hun omgeving.
 
“Kan ik er veilig langs?” vraag ik voor de zekerheid. Het antwoord is bevestigend, maar zodra de man aanstalten maakt met me mee te lopen, fluit een collega hem terug. “Dat kan hij wel zoeken.” De ‘hij’ in deze zin is mijn hond, die alleen een halsband en een dun riempje van ruim een meter draagt. Na drieĆ«nhalve maand met een ‘gewone’ hond over straat te hebben gelopen, verbaast het me nog steeds. Blinde + hond = geleidehond. Blijkbaar was het toch niet Freasers opvallende tuig dat mensen de afgelopen jaren op zijn aanwezigheid attendeerde. Je kunt dus beter een kat als huisdier nemen als je wilt dat mensen je mogelijkheden goed inschatten, bedenk ik half geamuseerd. Ach, wat maakt het ook uit. De mannen zijn gestopt met hun werk en hoe dan ook op mij gefocust, dus ze grijpen vast wel in voor ik mezelf blauwe plekken bezorg.